Opinie
Steunpakket 3.0 is nodig, maar niet elk bedrijf kan gered worden
Het kabinet beslist binnenkort over nieuwe steun voor bedrijven. Die steun blijft nodig, maar die moet - meer dan voorheen - vooral gericht zijn op het toekomstbestendiger maken van bedrijven.
Nederlandse sectoren worden verschillend geraakt door de coronacrisis. Er zijn zelfs branches die garen spinnen bij de omstandigheden, denk aan bouwmarkten, en individuele bedrijven die het juist goed doen.
Maar omzetdalingen zullen dit jaar de norm zijn, vooral voor sectoren die ingeperkt zijn door corona-maatregelen.
Een duidelijk voorbeeld is de horeca. In het vierde kwartaal, als de dagen korter worden, de terrassen leger en de capaciteit binnen nog beperkt is, kunnen restaurants, cateraars en cafés nog maar de helft tot twee derde minder omzet verwachten dan in 2019. Bijna veertig procent van de restaurants en cafés denkt de Kerst niet te halen.
Steun blijft nodig
Zonder nieuwe steun dreigt een golf van faillissementen en werkloosheid in de winter. Een neerwaartse economische spiraal met een grote vraaguitval is dan het gevolg. Dat moeten we voorkomen.
De vraag is daarom niet of nieuwe steun nodig is. En gelukkig ook niet of we het ons kunnen veroorloven. Door de negatieve staatsrente en relatief lage schuld zijn de gevolgen voor de overheidsfinanciën te overzien.
Bedrijven moeten ook veranderen
Het grote dilemma is hoe het steunpakket 3.0 vorm te geven. Toekomstbestendige bedrijven die straks weer hard nodig zijn, moeten in leven gehouden worden. Vooral als in die bedrijven veel menselijk kapitaal en kennis verzameld zijn die anders verloren zouden gaan.
Maar het is niet de bedoeling om bedrijven overeind te houden die zonder corona ook failliet waren gegaan. Hoe langer de coronacrisis duurt, hoe meer de steun gericht moet zijn op voorbereiding op de toekomst in plaats van behoud van wat was.
Verandering hoort erbij
Ook voor de coronacrisis moesten bedrijven en werknemers zich aanpassen aan onder andere digitalisering, klimaatverandering, geopolitieke spanningen en Brexit. Bovendien komen veel veranderingen door de coronacrisis in een stroomversnelling.
We zullen dan straks ook deels andere bedrijven en banen nodig hebben (en door meer thuiswerken ook op andere locaties). Hoe kan het nieuwe steunpakket vraaguitval beperken en toch verandering aanmoedigen?
Toekomstbestendigheid als beleid
Verandering hoeft niet alleen plaats te vinden doordat bedrijven stoppen en werknemers van baan wisselen. Het kan ook binnen bedrijven. Steunbeleid kan prikkels of voorwaarden inbouwen die beide soorten veranderingen aanmoedigen.
De belangrijkste steunmaatregel is compensatie voor het aanhouden van werknemers (NOW). Bedrijven moeten nog altijd minstens een tiende van het loon zelf betalen. Dat betekent dat zij een wezenlijke prikkel hebben om alleen werknemers aan te houden als er perspectief is op herstel of als ze mensen anders kunnen inzetten.
Meer ontslagen, hogere uitkeringen?
De overheid kan die prikkel vergroten door het vergoedingspercentage te verlagen. Dat zorgt dan wel voor meer ontslagen. Het zou dan verstandig zijn om de werkloosheidsuitkeringen tijdelijk te verhogen om vraaguitval de beperken.
De overheid kan ook veranderingen binnen bedrijven aanmoedigen door voorwaarden te stellen aan de steun. Zo werd bij- of omscholen van werknemers verplicht vanaf de tweede steunronde. Zoiets zou ook kunnen voor andere veranderingen waar veel bedrijven niet klaar voor zijn zoals digitalisering, klimaatverandering en handelsbeperkingen, mede door Brexit.
Perfect steunpakket bestaat niet
Dat werkt alleen als ze daarbij hulp krijgen (zoals het aangekondigde budget voor scholing). Bovendien moeten de steunvoorzieningen lang genoeg duren om bedrijven zekerheid te geven dat investeren in de toekomst zin heeft. Dus niet slechts enkele maanden zoals tot nu toe.
Helaas bestaat het perfecte steunpakket niet: er is altijd een afruil tussen het voorkomen van onnodige faillissementen en werkloosheid en het aanmoedigen van nodige veranderingen. Het nieuwe steunpakket zal wel meer gericht moeten zijn op de toekomst dan die eerste twee.
Verschenen bijRTL Nieuws - Opinie op 5 augustus 2020.