Onderzoek
Economische effecten van een Europese boycot van Russische olie (en gas)
De Europese Unie heeft in mei 2022 een boycot aangekondigd van Russische olie. In dit rapport brengen we de economische effecten voor Rusland, de eurozone en Nederland in kaart. Ook bekijken we de implicaties van een logische vervolgstap: een boycot van Russisch gas.
EU-boycot op Russische olie
De Europese Commissie heeft op 4 mei een boycot van Russische olie aangekondigd. Een verbod op de import van ruwe olie wordt binnen zes maanden van kracht als de EU-lidstaten daarmee akkoord gaan. Het gebruik van geraffineerde producten (diesel en benzine) moet voor het eind van het jaar zijn uitgefaseerd. Ook ligt het voor de hand dat de EU als volgende stap kijkt naar een verbod op de import van Russisch gas, waarmee Moskou iedere week nog steeds miljarden euro’s verdient. In dit rapport rekenen we door wat de aangekondigde EU-boycot op Russische olie betekent voor de economie van Rusland, de eurozone en Nederland. Ook kijken we naar de effecten van een totale ‘Iran-achtige’ boycot op alle Russische import, inclusief alle energie. De resultaten uit dit rapport zijn gebaseerd op een eerder gepubliceerde scenarioanalyse.
Europese stappen naar onafhankelijkheid van Russische energie
De oorlog in Oekraïne is inmiddels ruim twee maanden aan de gang. Hierdoor zijn bijna 6 miljoen Oekraïense vluchtelingen gescheiden van huis en haard. Tegen de achtergrond van de humanitaire catastrofe die de Russische inval in Oekraïne heeft veroorzaakt, nemen de spanningen tussen Rusland en het Westen steeds meer toe. Inmiddels is er een enorme waslijst aan ingestelde sancties (zie dit overzicht), waaronder de bevriezing van buitenlandse tegoeden van invloedrijke Russische individuen, het blokkeren van Russische banken van het internationale betalingssysteem SWIFT, een verbod op transacties met de Russische centrale bank door de Amerikaanse en Europese centrale banken (de Federal Reserve en ECB), sancties op niet-essentiële goederen in Europa en een Amerikaanse en Canadese boycot van alle Russische import (inclusief olie en gas).
Rusland spint garen bij hoge gas- en olieprijs
Hoewel de huidige sancties de Russische economie waarschijnlijk schade berokkenen, worden Russische brandstoffen nog steeds volop naar Europa verscheept. Hier spint Rusland momenteel garen bij, omdat de gas- en olieprijs sinds de start van de oorlog sterk zijn opgelopen. Zolang er geen effectieve Europese sancties op de import van Russische olie en gas gelden, kunnen de opbrengsten voor Rusland volgens Bloomberg dit jaar oplopen tot maar liefst 320 miljard dollar. Ook het Centre for Research on Energy and Clean Air (CREA) stelt in een recent uitgebracht rapport dat Rusland in de eerste maanden van de oorlog bijna 65 miljard euro heeft verdiend met de wereldwijde verkoop van fossiele brandstoffen. Europa is verantwoordelijk voor 44 miljard euro van deze opbrengsten.
