Onderzoek
Blik op de wereld: handelsoorlog niet de enige boosdoener
De vooruitzichten voor de wereldeconomie zijn minder rooskleurig geworden en de neerwaartse risico’s zijn verder toegenomen. Ook gaan we er vanuit dat de handelsoorlog tussen de VS en China nog een tijd zal voortslepen.
In het kort
Vooruitzichten wereldeconomie steeds minder rooskleurig
Wij stellen onze economische verwachtingen voor de wereldeconomie licht neerwaarts bij. Voor dit jaar en volgend jaar gaan wij momenteel uit van 3,3 procent mondiale bbp-groei. Dat is een verlaging van onze groeiprognose van respectievelijk 0,2 en 0,1 procentpunt voor beide jaren ten opzichte van ons vorige Kwartaalbericht. Door een gunstig eerste kwartaal verwachten wij voor dit jaar een licht hogere groei in de Verenigde Staten (VS), Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk (VK), terwijl de groei in de eurozone, Japan en opkomende markten als China, India en Brazilië lager uitvalt dan eerder gedacht (tabel 1, figuur 1).
Voor 2020 wordt de groeivertraging van de wereldeconomie breed gedragen, waarbij de risico’s bij het huidige beeld eerder zijn toegenomen dan afgenomen. De kans is dus reëel dat in de nabije toekomst de vooruitzichten voor volgend jaar minder optimistisch zullen worden als de risico’s die we zien zich manifesteren. De voornaamste neerwaartse risico’s voor de groei van de wereldeconomie zijn een verdere escalatie van de handelsoorlog tussen de VS en China, een sterker dan verwachte terugval van de Chinese groei, een forsere recessie in de VS dan we nu hebben ingeprijsd, een wanordelijke Brexit en verder oplopende spanningen in de eurozone rond Italië (voor meer informatie over de laatste twee onderwerpen zie hoofdstuk over de eurozone).
Wereldhandelsgroei neemt af, ook zonder escalatie handelsconflict
De zwakkere mondiale economische groei tekent zich duidelijk af in de sterke vertraging van het wereldhandelsvolume. De afname van de wereldhandelsgroei is breed gedragen, maar vooral prominent zichtbaar in de eurozone en China (figuur 2). Als de handelsoorlog tussen de VS en China escaleert dan zal dat de wereldhandel de komende periode nog verder onder druk zetten.
Recessierisico’s in de VS blijven onverminderd hoog
Voor de grootste economie ter wereld, de VS, houden we nog steeds rekening met een recessie. Zoals we eerder hebben aangegeven is een goede graadmeter, om de kans op een Amerikaanse recessie te schatten, het verschil tussen de 12-maands- en 10-jaars-rente op staatsobligaties in de VS. Deze geeft momenteel aan dat de kans op een recessie voor het vierde kwartaal van 2020 boven de 80 procent is.
Ook op andere fronten wordt steeds meer economische zwakte in de VS zichtbaar. Op basis van de inkoopmanagersindex van ISM verwachten we verdere verzwakking van de Amerikaanse industriële productie in de komende periode (figuur 3).[1] Daarnaast laat het meest recente banenrapport zien dat er in mei slechts 75.000 banen zijn bijgekomen. Tot slot zijn de woninginvesteringen al vijf kwartalen op rij gekrompen. Dalende woninginvesteringen zijn in het verleden ook een goede indicator geweest dat de Amerikaanse economie op haar laatste benen loopt. Tegen de achtergrond van de bovengenoemde economische zwakte, lager dan verwachte inflatie en hogere risico’s van de handelsoorlog heeft de Amerikaanse centrale bank (de Federal Reserve Bank of Fed), voor het eerst openlijk gesproken over een renteverlaging. Voor 2019 verwachten wij dat de Fed uit ‘voorzorg’ de rente met 25 basispunten eenmalig zal verlagen in juli en voor 2020 verwachten we een vijftal renteverlagingen van ieder 25 basispunten.
