Update
Harde klap voor de Nederlandse economie in het tweede kwartaal bevestigd
De economische cijfers over het tweede kwartaal bevestigen de gevolgen van de coronacrisis: de Nederlandse economie kromp in dat kwartaal zoals verwacht zeer sterk. Op de arbeidsmarkt kregen flexwerkers het zwaar te verduren, vooral uitzendkrachten en werknemers met een zeer kortlopend contract verloren hun baan.
De Nederlandse economie kromp in het tweede kwartaal met 8,5 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2020. Deze krimp reflecteert de gevolgen van de coronacrisis. Vergeleken met de rest van de eurozone valt de schade nog enigszins mee: de eurozone zag in het tweede kwartaal gemiddeld 12,1 procent k/k van de economische activiteit verdampen. Ook het VK en de VS krompen harder, met respectievelijk 20,4 en 9,5 procent k/k. De relatief milde krimp in Nederland komt onder meer doordat de lockdown hier minder streng was. Verder speelt ook de structuur van de Nederlandse economie mee: toerisme levert bijvoorbeeld een minder grote bijdrage aan de Nederlandse economie dan in Zuid-Europese landen. Daarnaast waren Nederlanders al meer gewend aan online winkelen en thuiswerken.
Breed gedragen krimp
Door de sterke economische neergang bij onze handelspartners kromp de Nederlandse export met 9,8 procent k/k. Ook de huishoudconsumptie dook met 10,4 procent k/k hard omlaag. Het was voor consumenten in april en mei namelijk veel lastiger om geld uit te geven door de lockdown-maatregelen. Verder waren consumenten vermoedelijk voorzichtiger met het doen van uitgaven door onzekerheid over werk en inkomen, en uit angst het virus op te lopen of te verspreiden.
Ook de overheidsconsumptie daalde, met 3 procent. Dit lijkt paradoxaal omdat overbezette IC-afdelingen de overheidsconsumptie zou moeten verhogen. Maar de reguliere zorg werd tijdens de lockdown juist uitgesteld, wat mogelijk een grotere neerwaartse impact had op de overheidsconsumptie.
De totale investeringen namen met 12,4 k/k procent af. De uitsplitsing naar bedrijven en overheid is nog niet bekend, maar waarschijnlijk heeft het verdampen van winsten en grote economische onzekerheid als gevolg van de coronacrisis hun neerslag gehad op de investeringen. De daling in binnenlandse uitgaven hebben tot slot de import met 8,3 procent k/k naar beneden geduwd.
Klappen in veel sectoren
De exportgerichte industrie had last van de mondiale economische neergang. Die zag haar productie met bijna 8 procent k/k afnemen. De cultuursector, de horeca en de vervoersector kregen de zwaarste klappen. Ook de zakelijke dienstverlening werd met een productiekrimp van 12,2 procent k/k niet ontzien. Deze afname zat voornamelijk in de reisbureaus en uitzendbranche. Vanwege de coronacrisis waren immers veel reizen niet meer mogelijk en verloren uitzendkrachten als eerste werk.
Coronacrisis deelt dreun uit aan flexwerkers
Dat uitzendkrachten en andere flexwerkers vroeg in de coronacrisis kwetsbaar waren, blijkt ook uit de laatste arbeidsmarktcijfers: vooral uitzendkrachten en werknemers met zeer kortlopende contracten verloren in het tweede kwartaal hun baan. Niet gek, want juist in hard geraakte sectoren als de horeca, cultuur en detailhandel werken veel flexwerkers. Het verlies aan werkgelegenheid trof niet alleen hele jonge Nederlanders: ongeveer de helft was ouder dan 25 jaar. Positief is dat met het aflopen van de lockdown de werkgelegenheid in juni weer toenam (zie figuur 1). Toch zijn we somber over de vooruitzichten voor de arbeidsmarkt. We gaan ervan uit dat de werkloosheid verder zal oplopen, omdat de steunmaatregelen waarschijnlijk niet volledig kunnen voorkomen dat faillissementen zullen toenemen en meer bedrijven zullen reorganiseren
Corona blijft economische ontwikkeling bepalen
De cijfers over het tweede kwartaal bevestigen onze verwachting van een sterke economische krimp dit jaar, van in totaal 5,7 procent. Sinds het aflopen van de belangrijkste coronabeperkingen zagen we tekenen van herstel, bijvoorbeeld in een toename van de omzet in de detailhandel. Ook het vertrouwen van consumenten en producenten verbeterde iets, hoewel nog altijd laag. Economische onzekerheid, in combinatie met een oplopende werkloosheid en verdampte bedrijfswinsten, zal de huishoudconsumptie en bedrijfsinvesteringen in de komende kwartalen naar verwachting blijven remmen. En in het licht van de wereldwijde recessie zal het herstel van de export ook beperkt zijn. De toegenomen verspreiding van het coronavirus is voor de economische vooruitzichten bovendien een extra punt van zorg.