Update
Nederlandse vakantieparken en campings komen vrij goed door de crisis
De hele vrijetijdseconomie staat onder druk door de effecten van de coronapandemie, maar vakantieparken lijken goed door de crisis te komen. Het binnenlands toerisme bloeit, hoewel buitenlandse gasten zeker gemist worden, vooral in de schouderseizoenen. Een goede zomer gloort, maar hoe blijvend is de vraag vanuit het binnenland en hoe ziet het herstel van de sector eruit? Je leest het in deze update.
In het kort
2020: een jaar om snel te vergeten, maar zomer was hoopvol
2020 was een zwaar jaar voor de verblijfsrecreatiesector. Alle individuele sub-sectoren realiseerden door de maatregelen van de verschillende overheden in totaal 30 procent minder overnachtingen. Vakantieparken lieten een beter dan gemiddeld beeld zien. Zo daalde het aantal overnachtingen op vakantieparken met 20 procent en voor campings bleef de schade beperkt tot vijf procent.
De afname van het aantal overnachtingen komt voornamelijk doordat het voor buitenlandse gasten niet of minder goed mogelijk was om naar Nederland af te reizen. Het aantal overnachtingen van buitenlandse gasten daalde met maar liefst 59 procent, tegenover een daling van tien procent van Nederlandse gasten. Opvallend was vooral dat de Nederlandse gast meer te zien was op de camping. Zo steeg het aantal overnachtingen van de Nederlander op de camping met 10 procent.
“Nederlandse gast meer te zien op de camping.”
De daling van het aantal overnachtingen op vakantieparken en campings is vooral toe te wijzen aan de overnachtingen in het voor- en najaar, toen er sprake was van een lockdown situatie. Als we kijken naar het aantal overnachtingen in het seizoen (juni – september) dan geeft dit een hoopvol beeld. Zo steeg het aantal overnachtingen op campings gedurende deze periode met ruim tien procent en was er voor bungalowparken in deze tijd een bescheiden groei van een procent, zoals je ziet in figuur 1. Deze hogere vraag in combinatie met hogere tarieven heeft er voor gezorgd dat de schade over het gehele jaar enigszins beperkt bleef. De groei van het aantal overnachtingen was volledig toe te schrijven aan het binnenlands toerisme dat voor ruim 20 procent meer overnachtingen zorgde.
Hoe ziet het herstel van de sector eruit?
Dankzij de ontwikkelingen die we zagen in de zomer van 2020 kunnen we positief zijn over de sector. Voor de zomer 2021 verwachten wij eenzelfde ontwikkeling, waarbij vooral gasten uit Nederland zullen zorgen voor volle parken. Op dit moment lijken gasten te kiezen voor zekerheid binnen een onzekere situatie. Daarmee zorgen de Nederlandse gasten voor stabiliteit, maar het is nog wel onzeker in hoeverre de gasten uit Duitsland en België mogen komen. Deze onzekerheid zal met name een impact hebben op de bezettingsgraden in het schouderseizoen (de periode tussen het laag- en hoogseizoen) dat voorafgaat aan het hoogseizoen. Voor de tweede helft van het jaar verwachten we dat ook het herstel van het toerisme uit de buurlanden zal bijdrage aan het herstel van de sector. Door deze ontwikkelingen zijn wij positief over de sector in 2021 en verwachten wij een groei van vijf procent ten opzichte van 2019.
“Onzekerheid over buitenlandse gasten heeft invloed op bezettingsgraden in schouderseizoen.”
Wat wel genoemd moet worden is dat parken die op basis van hun activiteitenniveau (grote centrumvoorzieningen) een onderscheidend vermogen hebben, meer hinder ondervinden doordat zij niet het ‘product’ kunnen bieden dat de gast verwacht. Dit zet op dit moment de tarieven onder druk. Een volledig herstel voor dit type vakantiepark zal plaatsvinden op het moment dat maatregelen zo versoepeld worden dat activiteiten weer volledig uitgevoerd kunnen worden. Deze versoepelingen verwachten wij deze zomer.
De buitenlandse gast is nodig voor het herstel van de groei
Het is voor de verblijfsrecreatiesector van groot belang dat het internationale toerisme weer op gang komt. De afgelopen jaren zorgde de groei van het toerisme uit het buitenland voor een toename van het aantal overnachtingen op vakantieparken en campings. Vooral de gasten uit onze buurlanden België en Duitsland zijn essentieel voor dit herstel.