[1] In mei zagen we de industriële productie terugveren. Omdat vooral de productie van nutsbedrijven een sterke groei liet noteren, heeft de rebound waarschijnlijk te maken met incidentele factoren, zoals het weer.
Opkomende markten in de knel?
Voor opkomende markten is het vooralsnog onduidelijk welk effect de verwachte koerswijziging van de Fed zal hebben. Een lagere rente in de VS door ruimer monetair beleid van de Fed zorgt ervoor dat het rendement op activa in de VS lager wordt, waardoor investeerders elders naar hoger rendement op zoek gaan. In de regel profiteren opkomende markten hier in sterke mate van. Het positieve effect kan echter niet voldoende zijn om tegenwicht te bieden aan hogere mondiale economische en politieke risico’s. Investeerders nemen in dat geval genoegen met een lager rendement en zoeken hun toevlucht in activa van zogenoemde ‘veilige havens’, waardoor kapitaaluitstroom uit opkomende markten sterk zal versnellen.
Vooral opkomende landen met een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans, een begrotingstekort én relatief hoge schuldniveaus in buitenlandse valuta zijn gevoelig voor externe schokken. Denk daarbij maar aan Argentinië, Brazilië, Zuid-Afrika en Turkije. Deze landen zijn genoodzaakt om buitenlands kapitaal aan te trekken om hun uitgaven te financieren. Daarnaast kunnen geopolitieke spanningen, zoals die tussen (olieproducerende) landen, zorgen voor een grilligere olieprijs. Dat kan zich vertalen naar een grilligere valuta en inflatie in opkomende markten.
Een tweet maakt meer kapot dan je lief is?
De handelsoorlog tussen de VS en China is opnieuw opgelaaid. Op zondagavond 5 mei van dit jaar maakte president Trump via een tweet bekend dat de VS als gevolg van mislukte handelsonderhandelingen met China de eerder ingestelde importtarieven van 10 procent op 200 miljard USD aan importen uit China zou verhogen naar 25 procent. Niet lang daarna, op 10 mei, werd daad bij woord gevoegd en werden de hogere Amerikaanse van kracht. Hierop verhoogde China op zijn beurt per 1 juni tarieven (tussen de 10 en 25 procent) op 60 miljard USD aan importen uit de VS (zie figuur 4). Bovendien heeft Trump gedreigd om tarieven in te stellen op nagenoeg alle importen uit China, waarmee nog eens 287 miljard dollar aan Chinese goederen onderworpen zouden worden aan hogere tarieven (zie figuur 4).
De blik is nu vooral gericht op de G20-top in Osaka die op 28 en 29 juni plaatsvindt. Er bestaat een mogelijkheid dat een eventuele ontmoeting tussen de presidenten Trump en Xi Jinping tijdens de G20 wederom tot een wapenstilstand leidt. Op basis van de meest recente signalen lijkt die kans echter klein. Sterker nog, wij hebben altijd het standpunt ingenomen dat een deal geen lang leven beschoren zal zijn, simpelweg omdat beide grootmachten op meer structurele zaken mijlenver uit elkaar liggen. De kans op verdere escalatie lijkt op basis van de huidige situatie steeds groter te worden met meer schadelijke economische effecten tot gevolg (Box 1).
Amerika wil dat er een oplossing komt voor structurele zaken waar het moeite mee heeft. Denk daarbij maar aan schending van intellectueel eigendom door China, verplichte overdracht van technologie door buitenlandse bedrijven die zaken doen in China en exorbitante subsidies aan Chinese staatsbedrijven vanuit de Chinese overheid. De reden dat Chinese leiders zich niet aan dit soort afspraken willen committeren, is omdat het hun soevereiniteit schendt. Daarnaast kunnen ze bepaalde afspraken niet nakomen. Als de Aziatische grootmacht de steun aan inefficiënte staatsbedrijven versneld afbouwt en markten open stelt voor buitenlandse concurrentie, is er een behoorlijke kans dat deze bedrijven dat niet overleven.
