Zo werd spitmachineproducent Imants ‘met Brabantse nuchterheid’ een wereldspeler

Imants heeft zich gespecialiseerd in de nichemarkt van spitmachines, die worden ingezet als alternatief voor ploegen. Deze machines worden wereldwijd verkocht, van Argentinië tot Japan. ‘Omdat we in een nichemarkt zitten, kennen onze klanten ons goed en weten ze dat we kwalitatief hoogwaardige en innovatieve machines leveren’, stelt Peters. ‘Dit heeft ons sterk gemaakt, zelfs tijdens economische moeilijkheden in de landbouwsector.’

De machines van Imants zijn speciaal ontworpen om te voldoen aan de specifieke behoeften van verschillende grondsoorten en schaalgroottes. ‘We hebben een breed scala aan machines die meerdere werkgangen kunnen combineren in één. Dit bespaart tijd en maakt de grondbewerking efficiënter. Daarnaast hebben we een app ontwikkeld waarmee klanten de financiële voordelen van de Imants-methode kunnen vergelijken met hun huidige bewerkingsmethode.’

Maar toch is Imants bepaald geen household naam. Zelfs niet in eigen dorp, nabij de Belgische grens. ‘Ik denk dat heel veel mensen in Reusel niet weten wat we doen’, lacht Peters. ‘We houden regelmatig open dagen en dan zie je mensen écht verbaasd rondkijken. Omdat we in een nichemarkt zitten, betekent dat er een niche is die weet van ons heeft.’

Iedere week kijken miljoenen mensen naar het werk van een Reusels bedrijf, zónder dat ze het door hebben. Imants verzorgt namelijk het sportveldonderhoud voor Real Madrid, Arsenal én Wimbledon. ‘Toen ik bij Imants begon in 1992, maakten wij al machines voor het onderhoud van sportvelden. Ik vond het, als sportliefhebber, leuk om dat verder te ontwikkelen. Langzaam is ons portfolio groter geworden en werden we interessanter voor andere bedrijven binnen de topsportindustrie.’

Topgolflocaties en de beste grasmatten ter wereld worden dus bewerkt door Imants. ‘We maken geen maaimachines, maar zorgen er eigenlijk voor dat de bovenkant én de onderkant van de grasmat gezond blijven. We beluchten de grond en halen de bovenlaag eraf. Ik kan inmiddels hardop zeggen dat we daar het beste in zijn. We maken de beste machines voor de professionele markt.’

De groei die Imants heeft meegemaakt kan Peters niet anders omschrijven dan ‘enorm’. ‘Een aantal jaren geleden konden we de kost verdienen, maar het was bepaald geen halleluja-verhaal’, aldus Peters. Hij schrijft een groot deel van het groeisucces dan ook toe aan de komst van zijn compagnon, Jeroen Geerts in 2014. ‘Sinds Geerts erbij is gekomen, hebben we de taken goed verdeeld. Geerts concentreert zich op productie en efficiëntie, terwijl ik de commerciële kant van het bedrijf op me neem.’

‘Samen vullen we elkaar goed aan, zegt Peters. ‘Ik ben meer de speedboot die snel met ideeën komt, terwijl Jeroen dat wispelturige in mij een beetje tempert. Hij is de tanker die koers bepaalt, maar mij wel meeneemt in de vaarrichting. Dat is voor mij een hele belangrijke balans als ondernemer.’

De samenwerking heeft geleid tot een omzetstijging van twaalf miljoen in 2019 en een verwachte omzet van 20 miljoen in 2024. Maar omzet is niet het belangrijkste, benadrukt Peters. ‘Wat écht telt zijn de verbeterde marges en de klanttevredenheid. We luisteren goed naar wat onze klanten willen en vertalen dat naar de juiste machines én afzet.’

Met importeurs in landen als Engeland, Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland, heeft Imants zich ook op de internationale markt weten te vestigen. Peters schrijft het succes toe aan de mentaliteit van het bedrijf. ‘Ik ben een grote voorstander van de Brabantse gastvrijheid’, zegt Peters. ‘Als klanten komen leggen we ze in de watten, waar ze dan ook vandaan komen.’

Tijdens dat soort werkbezoeken staat het werk dan ook niet centraal. ‘Natuurlijk laten we de fabriek zien, maar we hebben het eigenlijk zelden over de machines’, lacht Peters. ‘We gaan bijvoorbeeld een stuk fietsen door het platteland en proberen hen het gevoel te geven dat ze onderdeel zijn van een familie.’

‘Dat is ook wel een van onze sterke punten: we hebben hart voor het product, maar ook voor onze klant’, zegt Peters, die ondertussen wordt uitgenodigd voor bruiloften over de hele wereld. ‘We laten onze klanten nooit in de steek. Daar tegenover staat dat de machines niet goedkoop zijn, maar wel top-of-the-line.’

Die Brabantse gastvrijheid sijpelt ook door in de manier waarop Imants samenwerkt met zijn financiële partner. ’Rabobank heeft altijd een rol gespeeld, zelfs in moeilijke tijden’, zegt Peters. ‘In het verleden heb ik de bank nog wel iets kwalijk genomen, maar de gesprekken die ik met onze accountmanager, Bas Sneeboer heb gehad zijn altijd verhelderend geweest. Ik kwam namelijk tot de conclusie dat een bank niet in de winst én niet in de risico’s deelt. Dat was voor mij een belangrijk inzicht.’

‘We kijken mee naar de groei van de onderneming én de mogelijkheden om te groeien’, vertelt Sneeboer. ‘Dat kan alleen met open en eerlijke communicatie. We kunnen alles tegen elkaar zeggen. We kijken proactief mee en geven bijvoorbeeld ook aan wanneer een achtergestelde lening eerder afgelost kan worden. Ik zie het wat dat betreft écht als een partnership.’

'Om ervoor te zorgen dat Imants niet 'ten dode' werd opgeschreven, is er gekeken naar een sterke basis voor de toekomst. 'Nadat Geerts 25% van de aandelen overnam in 2018, is hij inmiddels voor 50% eigenaar van de succesvolle landbouwmachinefabriek. ‘We hebben een sterke basis gelegd voor de toekomst met Geerts aan het roer en de ondersteuning van Rabobank’, zegt Peters. ‘We hebben plannen om verder te groeien en blijven innoveren in de landbouwsector. Onze machines spelen een belangrijke rol in de opkomende trends, zoals precisielandbouw en duurzaamheid.’

Eén van de belangrijkste adviezen die Peters aan andere ondernemers kan geven, is om op tijd na te denken over opvolging en bedrijfsoverdracht. ‘Ik zie te vaak dat ondernemers pas beginnen na te denken over opvolging als ze 65 of 68 zijn. Dat is te laat. Ik ben er 15 jaar geleden al mee begonnen, toen ik 45 was. Dat stelt ons nu in staat om een soepele overgang te realiseren en het bedrijf op een gezonde manier door te laten groeien.’