Update
Sectorprognoses: aanhoudende inflatie remt groei Nederlandse sectoren
De economische groei in Nederland remt dit jaar naar verwachting af. Dit komt vooral door de langdurig hoge inflatie, maar ook door personeelstekorten en de aanhoudende verstoringen in de waardeketens. Uiteindelijk drukken deze ontwikkelingen ook op de groeiverwachtingen voor vrijwel alle sectoren. De groeicijfers voor 2022 van zowel de omzet- als de toegevoegde waarde prognoses worden hierdoor minder beïnvloed doordat de groei in de eerste helft van dit jaar nog sterk is. In 2023 zien we deze verwachte groeivertraging wel terug in de cijfers.
In deze prognoses voorspellen we de sectorale ontwikkeling op twee verschillende niveaus. Voor de omzetprognoses kijken we naar de ontwikkeling per deelsector. Daarnaast voorspellen we de ontwikkeling van de toegevoegde waarde op het niveau van de hoofdsectoren. De toegevoegde waarde is de omzet minus de waarde van alle (ingekochte) halffabricaten en diensten die bij de productie zijn verwerkt.
Consumptie huishoudens onder druk bij aanhoudende prijsstijgingen
De aanhoudende hoge inflatie (zie ook het beeld voor de Nederlandse economie) vormen een uitdaging voor ondernemers en consumenten. Bij ondernemers die de gestegen inkoopprijzen niet volledig kunnen doorbelasten, staan de marges onder druk. Als bedrijven de inflatie wel kunnen doorbelasten, komt deze uiteindelijk bij de consument terecht.
Toch blijft de consument deze zomer nog geld uitgeven. Niet alleen kunnen we na het beëindigen van de laatste lockdown weer meer uitgeven, maar ook de werkloosheid is nog steeds erg laag.
In de loop van het najaar neemt deze inhaalconsumptie naar verwachting af. Samen met de hoge inflatie heeft dat effect op het bestedingspatroon van consumenten. En dat gaan veel sectoren, waaronder de horeca en de detailhandel, merken.
De inflatie zal langer aanhouden dan wij oorspronkelijk hadden ingeschat, aangezien de energieprijzen voorlopig nog niet zullen dalen. In het nieuwe en zesde sanctiepakket van de EU tegen Rusland zit namelijk een olieboycot die waarschijnlijk eind van dit jaar ingaat. Een meer gedetailleerde bespreking van de inflatie vind je in onze maandelijkse Inflatiemonitor.
Oliegebruik per sector
De Europese oliesancties tegen Rusland hebben een prijsopdrijvend effect op olie en olieproducten en daarmee een grote economische impact. Allereerst zorgen de hogere olieprijzen voor stijgende kosten bij bedrijven die deze producten in hoge mate als inputs gebruiken.
Grootverbruiker van olie en olieproducten is allereerst de aardolie-industrie zelf. Deze sector verwerkt ruwe aardolie tot producten die bruikbaar zijn voor andere sectoren waaronder brandstoffen zoals diesel en benzine. Ook het luchtvervoer is grootverbruiker – een derde van alle intermediaire inputs bestaat uit aardolieproducten, voornamelijk kerosine. Daarnaast gebruiken ook energiebedrijven, de visserij en het vervoer over weg en water relatief veel olie, gas, of aardolieproducten (tabel 1).
Groeibelemmeringen door tekorten aan personeel en materiaal
Ondernemers hebben niet alleen te maken met prijsstijgingen - die zij al dan niet kunnen doorbelasten - maar ook met tekorten aan personeel, grondstoffen en materialen.
Bijna een derde van alle bedrijven[1] gaf in het tweede kwartaal van dit jaar aan dat een tekort aan personeel hun bedrijfsvoering belemmert. Vooral in de zakelijke dienstverlening en de horeca hebben veel bedrijven hier last van. Daarnaast ondervindt een kwart van de bedrijven hinder van een tekort aan grondstoffen en materialen. Dit speelt voornamelijk in de industrie, de groot- en detailhandel en de bouw. De tekorten zijn het afgelopen jaar hard opgelopen en nu groter dan vóór de coronapandemie (figuur 1).
Minder dan een kwart van alle ondervraagde bedrijven ervaart geen belemmering.
