Update
Europese Green Deal gaat agrisector raken
Met de Green Deal, komen het Nederlandse milieubeleid en het Europese landbouwbeleid in elkaars verlengde te liggen. Agrarische ondernemers zullen merken dat hun prestaties met betrekking tot milieu, klimaat, natuur- en waterbeheer bepalen of ze in aanmerking komen voor inkomenssteun uit Brussel. En de voedingsmiddelenindustrie moet bijdragen aan een gezonder en duurzamer dieet via veranderingen in de etiketten, samenstelling en verpakking van hun producten. Voedselverspilling wordt meetbaar gemaakt en er komen doelen komen voor vermindering. Benieuwd wat de impact is op de sector? Je leest het hieronder.
Met de Green Deal zet de Europese Commissie een stevige ambitie neer
Eén van de prioriteiten van de in 2019 benoemde Europese Commissie is de Green Deal voor Europa. Doel van dit initiatief is de EU in 2050 volledig klimaatneutraal te maken. Daarnaast moet de economische groei losgekoppeld worden van het gebruik van eindige grondstoffen.
De Green Deal is uitgewerkt voor verschillende beleidsgebieden, waaronder de land- en tuinbouw in de zogenaamde boer-tot-bord (farm-to-fork) strategie. De doelen voor de land- en tuinbouw zijn:
- In 2030 een verlaging van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen met 50%, kunstmest met minstens 20% en antibiotica met 50%.
- Een verduurzaming van de schakels in de voedselketen na de boer zoals de voedselverwerking en voedselverkoopkanalen (supermarkten en foodservice). Dit geldt ook voor voedselverpakkingen.
- Een duurzamer en gezonder dieet van consumenten, onder andere door betere voorlichting aan de consument
- Een vermindering van de voedselverspilling.
“De milieu-, klimaat-, natuur- en/of waterprestatie bepaalt omvang inkomenstoeslag van gemiddeld ruim 20.000 euro per bedrijf.”
Gevolgen voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)
Om de boer-tot-bord strategie duidelijker te maken, heeft de Europese Commissie 10 verplichte prioriteiten voor het GLB voor de komende periode voorgesteld. Deze prioriteiten hebben te maken met het behoud van koolstof in de bodem, het hebben van een bemestingsplan tot het aanleggen van bufferzones langs waterwegen. Daarnaast stellen lidstaten ecoregelingen op voor ondernemers die meer willen doen dan de minimale verplichtingen. Daar krijgen ze extra vergoedingen voor. De Europese Commissie benadrukt ook dat het belangrijk is om boeren goed voor te lichten en kennis met hen te delen. Tot slot is biologische landbouw ook één van de speerpunten van de Europese Commissie en moet groeien naar minstens 25% van het landbouwareaal.
In het nieuwe GLB zetten lidstaten in nationale strategische plannen uiteen hoe zij de boer-tot-bord strategie realiseren. Zo kom je tot maatwerk op nationaal niveau. Europa zet met het nieuwe GLB een stap in de richting waarin meer coördinatie vanuit Brussel gedaan zal worden. Daarmee kiest de Europese Commissie voor een doelenbeleid in plaats van een middelenbeleid. Het realiseren van doelen op lidstaatniveau komt namelijk in plaats van het voldoen aan Europese voorschriften. Dit betekent meer verantwoordelijkheid voor de lidstaten en ondernemers, en zorgt voor een gelijker speelveld omdat alle Europese agrarisch ondernemers met verplichte milieuprestaties te maken krijgen.
Europese toeslagen en nationaal milieubeleid steeds dichter bij elkaar
Voor Nederlandse agrarische ondernemers komen het nationale beleid voor milieu, klimaat, natuur- en waterbeheer en het Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid in elkaars verlengde te liggen. Zo zijn er grote overeenkomsten tussen de boer-tot-bord strategie en de omslag van de Nederlandse land- en tuinbouw naar een meer circulair systeem zoals benoemd in de visie van het ministerie van LNV: “Waardevol en Verbonden”.
Een belangrijk deel van het inkomen van de agrarisch ondernemer, gemiddeld ruim EUR 20.000 per bedrijf, wordt afhankelijk van de milieu-, klimaat-, natuur- en/of waterprestatie van het bedrijf. Ondernemers komen in aanmerking voor de inkomenstoeslagen als ze bijdragen aan doelen voor milieu, klimaat, natuur- en waterbeheer. De verwachting is, dat de minimale milieuprestaties binnen het bereik van de meeste agrarisch ondernemers liggen. Een deel van de toeslagen wordt gekoppeld aan verplichte doelen. Daarnaast komen er vrijwillige programma’s (ecoregelingen) waarbij ondernemers zich extra kunnen inzetten voor een extra vergoeding. Een voorbeeld hiervan is het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer met agrarische collectieven.
Etiketten, samenstelling en verpakking van voeding onder de loep
De Europese Commissie zet met de boer-tot-bord strategie ook in op het beïnvloeden van consumentengedrag met het oog op een duurzamer en gezonder dieet. Ze richten zich daarbij op de wetgeving voor etiketten en eisen aan de samenstelling van voedsel. Ook geven ze aandacht aan de voorlichting aan consumenten over de impact van een product op de gezondheid en het milieu. Daarnaast willen ze voedselverspilling verminderen en voorkomen. Bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie zullen mogelijk aanpassingen moeten doen aan de samenstelling van hun producten, de etiketten en de verpakking. Daarnaast wordt het belangrijker om afval te verminderen en te voorkomen tijdens de productie en vermarkting.
Wat staat ondernemers te wachten, en wanneer?
Het nieuwe GLB gaat op zijn vroegst in 2022 in, maar waarschijnlijker pas in 2023. De discussies over het EU-budget voor de periode 2021-2027 en het bijbehorende GLB zijn hoogstwaarschijnlijk niet voor 1 augustus 2020 afgerond, waardoor het beleid met een extra jaar wordt uitgesteld. Tot die tijd geldt het huidige beleid.
De aanpassing van wetgeving op andere terreinen zal verspreid plaats vinden in de periode 2020-2027. Dit geldt voor het beleid op voedingsmiddelen, maar ook voor ander beleid zoals toelating van gewasbeschermingsmiddelen, de biodiversiteitsstrategie en beleid dat gericht is op verduurzaming van de energievoorziening.
De Rabobank volgt de ontwikkelingen over de Green deal op de voet. Meer weten? Lees het volledige onderzoeksrapport over de Green Deal.