Stappen in de richting van Europese energie-onafhankelijkheid
De Europese Unie realiseert zich dat het met de import van Russische olie en gas het Kremlin direct financieel steunt in de oorlogsvoering tegen Oekraïne. De Amerikaanse president Reagan waarschuwde Europa in de jaren tachtig al voor geopolitieke kwetsbaarheid vanwege een (te) sterke energie-afhankelijkheid van Rusland. Zijn waarschuwing wordt bijna veertig jaar later alsnog bewaarheid. Inmiddels heeft de EU wel enkele concrete stappen gezet om het gebruik van Russische olie en gas versneld uit te faseren. In april is als onderdeel van het vijfde EU-sanctiepakket een verbod op de import van Russische kolen aangekondigd, dat ingaat in augustus 2022. Zoals gezegd, is recent een boycot van Russische olie aangekondigd als onderdeel van het zesde EU-sanctiepakket. Als de lidstaten hiermee akkoord gaan, wordt het verbod op de import van Russische ruwe olie in de komende zes maanden van kracht. De import van geraffineerde olieproducten (diesel en benzine) moet uiterlijk eind van het jaar zijn gestopt. De laatste stap om Rusland de duimschroeven aan te draaien, is een verbod op de import van Russisch gas. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat Brussel hierover knopen doorhakt. In het plan REPowerEU is al de ambitie opgenomen om het gebruik van Russisch gas door de EU dit jaar voor twee derde uit te faseren. Het Nederlandse kabinet heeft in navolging van deze plannen aangekondigd dat het eind dit jaar stopt met de import van gas en olie uit Rusland en dat er geen extra gas in Groningen wordt gewonnen.
Vergelding vanuit Moskou
Omgekeerd kijkt Moskou niet lijdzaam toe naar de strafmaatregelen die vanuit Brussel zijn genomen. President Poetin heeft de gaskraan naar Polen en Bulgarije dichtgedraaid om zijn eis in roebels te worden betaald kracht bij te zetten. En volgens de laatste berichtgeving heeft Poetin als reactie op de Westerse sanctie een presidentieel decreet ondertekend waarin een verbod is aangekondigd op betalingen aan en handel met organisaties, individuen en bedrijven die de belangen van Rusland schaden.
Kortom: in de huidige energiecrisis is de kans op verdere escalatie tussen Rusland en het Westen veel groter dan die op een de-escalatie van het conflict.
Kan Europa wel zonder Russische olie en gas?
Veel Europese landen zijn in hun energiemix sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen (zie figuur 1 en 2). In Nederland is meer dan 80 procent van de energieconsumptie terug te voeren op het gebruik van olie en gas. In Zweden is dit slechts 25 procent. Vooral Oost-Europese landen en Duitsland zijn sterk afhankelijk van de import van Russische fossiele brandstoffen. Gegeven de sterke afhankelijkheid van (Russische) fossiele brandstoffen is het de vraag in hoeverre Europa in staat is om het gebruik hiervan op korte termijn uit te faseren. Hieronder bespreken we voor gas en olie separaat de knelpunten.
Olie
Voor Russische olie zijn er meer substitutiemogelijkheden dan voor gas. Ten eerste is de oliemarkt veel beter ontwikkeld dan de gasmarkt. Ten tweede is de levering van olie minder afhankelijk van specifieke infrastructuur dan die van aardgas (zoals een pijpleiding of LNG-terminals). Russisch aardgas komt immers hoofdzakelijk naar Europa via een pijpleiding, terwijl olie fysiek wordt verscheept.
Europa importeert jaarlijks 170 miljoen ton ruwe olie en geraffineerde aardolieproducten uit Rusland, wat neerkomt op 3,4 miljoen vaten per dag (mb/d). Dit is 20 tot 25 procent van de totale olieconsumptie in Europa. Wanneer de import van olie uit Rusland stopt, moet Europa dus 3,4 miljoen vaten per dag elders vandaan halen. Hiervoor zijn een paar opties:
Op korte termijn zijn er echter nog wel wat belangrijke uitdagingen om Russische olie te vervangen. Russische olie heeft bijvoorbeeld een bepaald profiel qua dichtheid en zwavelgehalte. Raffinaderijen in Europa kunnen dit profiel niet ‘zomaar’ aanpassen. Het gebruik van ruwe olie met een ander profiel kan zorgen voor efficiëntieverlies, omdat meer processen nodig zijn. Ook logistiek wordt het een uitdaging om de olieleveringen op zo’n grote schaal te verleggen.