Door de tekorten aan personeel en materiaal is het lastiger voor bedrijven om hun productie uit te breiden en om aan de vraag te voldoen. Op de korte termijn remt dit de productie en productiegroei waarschijnlijk af. Op de langere termijn gaan bedrijven op zoek naar alternatieven. Bedrijven automatiseren dan waar mogelijk taken en zoeken substituten voor materialen.
[1] Het CBS neemt de sectoren onderwijs en zorg niet mee in de enquête over belemmeringen.
Corona-schulden
Bedrijven die tijdens de coronapandemie veel problemen ondervonden, hebben in veel gevallen belastinguitstel gekregen. Vooral in de horeca en delen van de detailhandel en de industrie hebben veel bedrijven hiervan gebruik gemaakt; soms uit voorzorg maar vaak uit noodzaak. Het gebruik van de diverse steunmaatregelen hebben wij vorig jaar in beeld gebracht.
Ondernemers moeten de uitgestelde belasting vanaf 1 oktober in maximaal vijf jaar terugbetalen. De meest recente CBS-Conjunctuurenquête heeft de schuldenlast van bedrijven met vijf of meer werkzame personen onderzocht. Hieruit blijkt dat de totale schuldenlast in vergelijking met de periode vóór de coronapandemie met name is gestegen bij bedrijven in de horeca (ruim de helft hiervan meldt een stijging), gevolgd door de sector cultuur, sport en recreatie en de niet-zakelijke dienstverlening. Onder deze laatste sector vallen onder meer reparatie van consumentenartikelen en lidmaatschappen van ideële, belangen- en hobbyverenigingen.
Hoewel het merendeel van de ondernemers aangeeft dat de hogere schuldenlast draaglijk is, is er ook een aanzienlijke groep waarbij dat niet het geval is. Het gaat dan om één op de tien ondernemers in de niet-zakelijke dienstverlening en bijna één op de zeven horecaondernemers.
Ondernemers moeten ook rekening houden met een eventuele opleving van het coronavirus in de herfst. Maar wij gaan er in onze prognoses vooralsnog van uit dat deze vanwege de hoge vaccinatiegraad geen grote economische impact zal hebben.
Sectorprognoses in toegevoegde waarde voor hoofdsectoren
Alle bovenstaande ontwikkelingen zijn van invloed op zowel de omzetprognoses als de prognoses in toegevoegde waarde. De prognoses in toegevoegde waarde voor de hoofdsectoren staan in figuur 3.
In de rest van dit artikel gaan we in op de omzetontwikkeling per deelsector.
Box 1: Hoe maken we de sectorprognoses?
Voor bijna alle sectoren komen zowel de prognoses voor de omzet als die voor de toegevoegde waarde uit ons sectormodel. Dit is een model dat we hebben gemaakt op basis van de historische ontwikkelingen van omzet en toegevoegde waarde van verschillende sectoren die beschikbaar zijn bij het CBS. Samen met de sectormanagers bekijken we de modeluitkomsten en sturen we waar nodig bij. Op deze manier verrijken we de modeluitkomsten met de visie van de experts.
Helaas zijn niet voor alle sectoren historische omzetdata beschikbaar. Het CBS heeft geen historische omzetdata voor de deelsectoren van de landbouw en de zorg. Hierdoor zijn we voor deze omzetprognoses meer afhankelijk van het oordeel van de experts. Het sectormodel is wel in staat om de ontwikkeling van de toegevoegde waarde van de landbouw en de zorg te voorspellen.
Omzetontwikkeling per deelsector
Land- & tuinbouw: dure inputs zorgen voor stijgende kosten
Varkens
In de varkenshouderij is ruim voldoende aanbod om in de vraag te voorzien. Dit zorgt voor prijsdruk. Daarnaast zijn de kosten voor voer en energie al enige tijd hoog. We verwachten echter herstel als gevolg van een afnemende productie in diverse EU-landen, waaronder Duitsland.
Legpluimvee
Door vogelgriep in Europa en de Verenigde Staten is het aanbod van eieren beperkt. Hierdoor liggen de eierprijzen structureel hoger dan in andere jaren na Pasen. Ook het wegvallen van de export van eieren uit Oekraïne draagt hieraan bij. Maar door de fors gestegen voerkosten komt de hogere eieropbrengst slechts beperkt tot uiting in het saldo.
