Onderzoek
Ondanks de stagnatie van de wereldhandel bleef de Nederlandse handelsintegratie toenemen
Internationale waardeketens staan onder druk, maar de globalisatie stagneert al jaren. Hoe is het met de Nederlandse handelsintegratie de afgelopen jaren gegaan? En hoe verhoudt zich dat tot andere landen? In dit artikel geven we een overzicht van de Nederlandse handelsintegratie in het algemeen.
In het kort
Nederland staat bekend om zijn open economie. Veel producten die we in Nederland gebruiken komen oorspronkelijk uit het buitenland en veel producten die we in Nederland maken zijn bestemd voor andere landen. Dat geldt overigens niet alleen voor Nederland. Vrijwel alle landen om ons heen nemen deel in de internationale waardeketens: de weg die een product aflegt voordat het bij de eindconsument terecht komt. Figuur 1 toont een vereenvoudigd voorbeeld van een internationale waardeketen.
Hoewel deze mondiale waardeketens ons veel hebben opgeleverd, zoals goedkopere producten, staan ze de laatste tijd onder druk vanwege de grote verstoringen veroorzaakt door de toegenomen geopolitieke spanningen en de coronapandemie. In een ander artikel gaan we verder in op de voor-en nadelen van internationale handel en de toekomst van de internationale waardeketens. In dit artikel kijken we naar de Nederlandse handelsintegratie in het algemeen, waarbij we de focus leggen op de goederenhandel. In welke mate is bijvoorbeeld de Nederlandse handelsintegratie de afgelopen jaren toegenomen? En hoe verhoudt zich dat tot andere landen? Zo blijkt uit recent onderzoek van het CPB en CBS dat de Nederlandse verwevenheid met China de afgelopen jaren is toegenomen.
Hoe het ervoor staat met de handel in Nederland wordt daarnaast ook regelmatig bijgehouden door het CBS in de Internationaliseringsmonitor. In de laatste editie legden ze de focus op de dienstenhandel.
Nederlandse handelsintegratie gestegen in vergelijking tot andere landen
Een manier om te kijken naar handelsintegratie is door de handel af te zetten tegen het bruto binnenlands product (bbp). De wereldwijde handelsintegratie (globalisatie) nam een vlucht tot de financiële crisis, waarna deze stabiliseerde (zie ook onder andere Antràs, 2020 en Aslam (IMF), 2017), maar de Nederlandse handelsintegratie bleef onverminderd doorgaan (figuur 2).
Maar niet alleen als je kijkt naar de directe handel ten opzichte van het bbp, zoals in figuur 2, nam de Nederlandse handelsintegratie toe, Nederland nam ook in een toenemende mate deel in de internationale waardeketens (figuur 3). Een methode om te meten hoe sterk een land meedoet in de internationale waardeketens is door het aandeel van de toegevoegde waarde in de export dat uit een ander land komt (achterwaartse koppelingen) op te tellen bij het aandeel van de geëxporteerde binnenlandse toegevoegde waarde dat in de export van het buitenland zit (voorwaartse koppelingen), zodoende krijg je de totale koppelingen (Brakman en van Marrewijk, 2019).
Als we deze methode gebruiken en updaten met nieuwere data tot 2018 dan zien we dat Nederland in 2018 intensiever deelnam aan de internationale waardeketens vergeleken met 1995. De optelsom van de voorwaartse en achterwaartse koppelingen was in 2018 ongeveer 55 procent, terwijl dat in 1995 nog circa 40 procent was. Ook schoof Nederland op in de ranking[1]: van plaats 21 in 1995 naar plaats 12 in 2018. Deze daling zette rond 2006 in. Nederland nam niet dus niet alleen zelf intensiever deel, maar ook vergeleken met de andere landen steeg het in participatie.
Met name de achterwaartse koppeling van Nederland in de internationale waardeketens nam in deze periode toe. Deze steeg van ongeveer 24 procent in 1995 naar 33 procent in 2018. Dat betekent dat Nederlandse sectoren steeds meer halffabricaten uit het buitenland haalden voor hun productie. De voorwaartse koppelingen namen in die periode minder toe: van ongeveer 17 procent in 1995 naar circa 23 procent in 2018. Andere landen gingen meer Nederlandse halffabricaten en producten exporteren, maar de stijging was kleiner dan het aantal halffabricaten dat de Nederlandse sectoren uit het buitenland haalden.
Verder zien we in figuur 3 dat voor alle landen geldt dat ze meer zijn gaan participeren in de internationale waardeketens. Alle oranje vierkantjes liggen boven alle blauwe ruitjes. Dit geldt ook voor alle niet afgebeelde landen. Dezelfde conclusie trekken Brakman en van Marrewijk (2019) voor de periode van 1995 en 2011.
[1] Niet alle landen worden in figuur 3 weergegeven. Het land met de meeste voorwaartse en achterwaartse koppelingen in 2018 was Luxemburg (niet afgebeeld).
In figuur 2 zagen we al dat de wereldwijde globalisatie stagneerde en dat de Nederlandse handelsintegratie toenam. In figuur 3 zagen we dat tussen 1995 en 2018 de integratie voor alle landen toenam én dat Nederland flink opschoof in de ranking van landen die sterk participeren in de internationale waardeketens. Uit figuur 4 kunnen we dezelfde conclusie trekken als uit figuur 2: na 2010 stagneerde de wereldwijde integratie, maar die van Nederland nam toe. Figuur 4 toont de vergelijking van de totale koppelingen tussen 2010 (blauwe ruitjes) en 2018 (oranje vierkantjes). Voor veel landen en landengroepen zien we dat deze erg dicht op elkaar liggen: het totaal aantal koppelingen is dus in deze periode voor veel landen en landengroepen niet sterk toegenomen. Behalve voor Nederland. Het aantal koppelingen voor Nederland is in deze periode juist wel toegenomen plus Nederland is in de deze periode verder in ranking gestegen.
