Update
Hoge inflatie houdt de Nederlandse economie in haar greep
Hoge inflatie houdt de Nederlandse economie in haar greep. De economische groei vlakt af, maar een recessie verwachten we niet. Grootste onzekerheid is de oorlog in Oekraïne.
De Russische invasie in Oekraïne is een humanitaire ramp die economische sporen nalaat in Nederland. Vooral het effect op de inflatie is groot. Deze steeg in maart naar maar liefst 11,7 procent, om vervolgens in april weer licht te dalen naar 11,2 procent. De stijging werd vooral veroorzaakt door de torenhoge energieprijzen en heeft een grote impact op het consumentenvertrouwen, dat in april het laagste niveau sinds 1982 noteerde. Zowel het vertrouwen in de economie als het vertrouwen in de eigen financiële situatie daalden tot een historisch dieptepunt. Tegelijkertijd is er in de reële economie nog weinig te zien van deze daling. De consumptie van huishoudens is volgens onderzoek van Rabobank in maart verder gegroeid (zie figuur 1). De laatste cijfers over export en investeringen uit februari laten ook een aanhoudende groei zien. Is dit stilte voor de storm, of vallen de economische gevolgen echt mee? De kans is groot dat dat de komende maanden duidelijk wordt.
Overheidsbegroting onder druk
Tegelijkertijd krijgt het kabinet te maken met flink wat financiële tegenvallers. Na een gerechtelijke uitspraak moet het kabinet spaarders compenseren voor te veel betaalde belasting. De koopkrachtreparatie kost meer geld vanwege de hoge inflatie. Daarnaast vraagt de Eerste Kamer om een verhoging van de AOW-uitkering en moeten ook de uitgaven aan defensie omhoog. De kans is groot dat binnenkort nieuwe bezuinigingen of lastenverhogingen worden aangekondigd om deze tegenvallers (deels) te compenseren. Dit kan een rem zetten op de economie.
De arbeidsmarkt schittert nog steeds
De arbeidsmarkt is nog steeds erg krap. In maart daalde de werkloosheid opnieuw en nam het aantal werkenden toe. De netto arbeidsparticipatie ligt daardoor met 72,0 procent op het hoogste niveau ooit. Het aantal faillissementen neemt wel wat toe, maar ligt nog steeds ruim onder het niveau van voor de pandemie.
Inflatieraming omhoog, groeiraming stabie
Hoewel de inflatie, niet voor het eerst, hoger is dan we hadden verwacht, denken we dat de piek nu wel achter ons ligt (zie figuur 2). De energieprijzen zijn sinds de piek van begin maart gedaald. Dit zorgt direct voor een wat lagere inflatie. In tegenstelling tot andere eurolanden gaat het CBS er voor de inflatie vanuit dat alle huishoudens elke maand met de nieuwe, hogere, tarieven te maken krijgen. Dit is niet realistisch, aangezien veel huishoudens vaste energiecontracten hebben. Zij krijgen dus pas later te maken met de hogere prijzen. Maar ook afgezien daarvan dalen de energieprijzen niet snel terug naar het niveau van enkele jaren geleden. De oorlog in Oekraïne, de bijbehorende sancties tegen Rusland, maar ook andere prijsopdrijvende effecten (zoals de rol van gas in de energietransitie) blijven vrijwel zeker nog een paar jaar van kracht. Dit betekent dat de inflatie geleidelijk afneemt; van 7,7 procent gemiddeld in 2022 naar 4,5 procent in 2023. We verwachten dus geen correctie met een tijdelijk zeer lage inflatie.
Omdat de lonen niet volledig meegroeien met de inflatie blijft de koopkracht laag. Dit heeft gevolgen voor de reële economie. We verwachten dan ook voor dit jaar en volgend jaar een zeer gematigde economische groei. Dit omdat de binnenlandse bestedingen én de bestedingen van onze belangrijkste handelspartners onder druk staan, wat ervoor zorgt dat de groei van export afneemt. Door het herstel van de economie na de pandemie komt de groei voor 2022 nog hoog uit.
Het lage consumentenvertrouwen heeft nog niet geleid tot een dalende consumptie in huishoudens. En gezien de extreem krappe arbeidsmarkt wordt dit op korte termijn ook niet verwacht. Belangrijk daarbij is wel wat het kabinet uiteindelijk besluit over bezuinigingen en belastingverhogingen. De overheid is tot nu toe een belangrijke constante factor geweest en zal dat naar verwachting ook in de komende jaren blijven. Op langere termijn kunnen de diverse compenserende maatregelen de economische groei beïnvloeden, maar op korte termijn voorkomen zij dat de economie sterk krimpt.
Onzekerheid groter dan normaal
De komende tijd blijven de ontwikkelingen in Oekraïne de wereldeconomie en in het bijzonder de economie in Europa bepalen. De duur van de oorlog, eventuele nieuwe sanctiepakketten en de reactie van de energiemarkten bepalen hoe lang de inflatie hoog blijft en hoe de economische bedrijvigheid zich ontwikkelt. Dit is nauwelijks te voorspellen. Wij gaan ervan uit dat de huidige situatie min of meer gelijk blijft en nog enkele kwartalen zo aanhoudt. We verwachten dan ook geen recessie, maar een relatief lage groei van de economie. Mocht de situatie in Oekraïne verslechteren, dan is een recessie opeens wel erg dichtbij.
Naast dit alles wordt de wereldeconomie gehinderd door het Chinese coronabeleid. Vooral de opstopping in de haven van Shanghai verstoort de wereldwijde productieketens. Dit kan de prijzen verder opdrijven of bepaalde producties zelfs onmogelijk maken. Nederland heeft hier als open economie relatief veel last van. Hoe langer deze situatie aanhoudt, hoe groter de kans dat ook de Nederlandse economie merkbaar wordt geraakt.
De grote onzekerheden veroorzaken op zichzelf ook economische schade. Rentetarieven en risicopremies stijgen en de waarde van beleggingen daalt. Dat kan bedrijven tegenhouden om te investeren en dat zou dan zowel de huidige als toekomstige economische groei afremmen.
Aan de andere kant zien we enkele positieve signalen in de binnenlandse uitgaven. Ondanks het dalende consumentenvertrouwen lijken consumenten nog niet op de rem te trappen. Dit wordt gestimuleerd door de extra besparingen die tijdens de pandemie zijn opgebouwd. Ook heeft de economie de afgelopen twee jaar meer veerkracht en flexibiliteit laten zien dan we hadden verwacht. We laten ons graag weer verrassen.