Vleespluimvee
De markt compenseert de sterk gestegen voerkosten en energieprijzen op dit moment nog voldoende. Een mogelijke verdere stijging van de kostprijs als gevolg van de crisis in Oekraïne maakt de vooruitzichten echter onzeker. Voor de komende periode verwachten we dat de vraag naar pluimveevlees op een goed niveau blijft bij een gematigder aanbod vanwege de vogelgriepcrisis en lagere importen. De omschakeling naar concepten drukt het aanbod eveneens.
Vleeskalveren
De kalverhouderij profiteert nog steeds van een krap aanbod van rundvlees. Dit geldt met name voor rosé-bedrijven. We verwachten dat dit nog aanhoudt en de prijzen voor zowel blankvlees als rosévlees op een hoog niveau blijven liggen. Maar de kostprijs is door de fors gestegen voerkosten en energielasten eveneens hoog. De huidige prijzen zijn dan ook nodig om een positieve marge te behouden.
Overige veehouderij
Ook dit deel van de sector heeft vooral last van de hoge voerprijzen en energielasten. Het managen van vraag en aanbod is belangrijk om voldoende marge te houden.
Melkveehouderij
De melkveehouderij kent een relatief hoog prijsniveau. De wereldwijd beperkte aanvoer zorgt voor een melkprijs die 30 procent boven het niveau van vorig jaar ligt. De kosten stijgen echter mee door hogere voer- en dieselprijzen. Voor de komende maanden verwachten we een relatief stabiel beeld. Op dit moment wordt er met de EU onderhandeld over een nieuwe periode van derogatie. Mocht deze onverhoopt geen doorgang vinden, dan heeft dit een negatief effect op het rendement van de Nederlandse melkveehouderij door meer kunstmestaankoop, voeraankoop en mestafzet.
Tuinbouw
De energieprijzen zijn historisch hoog en zeer volatiel. Dit zorgt voor een stijging van de kostprijs in de glastuinbouw (groente, bloemen en planten). De prijsvorming in de glasgroentesector ligt in lijn met die van vorig jaar. Voor met name snijbloemen en in mindere mate potplanten zien we prijsdruk op de bloemenveiling. Hierdoor zijn de prijzen beduidend lager dan vorig jaar. Bij teeltbedrijven waar het vaste prijscontract voor de energie is afgelopen, komt de liquiditeit onder druk te staan als zij niet kunnen bijsturen in de bedrijfskosten en/of -opbrengsten.
De hogere energieprijzen zijn een belangrijke aanjager van de huidige inflatie. Aangezien de lonen niet navenant meestijgen, daalt het besteedbaar inkomen van huishoudens in alle Europese afzetmarkten. Daarom verwachten we dat de consumentenbestedingen aan bloemen en planten komend jaar onder druk komen te staan. Een lagere productie zal het prijsdalingseffect enigszins kunnen dempen.
Overigens valt ons op dat veel bedrijven zeer adequaat met hun energiestrategie omgaan en hierop bijsturen. Bedrijven met warmtekrachtkoppeling (WKK) en de mogelijkheid om stroom terug te leveren aan het elektriciteitsnet kunnen de meerkosten van energie hiermee deels dempen. Al met al zorgt de energiecrisis in de glastuinbouw voor veel onzekerheid bij de ondernemers.
Food
Inflatie blijft het belangrijkste strategische thema in de Nederlandse voedselketen. Volgens de Inflatiemonitor van RaboResearch is het einde van de prijsstijgingen nog niet in zicht. De hogere consumentenprijzen staan nog altijd niet in verhouding tot de hogere kosten die veel voedingsproducenten en supermarkten momenteel hebben. Al voor de oorlog in Oekraïne waren de grondstofprijzen aan een opmars bezig, onder meer door de sterk aantrekkende vraag door en na corona, maar ook door logistieke verstoringen en negatieve weersinvloeden op oogsten. De impact van de oorlog komt daar bovenop. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar zijn de prijzen van gas, graan en zonnebloemolie explosief toegenomen en zij stijgen nog steeds. Tel daarbij de prijsontwikkelingen op in veevoer, kunstmest, verpakkingen en personeel en het is duidelijk dat de foodsector met een historisch ongekende kostenstijging te maken heeft.