In 2012 was het aandeel overnachtingen van de buitenlandse gast op de Nederlandse vakantieparken nog één op vier. In 2019 is dit gegroeid naar één op de drie nachten. Deze cijfers laten ons zien dat het aantal overnachtingen van de buitenlandse gast harder groeit dan het aantal Nederlandse overnachtingen, zie figuur 2.
Het aantal overnachtingen van de buitenlandse gast op de camping steeg van één op zes naar één op vier (figuur 3). Hierbij moeten we de nuancering maken dat het aantal Nederlanders dat op een camping sliep vergeleken met 2012 is afgenomen, maar de afgelopen twee jaar weer een stijging laat zien.
Aantal overnachtingen groeit harder dan aanbod
In de verblijfsrecreatie zien we een tegengesteld beeld in de ontwikkeling van het aantal slaapplaatsen. Zo daalde het aantal slaapplaatsen op campings sinds 2012 met ongeveer 15 procent maar nam het aantal slaapplaatsen op vakantieparken juist met ruim 20 procent toe. Wij schrijven dit toe aan de trend dat de consument een luxer product wenst. Hoewel het aantal slaapplaatsen op campings afneemt, is opvallend genoeg het aantal overnachtingen ongeveer gelijk gebleven.
Op vakantieparken steeg het aantal overnachtingen met 35 procent, dit is sneller dan de ontwikkeling van het aantal slaapplaatsen. Deze ontwikkeling zou betekenen dat de bezettingsgraden van de parken de afgelopen jaren zijn gestegen. Wij zien dit in lijn met de groei van het aantal overnachtingen in het schouderseizoen, vooral door de buitenlandse gast.
Door de ontwikkeling van nieuwe vakantieparken zal het aantal slaapplaatsen op vakantieparken de komende jaren verder toenemen. Deze groei zal in eerste instantie voor het hoogseizoen een beperkt effect hebben op bestaande exploitaties, doordat in het hoogseizoen de vraag vaak het aanbod overstijgt. Wel is onze verwachting dat een snelle toename van het aanbod, vooral in het achterland, kan leiden tot een druk op de tarieven in het schouderseizoen.
Verduurzamen is een maatschappelijke verplichting
Bij verduurzamen van parken mag inmiddels niet meer gesproken worden van een trend. Wij zien het meer als een hygiënefactor of anders gezegd een maatschappelijke verplichting. De uitdagingen per park zijn uiteraard verschillend. Zo moeten parken met veel vastgoed en grote centrumvoorzieningen anders verduurzamen dan een park met beperkt vastgoed. Hetzelfde geldt voor parken die verouderd zijn of in gedeeld eigendom. Maar dat dit komende jaren extra aandacht vraagt zal duidelijk zijn.
“Verduurzamen is een maatschappelijke plicht.”
De reden dat wij het zien als maatschappelijke verplichting is ook terug te zien in de klantvraag. Een goed voorbeeld hiervan is de elektrische auto. Steeds vaker zal een gast arriveren in een elektrische auto. Op dit moment kan dit nog verkocht worden als premium optie, door bijvoorbeeld bij de locatie een privé laadpaal aan te bieden. Maar in de nabije toekomst wordt investeren in laadpalen wordt echt noodzakelijk.
Samenvoegingen in de sector zetten door
De afgelopen jaren werd de markt voor verblijfsrecreatie gekenmerkt door consolidatie. Dit zien we terug bij zowel campings als vakantieparken. Internationale partijen en nationale aanbieders zien de kansen in deze markt.
Dat de samenvoegingen doorzetten is een logisch gevolg van de schaaleconomie. De sector is een kapitaalintensieve sector als het gaat om ontwikkeling, onderhoud en investeringen. Ook zien we dat opvolging binnen de familie niet altijd tot de mogelijkheden behoort. Door deze ontwikkelingen verwachten wij dat de samenvoeging de komende jaren zal aanhouden. De uitdaging is om een divers en eigentijds vakantiepark te houden en tegelijkertijd te voorzien in de vraag van de gast.
Benieuwd wat deze veranderingen betekenen voor jouw vakantiepark of camping? Neem contact op met je lokale Rabobank of adviseur. Zij denken graag met je mee.