Meer dan tarieven alleen
De zogenoemde handelsoorlog wordt echter over steeds meer verschillende schijven gevoerd. De VS hebben het bedrijf Huawei, de Chinese trots op het gebied van hightechindustrie, op een zwarte lijst gezet. Hierdoor wordt het voor Amerikaanse leveranciers heel moeilijk gemaakt om te leveren aan het bedrijf. Een aantal belangrijke bedrijven heeft de levering al gestaakt: Broadcom, Qualcomm, Xilinx, NXP en Google.
In onze scenariostudie naar de handelsoorlog betogen wij dat hier het grootste risico ligt voor China. De import van Amerikaanse halffabricaten en daarmee Amerikaanse technologie is voorlopig nog van levensbelang voor de Chinese economie. Die levensader snijdt de VS nu af en het is niet uitgesloten dat er nog meer maatregelen zullen volgen. Ook in China wordt nu nagedacht welke opties er zijn om terug te slaan. Zo wordt al hardop gespeculeerd of China de levering van zeldzame aardmetalen kan gebruiken als drukmiddel. Deze metalen worden gebruikt voor toepassingen in de hightechindustrie, zoals de productie van mobiele telefoons, laser en defensiemateriaal. Tussen 2014 en 2017 leverde China 80% van deze zeldzame metalen aan de VS.
Box 1: Verdere escalatie handelsoorlog leidt tot neerwaartse bijstelling van raming
Onze huidige ramingen zijn gebaseerd op de meest recente ontwikkelingen in het handelsconflict tussen China en de VS. Dat betekent dat wij verdere escalatie als een reëel scenario zien, maar dat wij met een ramingsbijstelling zullen komen zodra hier meer duidelijkheid over is. De grilligheid van dit bilaterale conflict heeft ons geleerd dat enige voorzichtigheid op dit terrein geboden is.
Uit onze meest recente update blijkt al wel dat de huidige mondiale economische groei naar schatting cumulatief 0,7 procentpunt lager uitvalt als gevolg van de reeds ingevoerde maatregelen. Bij een volledige escalatie zou dat cumulatief oplopen naar 2 procentpunt. Voor de VS zou de schade respectievelijk 0,9 procentpunt en 1,6 procentpunt bedragen. Voor China zijn de verwachte schadelijke effecten het grootst. De groeiafname daar kan cumulatief oplopen van 1,5 procentpunt onder de huidige maatregelen tot ruim 5,7 procentpunt in geval van verdere escalatie. Alle scenario’s zijn hier afgezet tegen het benchmarkscenario zonder handelsoorlog.
Verder zijn er aspecten van de handelsoorlog waar we momenteel nog onvoldoende zicht op hebben. De handelsoorlog zorgt bijvoorbeeld voor een verstoring van internationaal geïntegreerde waardeketens. Een derde van de Amerikaanse toegevoegde waarde bestaat uit buitenlandse halffabricaten en 5 procentpunt daarvan komt uit China. Door de hogere tarieven worden gebruikers van halffabricaten ook geconfronteerd met hogere kosten wat ten koste gaat van hun winst of doorberekend wordt aan de eindgebruiker.
Wat de pijn voor China kan verergeren, is dat Amerikaanse en Europese bedrijven door de toegenomen onzekerheid rond de handelsoorlog voorsorteren op het verplaatsen van hun activiteiten naar lagelonenlanden zoals Vietnam en India. In Vietnam lijken de effecten van deze verschuiving al zichtbaar in de goederen export van Vietnam naar de VS. Die zijn in de eerste vier maanden van 2019 namelijk met 40 procent gestegen (ten opzichte van dezelfde periode in 2018). Binnen bepaalde sectoren zouden ook andere Zuidoost Aziatische landen kunnen profiteren, zoals Maleisië voor halfgeleiders.