Begin dit jaar probeerden supermarkten de prijsverhogingen voor consumenten te vertragen. Dat ging vaak ten koste van de marge van leveranciers. Inmiddels lijkt het sentiment aan de onderhandelingstafel iets gedraaid. Als foodretailers prijsverhogingen niet accepteren, riskeren ze dat ze bepaalde producten niet meer geleverd krijgen. Dit draagt ertoe bij dat de consumentenprijsinflatie momenteel snel verder oploopt.
Consumenten zullen hierop in gaan spelen. In de supermarkt zien we dat zij weer meer aanbiedingen en huismerken kopen. Daarnaast zullen de hard discounters marktaandeel winnen van full service-supermarkten. Verder komt de vraag naar meer premium producten en diensten zoals die van restaurants en speciaalzaken onder druk te staan. Voor de voedingsmiddelenindustrie verwachten we dus een plus in omzet door de stijgende prijzen, maar druk op marge en volumes door oplopende kosten en een prijsbewuste consument.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector landbouw: Jeroen van den Hurk en René Veldman
Aanspreekpunt voor de sector food: Martijn Rol
Industrie: hoge inkoopprijzen en personeelstekorten doen groei afvlakken
De industrie ziet zich geconfronteerd met hoge energieprijzen, hoge grondstofprijzen en ernstige personeelstekorten. Ook ondervinden ondernemers nog steeds last van de ontregelde toeleveringsketens. De problemen leken in mei iets af te nemen, maar de lockdowns in China kunnen alsnog leiden tot vertragingen en tekorten. Aan deze lockdowns komt weliswaar een einde, maar de effecten ervan zijn pas na enige vertraging zichtbaar. Desondanks zien we dat de vraag naar producten uit de industrie onverminderd hoog blijft, waardoor we in een ongekende situatie zitten. De productie van de industrie neemt al 22 maanden op rij toe. Een bijzondere prestatie.
De Nederlandse industrie kan de stijgende prijzen tot op heden ook goed doorbelasten. Dit blijkt onder meer uit het feit dat de afzetprijzen in april van dit jaar 29 procent hoger lagen dan april 2021. De volatiliteit van de grondstofprijzen zorgt echter voor meer uitdaging bij het maken van offertes. Soms wordt er zelfs gerekend met grondstofprijzen die een uur geldig zijn.
We verwachten voor 2022 dat de groei van de toegevoegde waarde in de industrie uitkomt op 2,4 procent jaar-op-jaar. Dit baseren we mede op het producentenvertrouwen. Ondernemers in de industrie zijn nog steeds zeer positief over hun orderportefeuille. Wel zien we dat het optimisme in mei iets minder hoog lag dan in april. Door aanhoudend hoge energieprijzen, grondstofprijzen en personeelstekorten verwachten we dat de groei van de toegevoegde waarde in 2023 afvlakt tot -0,3 procent jaar-op-jaar.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector industrie: Yorick Cramer en Kees de Schipper
Vervoer en opslag: waakzaamheid in de sector blijft geboden
De vraag naar transport en opslag is nog steeds groot, maar het aanbod in de markt is beperkt. Hierdoor is de sector in staat om zowel het volume als de prijs en de marge op peil te houden. Ondernemers kunnen de stijgende kosten als gevolg van de hoge energieprijzen en de oplopende lonen tot op heden goed doorbelasten. Wij verwachten hier op korte termijn geen verandering in. Bij een afkoelende economie en een mogelijk lagere vraag kan hier echter verandering in komen. Vooralsnog zijn die signalen beperkt. Een soortgelijk effect kan ook een eventueel dieseltekort hebben, waardoor ‘het wagenpark’ mogelijk deels tot stilstand komt. Maar ook hiervoor verwachten wij nog geen aanleiding, ondanks de ontwikkelingen op de gas- en oliemarkten. Per saldo voorzien wij ook voor 2023 nog een lichte stijging van de omzet. Waakzaamheid blijft echter geboden. Verder is het voor ondernemers lastig om adequaat in te kunnen spelen op het personeelsvraagstuk en de verduurzamingstransitie.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor sector vervoer en opslag: Henry Steenbergen
Horeca: druk op consumentenbestedingen vertraagt herstel
Eind januari zijn de meeste coronamaatregelen in ons land opgeheven. Sindsdien is de horeca begonnen aan een sterk herstel. Omzetten gaan geleidelijk weer in de richting van het niveau van 2019. Dit laat zien dat consumenten de horeca weer goed weten te vinden. Wel constateren we dat de risico's voor afvlakking van de groei toenemen. Dit komt onder meer door de stijgende (energie-)prijzen die zowel invloed hebben op de inkoop van goederen als op de consumentenbestedingen. Wij verwachten daarom dat het herstel ten opzichte van 2019 vertraging oploopt en de sector ook in 2023 nog niet volledig terug is op het oude niveau.