Uiteindelijk verwachten we dat de wereldwijde vraag naar olie met zo’n 2,5 procent moet dalen bij een Europese boycot op Russische olie. We zijn ervan uitgegaan dat landen die zich niet hebben aangesloten bij de Westerse sancties, zoals China en India, ongeveer de helft van de Russische olie tegen 30 procent korting zullen kopen. Deze landen moeten uiteraard oppassen dat ze ten opzichte van het Westen hun hand niet overspelen en zelf worden gesanctioneerd omdat ze zaken blijven doen met Rusland. Als deze landen alle Russische olie die voorheen naar Europa ging met korting gaan opkopen, worden de effecten van het Europese olie-embargo immers sterk ondergraven. Uiteindelijk verwachten we dat Europa op korte termijn het overgrote deel van de wereldwijde vraagreductie naar olie zal moeten ophoesten (5 procent in totaal). Om deze reductie te bewerkstelligen, zou de olieprijs op korte termijn naar de 170 dollar per vat kunnen stijgen (figuur 4).
Toch zien we dat de prijs van ruwe olie sinds de bekendmaking van de EU-boycot niet in de buurt komt van deze verwachting, ondanks flinke prijsstijgingen. Hoe kan dat? We denken dat de timing hier een belangrijke rol speelt. Zo is de vraag naar olie sterk gedaald door de nieuwe lockdowns in China, onder andere in miljoenenstad Shanghai. Op korte termijn drukt dit de olieprijs. Ook is de dynamiek op de oliemarkt groter dan de prijs van ruwe olie doet vermoeden. De prijs van geraffineerde olieproducten (diesel en benzine) loopt namelijk flink uit de pas met die van ruwe olie (figuur 5). De raffinagecapaciteit staat momenteel al flink onder druk, en de verwachting is dat de prijsstijgingen van geraffineerde olieproducten langzaam maar zeker zichtbaar worden in de prijs van ruwe olie.
Gas
Europa is voor meer dan 40 procent afhankelijk van gas uit Rusland. Van de Nederlandse gasimport uit Rusland is ongeveer 17 procent bestemd voor binnenlands gebruik. Daarnaast bestaat ongeveer 9 procent van onze wederuitvoer naar andere EU-landen waarmee we leveringscontracten zijn aangegaan uit Russisch gas. Eerder hebben we aangegeven dat het voor Europa en Nederland zeer lastig zal zijn om de gasvoorraden voor de volgende winter op korte termijn aan te vullen zonder Russisch gas. Er zijn immers nauwelijks alternatieve energiebronnen voorhanden. Landen die LNG exporteren (de VS, Qatar, Algerije en Australië) zitten momenteel al tegen hun maximumcapaciteit aan. Het uitbreiden van LNG-capaciteit in Europa (zie plannen in onder meer Duitsland) en de aanleg van de benodigde infrastructuur kosten jaren en gaan gepaard met hoge kosten. Hernieuwbare en nucleaire energie bieden vanwege lange doorlooptijd van projecten op korte termijn ook geen soelaas. De enige alternatieve energiebron voor Russisch gas op korte termijn is het verbranden van steenkool. Maar hierbij komt CO2 vrij en dat druist weer in tegen de klimaatambities van de Europese Unie.
Mocht de import van Russisch gas door Europa abrupt stoppen, dan komt Nederland volgens onze berekeningen aankomende winter in de problemen (zie figuur 6). Dit verklaart waarom het kabinet pas volgend jaar van het Russische gas af wil. Zoals gezegd, betekent deze keuze wel dat Europa de oorlogskas van Poetin tot eind van dit jaar met vele miljarden blijft spekken.
Zelfs als we in Europa in voorbereiding op de winter van 2022/2023 eerst onze gasvoorraden volpompen met Russisch gas en volgend jaar in heel Europa abrupt daarmee stoppen, zijn alternatieven op korte termijn niet voorhanden en moet Europa volgend jaar alsnog de vraag naar gas met zo’n 10 tot 15 procent verlagen om deze te laten aansluiten op het beperktere aanbod. Het mechanisme dat hiervoor zorgt, is de gasprijs. Deze kan in zo’n situatie volgens onze berekeningen stijgen naar 200 euro per megawattuur (MWh). Dat is bijna een verdubbeling van de huidige prijs (107 EUR/MWh).