Van steeds meer productcategorieën is Nederland zowel importeur als exporteur
Ook de mate van intra-industriële handel geeft een indicatie voor handelsintegratie. De import en export van hetzelfde product wijst op intra-industriële handel en kan verklaard worden door productdifferentiatie en productiefragmentatie (van Marrewijk 2008). Productdifferentiatie is gebaseerd op onze voorkeur voor variatie (zie ook ons artikel Internationale waardeketens onder druk – een literatuuroverzicht). Een land kan zowel telefoons importeren als exporteren omdat de IPhone niet hetzelfde is als een telefoon van Samsung. Productiefragmentatie wijst op de internationaal gefragmenteerde productieketens (zie ook Timmer et al. 2014).
Een manier om import- en exportdata te analyseren is via de Grubel-Lloyd index. Figuur 5 toont de formule. Een Grubel-Lloyd index van 0 impliceert pure inter-industrie handel, dus handel tussen twee verschillende sectoren, en een Grubel-Lloyd index van 1 impliceert pure intra-industrie handel, handel in dezelfde sector (van Marrewijk, 2008).
Het gebruik van de Grubel-Lloyd index om internationale waardeketens te meten (zoals in Brakman en van Marrewijk, 2019) heeft verschillende voordelen. Een daarvan is dat deze data sneller beschikbaar is dan de Input-Output tabellen, zoals gebruikt voor figuur 3 en 4. In Brakman en van Marrewijk (2019) worden naast andere voordelen van het gebruik van deze index ook een aantal beperkingen toegelicht. Zo wordt niet alle handel in intermediaire goederen meegenomen: een halffabricaat kan bijvoorbeeld ook vanuit een andere sector of productgroep komen. Ook neemt het de handel in finale goederen mee, wat niet typisch een onderdeel is van een waardeketen. Een deel van deze tekortkomingen kan opgelost worden door een zo diep mogelijk productniveau te betrekken in de analyse.
Via TradeMap zijn de productcategorieën het meest gedetailleerd voor ons beschikbaar. In figuur 6 staat hoeveel productcategorieën een bepaalde waarde scoorden in de Grubel-Lloyd index voor 2002 en 2021. In 2021 zijn er meer productcategorieën die een hoge waarde scoren op de index dan in 2002. Dat wijst erop dat de intra-industriële handel in deze periode voor Nederland is toegenomen.
Nederland handelt sinds coronapandemie weer meer goederen met Europese landen
De grote verstoringen in de waardeketens die de coronapandemie teweeg bracht riepen de vraag op of we de productie weer dichterbij huis moeten halen. Hoewel het nog te vroeg is om echt in de data terug te zien welke bewegingen bedrijven gaan maken, zien we al wel dat tijdens de coronacrisis de Nederlandse handel in goederen met Europa toenam in vergelijking met handel met andere regio’s (figuur 7, Europees aandeel in Nederlandse goederenhandel is voor de leesbaarheid op een aparte as geplaatst). Het handelsaandeel met Azië nam juist in die periode af.
Handel in producten
De Nederlandse handelsintegratie nam dus de afgelopen jaren toe. Maar in welke producten handelen we dan het meeste? In figuur 8 staat de top 5 van productgroepen met de grootste handelstoename in het afgelopen decennia. De grootste toename is te zien bij elektrische apparaten, waar onder andere halfgeleiderelementen onder vallen. Ook het aandeel van gespecialiseerde machines, vermoedelijk vallen ook de machines om chips te maken hieronder, nam in aandeel van totale handel toe. Voor beide categorieën is deze toename dan ook in lijn met het beeld van een succesvolle Nederlandse industrie rond de productie van halfgeleiders.
Nederlandse handelsintegratie nam toe
Via verschillende meetmethoden kunnen we aantonen dat de Nederlandse handelsintegratie bleef toenemen, ook toen de globalisatie stagneerde. Zo nam Nederland in grotere mate deel in de internationale waardeketens en steeg de intra-industriële handel. Tijdens de coronacrisis kreeg de goederenhandel met andere Europese landen een opleving en daalde juist de goederenhandel met Azië. De goederen waarin we meer zijn gaan handelen bevatten voornamelijk componenten voor het gebruik van elektronica.
Bronnen
Antràs, P. (2020). De-Globalisation? Global Value Chains in the Post-COVID-19 Age. NBER working papers nr. 28115
Aslam, A., Boz, E., Cerutti, E., Poplawski-Ribeiro, M., Topalova, P. (2017). The Slowdown in Global Trade: A Symptom of A Weak Recovery The Slowdown in Global Trade: A Symptom of A Weak Recovery. IMF Working Paper
Baldwin, R., Amador, J., Johnson, R., Gonzalez-Lopez, J., & Rocha, N. (2012). Global supply chains: why they emerged, why they matter, and where they are going. CTEI Working Papers 2012-13
Timmer, M. P., Erumban, A. A., Los, B., Stehrer, R., & de Vries, G. J. (2014). Slicing up global value chains. Journal of Economic Perspectives, 28(2), 99–118
Brakman, S., & van Marrewijk, C. (2019). Heterogeneous country responses to the Great Recession: the role of supply chains. Review of World Economics, 155(4), 677–705.
van Marrewijk, C. (2008). Intra-industry trade. Princeton University Press.