Binnen de sector herstellen vakantieparken (inclusief campings) het sterkst, en laten deze in 2022 alweer groei zien ten opzichte van 2019. De binnenlandse vraag blijft hier krachtig en de sector profiteert van het terugkomende toerisme uit Duitsland en België. Ook eetgelegenheden laten in 2022 een sterk herstel zien en zullen qua omzet in 2022 weer in de richting van het niveau van 2019 gaan.
Hotels blijven hierin deels achter. Dit komt doordat er een vertraging zit in de groei van het internationale en zakelijke toerisme. Maar vanaf maart zien we ook hierin een nadrukkelijk herstel dat de komende periode naar verwachting doorzet.
Door de onzekerheden rondom stijgende prijzen, personeelstekorten en de effecten op de consumentenbestedingen zijn onze verwachtingen voor 2023 negatiever dan onze eerdere prognoses. Wij voorzien een beperkte groei van de omzet in de horecasector als geheel en een stagnatie bij restaurants.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor sector horeca: Jos Klerx
Handel: inflatie drukt op consumptie Nederlandse huishoudens
De coronacrisis en de oorlog in Oekraïne hebben veel risico’s en onzekerheden gebracht voor de omzet en resultaatontwikkeling van retailers en groothandels. Ondernemers missen nog altijd een deel van hun jaaromzet, terwijl zij hun schulden moeten afbetalen en hun kosten hard zien stijgen. De directe effecten van de oorlog in Oekraïne zijn naar verwachting relatief beperkt. De detailhandel is vooral een binnenlandse sector en de import van en export naar Oekraïne en Rusland door de groothandel zijn niet groot. Wel zijn er belangrijke indirecte en negatieve effecten voor de detail- en groothandel.
De inflatie was voor de oorlog al fors en zal verder toenemen, bijvoorbeeld door prijsverhogingen van olie en gas. Daarbij leiden verstoringen in de toeleveringsketen tot hogere kosten en/of een beperktere beschikbaarheid van producten. Inflatie kan zorgen voor margedruk als ondernemers hun kostenstijgingen niet volledig kunnen doorbelasten. Daarnaast heeft inflatie negatieve gevolgen voor de consumentenbestedingen, aangezien de loonstijgingen achterblijven.
Het consumentenvertrouwen is op dit moment historisch laag. Consumenten waren in april en mei 2022 pessimistischer dan ooit over de economie en ook de koopbereidheid was nog nooit zo laag. Naar verwachting zullen zij vooral gaan bezuinigen op bestedingen die zij niet of pas later nodig vinden of uitwijken naar goedkopere alternatieven.
Ook de schaarste aan personeel, zowel kwantitatief als kwalitatief, vormt een uitdaging. Distributiecentra en winkels staan hierdoor onder druk. Winkeliers nemen steeds vaker rigoureuze maatregelen vanwege het nijpende personeelstekort. Zo sluiten zij noodgedwongen eerder hun deuren en beperken zij het aantal koopavonden. In de detailhandel staan momenteel meer dan 40.000 vacatures open.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor sector handel: Olaf Zwijnenburg
Bouw: tijd van tegenstellingen
Het omzetherstel van 2021 heeft zich voortgezet in het eerste kwartaal van dit jaar, met 8,3 procent groei ten opzichte van dezelfde periode in 2021. De woning- en utiliteitsbouw en installatiebranche namen hiervan het gros voor hun rekening. Tegelijk daalde het aantal afgegeven woningbouwvergunningen sterk (-13 procent). In de infrastructuur bleef de omzet nagenoeg gelijk. Projecten werden uitgesteld vanwege de stikstof/PFAS-problematiek, maar ook door budgetoverschrijding in de ontwerpfase. Diverse overheidsfondsen voor de infra zijn onvoldoende benut.