Economische impact
Hieronder bespreken we de economische gevolgen voor Rusland, de eurozone en Nederland in twee scenario’s: 1) een scenario met een boycot van Russische olie, zoals nu voorgesteld door de Europese Commissie, en 2) een scenario waarin aanvullend ook een boycot geldt voor Russisch gas. Hierbij gaan we ervan uit dat de boycotten in beide scenario’s ingaan in het derde kwartaal van dit jaar. Mocht een Europese boycot ingaan op een later tijdstip, dan verandert dat niet zo veel aan de hieronder gerapporteerde cumulatieve effecten voor economieën. Wel verschuiven de effecten wat naar achter, waardoor de gemiddelde jaarcijfers iets anders uitpakken.
Vooral boycot van gas raakt Russische economie
Het belangrijkste doel van de sancties is dat ze Rusland economisch raken. In beide scenario’s gebeurt dat ook (zie figuur 7), maar wel duidelijk in verschillende mate. Bij alleen een olieboycot krimpt de Russische economie met ruim 9 procent in 2022 en met nog eens 4 procent in 2023. Halverwege 2023 is de Russische economie dan ruim 13 procent kleiner dan voor de oorlog. De totale schade voor de Russische economie ten opzichte van een situatie zonder oorlog bedraagt in het scenario van louter een boycot van olie een duizelingwekkend bedrag van 850 miljard dollar over de komende twee jaar. Rusland zou in dit geval jaarlijks alleen al meer dan 90 miljard dollar aan olie-inkomsten kwijtraken.
De Europese Unie kan de duimschroeven verder aandraaien door ook te stoppen met de import van Russisch gas. Een bijkomstigheid van deze additionele gasboycot is dat alle afhankelijkheid van Rusland wegvalt en het land op eenzelfde wijze als Iran volledig kan worden geïsoleerd. Rusland loopt in dit scenario veel extra schade op: de economie krimpt dan bijna 16 procent in 2022 en 6 procent in 2023. Dit komt doordat het lastig is om het overtollige, sterk in prijs gestegen gas elders te verkopen en doordat zo’n volledige isolatie de economie ook op andere manieren raakt, zoals via hogere risicopremies en invoerprijzen. Hierdoor zou de totale economische schade nog eens 500 miljard dollar extra bedragen en oplopen tot in totaal 1.300 miljard dollar over twee jaar tijd.
Eurozone
Het mag duidelijk zijn dat ook de eurozone er hoe dan ook niet zonder kleerscheuren vanaf komt. In beide scenario’s is een recessie (minimaal twee opeenvolgende kwartalen van krimp) vrijwel onvermijdelijk. De krimp treedt op in de tweede helft van 2022 en in het geval van een volledige boycot ook nog in het eerste kwartaal van 2023. De jaargroei in 2022 is nog wel positief vanwege het krachtige economische herstel van de pandemie, maar in 2023 krimpt de economie met 0,3 procent en 1,1 procent in respectievelijk het scenario zonder en met gasboycot. De economie is eind 2023 respectievelijk bijna 3 en 4 procent kleiner dan in een situatie zonder boycot (het basispad).
Verschillen binnen eurozone
Binnen Europa zijn er ook aanzienlijke verschillen (zie figuur 9). Deze hangen uiteraard af van de afhankelijkheid van olie en gas in het algemeen en het deel daarvan dat uit Rusland komt. Ook de relatieve openheid van een land en de uitgangspositie hebben invloed op de mate waarin een land wordt getroffen. Italië krijgt het bijvoorbeeld behoorlijk voor de kiezen, doordat het gevoeliger is voor stijgende risicopremies dan veel andere landen.
