Hoe bouw je als ondernemer vermogen op voor later?

Ben je 100% eigenaar van je onderneming? Dan staat het je geheel vrij om een deel van de winst uit te keren. Dat doe je bijvoorbeeld als je het vermogen privé wilt gebruiken. Maar wat is het gevolg als je wit beleggen om vermogen op te bouwen voor later? Dat hangt van de rechtsvorm van je onderneming af en de hieraan verbonden fiscale gevolgen.

Heb je een eenmanszaak of ben je bijvoorbeeld firmant in een VOF, dan wordt de winst belast in box 1 van de inkomstenbelasting. Ga je dan een deel van de winst gebruiken om te beleggen voor later, dan behoren de beleggingen tot jouw vermogen in box 3.

Ben je directeur-grootaandeelhouder met een eigen bv, dan wordt over de winst van de bv vennootschapsbelasting geheven. De nettowinst wordt dan toegevoegd aan de winstreserves en kan worden uitgekeerd aan de holding-bv. Of het dan voordelig is om vermogen te beleggen in de bv of na een dividenduitkering in privé, hangt af van het verwachte rendement en de belastingdruk in de bv en in privé.

Inkomen uit vermogen dat in privé als belegging wordt aangehouden wordt belast in box 3. Er wordt voor de berekening van het inkomen in box 3 uitgegaan van een in de wet opgenomen rendementspercentage. Beleggingen vallen onder de categorie Overige bezittingen met een rendement van 6,04% in 2024 en 5,88% in 2025. Over het inkomen in box 3 wordt 36% (2024) belasting geheven.

Fiscaal partners kunnen de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen onderling toedelen. Van je box 3-vermogen is in 2024 € 57.000 vrijgesteld (voor fiscaal partners € 114.000).

Kortom, op basis van jouw situatie, de vrijstelling en het te behalen rendement kan de belastingdruk worden uitgerekend. Bij een hoger rendement is de belastingdruk lager dan in de situatie dat je geen of een rendement van bijvoorbeeld 0,5% behaalt. Behaal je met beleggen een rendement van 5% bij een vermogensrendementsheffing van 2,17%, dan is de belastingdruk op het rendement 43%.

In een bv is de fiscale behandeling van het beleggingsrendement anders dan in een privé.

In een bv worden de gerealiseerde koerswinsten, dividenden, rente, etc. belast met vennootschapsbelasting. De vennootschapsbelasting ontwikkelt zich als volgt:

Keert de bv de winst vervolgens als dividend uit, dan moet je nog eens inkomstenbelasting in box 2 betalen. Tot en met een inkomen in box 2 van € 67.000 (voor fiscaal partners € 134.000), geldt dan in 2024 een tarief van 24,5%, boven dit bedrag is het tarief 33%.

De totale belastingdruk over de winst in de bv wordt dus bepaald door het tarief voor de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting in box 2. De totale belastingdruk over het resultaat van de beleggingen ziet er dan in 2024 als volgt uit:

Vanwege de verschillen in belastingheffing tussen privé en de bv, kunnen we uitrekenen bij welk rendement het voordelig is om vermogen te verschuiven van privé naar een bv of andersom.

In het geval dat je privévermogen hebt, er over de winst in de bv 19% vennootschapsbelasting verschuldigd is en je in box 3 2,17% vermogensrendementsheffing verschuldigd bent, dan is het overbrengen van het vermogen naar een bv voor 2024 voordelig bij een rendement tot circa 4,8% (uitgaande van de tweede schijf in de vennootschapsbelasting 4,3%).

Als we uitgaan van een vermogensrendementsheffing van 2,17% en de eerste schijf in de vennootschapsbelasting, dan is het voor bv-vermogen bij een rendement van meer dan ongeveer 11,4% (2024) voordelig om het bv-vermogen als dividend uit te keren en in privé te beleggen. Je kunt er ook voor kiezen om (een gedeelte van) het bv-vermogen via een lening over te brengen naar privé. Alhoewel deze keuze voordelig is bij een lening tot en met € 500.000 in geval het rendement hoger is dan de overeengekomen leenrente, kleven er ook risico’s aan deze variant. Bijvoorbeeld bij een daling van de waarde van de beleggingen.

Een keuze voor het beleggen in privé of in de bv is niet alleen afhankelijk van het rendement en de belastingdruk. Zo hangt de keuze ook af van de periode waarin het vermogen daadwerkelijk (als belegging) beschikbaar is en of je kosten moet maken om de wijziging uit te voeren. Je belastingadviseur kan je hierbij verder helpen. Het is goed te weten dat de Hoge Raad in juni 2024 uitspraken heeft gedaan over het stelsel van box 3. Dit kan gevolgen hebben voor de wetgeving voor box 3 vanaf 2025. In dit artikel lees je meer over het oordeel van de Hoge Raad over box 3. Verder is wetgeving in voorbereiding om per 1 januari 2027 het werkelijke rendement te belasten in box 3. Hierover lees je meer in dit artikel.

In een gesprek over jouw plannen voor de toekomst kan een vermogensplanner van de bank inzicht geven hoe je comfortabel kunt leven en welk vermogen er voor later nodig is als je geen onderneming meer hebt. Met als resultaat een op jouw situatie toegesneden vermogensplan!