In deze tijd van tegenstellingen (veel vacatures, veel zorgen om prijsstijgingen, hogere rente, maar ook weinig faillissementen en een goede werkvoorraad) is het lastig voorspellingen te doen. De sector zal in 2022 en 2023 vrijwel zeker op een lager omzetniveau uitkomen dan in 2021.
De oorlog in Oekraïne beïnvloedt de bouw nog steeds door hoge inkoopprijzen van bouwmaterialen (al lijken deze te stabiliseren) en leveringsonzekerheid van componenten. De werkvoorraad bleef op een hoog niveau, zo bleek uit de maandelijkse enquête van EIB. De Bouwmonitor (van Cobouw/USP) bevestigde dit beeld. Deze monitor gaf aan dat het aandeel uitgestelde projecten circa 10 procent bedroeg en het aandeel afgestelde projecten ongeveer 3 procent.
Naast de oorlog zullen de hogere rente, de inflatie en het dalende consumentenvertrouwen hun weerslag hebben op de omvang van de bouwactiviteiten. De kans is groot dat het aantal investeringsplannen van bedrijven zal afnemen. Positief is de recente aankondiging van overheidsmaatregelen, zoals de verplichte hybride warmtepomp en PV-panelen op daken vanaf 250 m2 oppervlakte. Zij geven de sector een forse impuls, met name de installateurs.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor sector bouw: Geert Dirkse
Informatie & communicatie: groei managen als belangrijkste uitdaging
De impact van de oorlog in Oekraïne vertaalt zich momenteel vooral in stijgende energieprijzen, het wegvallen van ontwikkelcapaciteit, toename van cyberrisk-dreiging en een toename van leveringsproblemen door chiptekorten. Grootste uitdaging blijft echter het personeelstekort en dit probleem wordt steeds nijpender. Onze visie is dat bedrijven in de informatie & communicatiesector actief moeten anticiperen op dit personeelstekort, bijvoorbeeld met een HR-strategie, aangezien deze situatie niet snel zal veranderen. Samen met het scenario van een afkoelende economie zorgt dit voor nog meer onzekerheid. We verwachten dan ook een groeivertraging voor de informatie & communicatiesector.
De genoemde onzekerheid heeft enkele belangrijke gevolgen voor de sector. Zo moeten IT-bedrijven vooral hun groei goed zien te managen. Enerzijds kampt de sector met negatieve macro-economische ontwikkelingen en arbeidsmarktkrapte. Laatstgenoemde zien we vooral op HBO-/WO-niveau, bijvoorbeeld voor rollen als developer, applicatie/systeem/functioneel beheerder of securityspecialist. Anderzijds blijft de vraag naar technologie en advies op peil door de aanhoudende digitalisering, ook als gedeeltelijke oplossing voor de personeelstekorten. De capaciteit om aan deze vraag te voldoen wordt echter steeds beperkter. Dit zorgt voor een hoge werkdruk, langere doorlooptijden en uiteindelijk een vertraagde groei.
In het medialandschap en bij uitgeverijen blijft de verschuiving van offline naar online doorzetten. De advertentiebudgetten bewegen mee met deze trend. Een afkoelende economie en de inflatie kunnen een negatief effect hebben op advertentiebudgetten en het bestedingspatroon van consumenten. Hierdoor ligt een afname van de vraag voor de hand. We verwachten dan ook dat deze ontwikkelingen voor een groeivertraging zorgen.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor sector Informatie & communicatie: Mark van Kampen
Zakelijke dienstverlening: personeelstekorten zijn het nieuwe normaal
De grondstoffentekorten en stijgende (energie-)prijzen hebben weinig directe invloed op de sector. De impact hiervan op andere sectoren leidt echter wel tot onzekerheid in de vooruitzichten voor de zakelijke dienstverlening.
Het scenario van een afkoelende economie zorgt ervoor dat de eerdere goede vooruitzichten voor de zakelijke dienstverlening wat afnemen. De conjunctuurgevoeligheid van een aantal branches binnen de zakelijke dienstverlening is bijvoorbeeld groter dan in veel andere sectoren. Denk aan uitzendbureaus die een flexibele schil aan bedrijven leveren of communicatiebureaus die te maken krijgen met het stopzetten of verminderen van budgetten.
Meer traditionele branches zoals de rechtskundige dienstverlening (advocatuur, deurwaarders, notarissen) en financiële dienstverlening (accountancy, administratiekantoren) zijn wat minder conjunctuurgevoelig.