Dit geldt ook voor Nederland, omdat het relatief afhankelijk is van de internationale handel. De wereldhandel krijgt in beide scenario’s een flinke klap te verwerken. Ook is de Nederlandse energiemix, zoals eerder gezegd, sterk afhankelijk van het gebruik van olie en gas (zie figuur 1) en daarmee is de Nederlandse economie gevoeliger voor schommelingen van de energieprijzen.
We verwachten dat de Nederlandse economie bij alleen een olieboycot te maken krijgt met een cumulatieve krimp van bijna 2 procent, verdeeld over drie kwartalen (zie figuur 10). Bij een volledige Russische energie-boycot verwachten we zelfs 4,5 procent krimp over vier kwartalen.
Inflatie en particuliere consumptie
De economische pijn in de eurozone is voelbaar via een aantal kanalen. Ten eerste zorgt een olieboycot voor hogere olieprijzen. Dat merken consumenten uiteraard direct aan de pomp via hogere benzine- en dieselprijzen. Maar ook zien bedrijven zich geconfronteerd met hogere productiekosten, vooral hogere transport- en verpakkingskosten. Vervolgens zullen ondernemers een deel van deze hogere productiekosten (voor zover mogelijk) doorberekenen aan de consument, wat de toch al hoge inflatie verder opstuwt.
Uiteindelijk verwachten we voor Nederland momenteel een inflatie (HICP) van gemiddeld 7,7 procent in 2022 en 4,5 procent in 2023. In het geval van een olieboycot en een olieprijs die kortstondig de 170 dollar aantikt, kan de inflatie zomaar oplopen tot 9,5 in 2022 en bijna 5 procent in 2023. Bij een volledige boycot komt de inflatie nog een stuk hoger uit, met een piek tot 15 procent (figuur 11).
De boycots raken de gehele Nederlandse economie, vooral de private consumptie en de export (zie figuur 12). De hoge inflatie hindert de particuliere consumptie het meest direct en de export heeft last van de lagere binnenlandse bestedingen in andere landen. Ook de private investeringen ontspringen de dans niet. Omdat het prijsniveau langdurig hoog blijft, volgt er in latere jaren maar beperkt herstel. De opgelopen schade wordt niet volledig goedgemaakt.
Conclusie
De boycot van Russische olie is een eerste stap van Europa in de richting van onafhankelijkheid van Russische energie. In combinatie met de sancties die reeds van kracht zijn, zal deze maatregel Rusland zwaar treffen. We verwachten een totale cumulatieve krimp van de Russische economie van 13 procent in de komende twee jaar, wat neerkomt op een economisch verlies van 850 miljard dollar (ten opzichte van een situatie zonder oorlog). Mocht de EU als volgende stap ook besluiten om Russisch gas te boycotten en daarmee Rusland volledig te isoleren, dan zou dit zelfs kunnen leiden tot een krimp van de Russisch economie van 23 procent. In dat geval loopt de economische schade in 2022 en 2023 op tot zelfs 1.300 miljard dollar.
Hier staat tegenover dat de EU zichzelf met het boycotten van Russische olie en gas economisch enorm pijnigt. Want de EU is sterk afhankelijk van Russische brandstoffen en die afhankelijkheid is niet van de een op andere dag afgebouwd. We hebben berekend dat de economie van de eurozone een cumulatieve krimp kan verwachten van 1,4 procent over drie kwartalen in de komende twee jaar bij alleen een boycot van Russische olie. Bij een boycot van alle Russische energie zal de krimp oplopen naar 2,6 procent over vier kwartalen. De Nederlandse economie is kwetsbaarder dan die van veel andere eurozonelanden vanwege de relatief sterke afhankelijkheid van buitenlandse handel en doordat ons energiegebruik sterk afhankelijk is van olie en gas.
De huidige energiecrisis en geopolitieke spanningen onderstrepen de lastige opgave waarmee de EU zich geconfronteerd ziet. De komende tijd zal blijken hoe krachtig Europa als blok kan optreden om het heft in eigen hand te nemen, Rusland de wacht aan te zeggen en gezamenlijk de economische klappen te incasseren.