Fons bouwde een duurzame energiecentrale op zijn bedrijfspand
Met het plaatsen van een energiecentrale op het dak van zijn pand in hartje Rotterdam voorziet ondernemer Fons Burger (70) zijn huurders niet alleen van schonere energie, maar ook van een lage energierekening. “Een win-winsituatie”, aldus Burger, die hoopt dat velen zijn voorbeeld volgen.
“Rotterdam barst van de platte daken. Als ze die vol zetten met deze panelen, zou het enorm schelen.”
Eigen energiecentrale
Burger heeft op het gigantische platte dak van zijn pand aan de Witte de Withstraat in Rotterdam een duurzame energiecentrale gebouwd. “Op het dak hebben we PVT-panelen aangebracht. Dat zijn ouderwetse zonnepanelen met een aan de onderkant geribbeld oppervlak. Hier gaat wind en lucht langs, dat wordt omgezet in warm water van een graad of twintig. Dat gaat dan naar de vier warmtepompen in de kelder, die het opwarmen naar vijftig graden. Daarmee wordt vervolgens 7000 vierkante meter oppervlakte verwarmd.”
Nieuwste van het nieuwste
Dit systeem is relatief nieuw in Nederland, en voor Burger dé oplossing: “Eerst wilden we de leidingen onder de grond leggen, maar dan moest de hele straat open. Niet zo handig in hartje Rotterdam.” Het volgende idee was om een luchtpomp neer te zetten. “Maar die hebben veel stroom nodig om aan de gang te blijven, plus je hebt enorme kasten op je dak.”
En zo bleef er maar één optie over: de energiecentrale. “Dit systeem is het nieuwste van het nieuwste ‒ wij zijn het eerste project van het Nederlandse bedrijf Triple Solar dat met deze panelen werkt.”
Geen twijfel
Getwijfeld aan zijn investering heeft Burger niet. “We wisten natuurlijk niet dat het zo uit de hand zou lopen met de energieprijzen. In die zin komt het wel goed uit.” De investering betaalt zich dan ook terug. Toch zou terugverdientijd niet de enige reden moeten zijn om te verduurzamen, volgens Burger. “Je realiseert een besparing, maar de financiering moet voor de bank ook een paar procent opleveren en de investering moet afgeschreven worden.”
De lening voor dit project kwam van de Rabobank. “Een andere bank wilde niet langer investeren in maatschappelijk gebonden onroerend goed. De Rabobank wilde dat wel ‒ en kijk wat het oplevert.”
Geen hogere rekening voor huurders
De investering pakt niet alleen goed uit voor Burger, maar ook voor zijn huurders. “Zij hebben een beetje mazzel, want de prijs van mijn energie gaat niet omhoog.” Hoeveel dat kan schelen, weet Burger uit de eerste hand. “Ik kreeg een warmtewaarschuwing dat de verbruiksprijs van warmte 200 tot 250% ging stijgen in 2023. Deze kosten kunnen wij beperkt houden. Dit zie je terug in de rekeningen, maar ook in de lagere CO2-uitstoot.”
Win-winmodel
Het lijkt logisch dus, om de switch naar duurzaam te maken. Toch lijken veel ondernemers in Nederland nog te twijfelen. Wat hebben zij nodig? “Gezond verstand. Het is echt geen slechte deal. Je leent of investeert geld voor de centrale enerzijds, en verkoopt de energie die je zelf opwekt aan je huurders anderzijds. Het is een win-winmodel. Ook als de huidige energieprijzen wat terugvallen, want energie die je opwekt van zon of wind wordt niet duurder.”
Voorbeeldproject
Natuurlijk is het fijn als een investering zichzelf terugbetaalt, maar Burger zette deze stap niet louter op basis van cijfers. Hij doet het juíst ook voor een ander. “Zo’n investering doe je ook voor de wereld. Ik ben zo’n missionaris die mensen wil overtuigen dat als we zo doorgaan er niets meer overblijft voor de generaties na ons. Dan is het over een jaar of dertig, veertig wel afgelopen. Daar schreef ik ook een utopische roman over. Ik heb kinderen en kleinkinderen en wil voorkomen dat zij dat gaan meemaken. Daarom vertel ik ook graag over mijn dak-project. In die zin vind ik het leuk om als voorbeeldproject te dienen.”