Personeelstekorten vormen voor zakelijke dienstverleners de grootste uitdaging en zijn inmiddels het nieuwe normaal geworden. Met 74.000 vacatures is de vraag naar nieuwe medewerkers hier de op een na hoogste van alle sectoren. Tekorten aan bijvoorbeeld beveiligers, schoonmakers, hoveniers en uitzendkrachten zetten daarmee druk op verdere groei van bedrijven. Maar in sommige gevallen ook op de bediening van bestaande klanten. Kort gezegd, zonder personeel geen groei, aangezien de mensen in deze sector voor de omzet zorgen. Een goed voorbeeld is de uitzendbranche waarin het aantal uren niet langer toeneemt, maar de omzetten door een stijging van de marges nog wel wat kunnen groeien.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor sector specialistische en overige zakelijke diensten: Marco van Beek
Zorg en welzijn: alle zeilen bijzetten
Personeelstekort en hoge inflatie houden de zorgsector af van noodzakelijke investeringen in verduurzaming, preventie en digitalisering.
De zorgsector zet alle zeilen bij om te kunnen voldoen aan de stijgende zorgvraag en de inhaalvraag als gevolg van de coronapandemie. Daarbij kampt de sector met een oplopend personeelstekort en een hoog verloop en ziekteverzuim. Hierdoor is het niet altijd mogelijk om alle cliënten te helpen en de omzet op peil te houden. Daarbovenop komt nog de fors opgelopen inflatie. Ook al blijven de omzetten gemiddeld genomen op niveau, door de stijgende kosten komen de marges onder druk te staan. Zeker nu corona-compensatiemaatregelen zijn stopgezet, maar de effecten van de pandemie nog wel de kostenkant raken. Denk aan het ziekteverzuim (long-covid), maar ook de kosten van beschermingsmateriaal voor de covid-zorg die er nog steeds is.
Het personeelstekort en de hoge inflatie leiden ertoe dat de inkomsten het groeitempo van de uitgaven niet kunnen volgen en dat de marges in de zorg verder onder druk komen te staan. Dit raakt vooral zorginstellingen, die reeds een beperkt rendement hebben. Denk aan ziekenhuizen, verpleeghuizen, GGZ- en GHZ-instellingen. Juist deze instellingen kampen met een hoog energieverbruik en zijn gebaat bij investeringen in verduurzaming van het zorgvastgoed, preventie en digitalisering van de processen. Door de afnemende marges komen die noodzakelijke investeringen in het geding.
Kinderopvang
De groeiverwachtingen voor de kinderopvang blijven neutraal. Enerzijds is er met het vooruitzicht dat kinderopvang (nagenoeg) gratis zal worden een enorme groei-impuls te verwachten als gevolg van een toenemende vraag naar opvanguren. Anderzijds remmen oplopende personeels- en energiekosten en schaarste aan geschikte locaties de mogelijkheid om de toenemende vraag goed in te vullen. Partijen die zich duidelijk weten te profileren qua extra en exclusief aanbod kunnen extra vergoedingen blijven hanteren. De consolidatieslag in de opvang gaat echter gestaag door, omdat lage overhead als gevolg van schaalgrootte en een flexibel inzetbaar personeelsbestand in deze branche kritieke succesfactoren zijn.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor sector zorg: Geert van der Heijden
Aanspreekpunt voor sector kinderopvang: Astrid van Leeuwen
Onderwijs: privaatonderwijs groeit
De extra impuls die uitgaat van het Nationaal Programma Onderwijs is vooral terug te zien zijn in de groeiprognose voor 2022. Nog steeds heeft het onderwijs in de volle breedte te maken met een personeelstekort en een hoge werkdruk. Het aandeel personeel niet in loondienst (pnil) en de daarmee gepaard gaande kosten blijven stijgen.
Er is een gestage groei waarneembaar in de parallelle educatiesector: privaatonderwijs wordt steeds meer gangbaar – van bijlesinstituten tot commerciële activiteiten van reguliere onderwijsinstellingen. Wie het kan betalen, koopt educatie simpelweg in: ‘education has become a commodity’. Daarnaast is EduTech booming business. EuTech is technologie gericht op of ontwikkeld voor onderwijsinstellingen.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor sector onderwijs: Astrid van Leeuwen