Onderzoek
Gascrisis in Nederland: hoe staan we er voor in aanloop naar de winter?
De gascrisis houdt de Nederlandse economie in zijn greep. Hoe heeft deze crisis zich de afgelopen tijd ontwikkeld en wat zijn de risico’s voor de toekomst?
In het kort
1. Aanleiding
De gascrisis houdt de Europese en Nederlandse economie in zijn greep. In dit rapport analyseren we de ontwikkelingen van de afgelopen periode en brengen we de risico’s voor de komende periode in kaart. Het is een update van een eerdere analyse van de Nederlandse gasmarkt. We kijken naar het risico dat Nederland deze winter te maken krijgt met gastekorten. Ook brengen we in kaart hoe de verhoudingen in het gasverbruik en de toelevering de afgelopen periode is veranderd. We bespreken daarnaast de economische implicaties. Behalve de impact op de energierekening van huishoudens laten we via een netwerkanalyse zien welke implicaties de hoge gasprijzen hebben op de productie in energie-intensieve sectoren. Dit werpt licht op de risico’s die afschaling in energie-intensieve industrietakken met zich meebrengt voor de productie elders in de Nederlandse economie.
2. De gascrisis verergert
De gascrisis in Europa en Nederland is de laatste maanden verergerd. Rusland heeft de gastoevoer naar Finland, Denemarken, Nederland, Polen en Bulgarije (deels) afgesloten. Ook heeft Rusland onder het mom van herstelwerkzaamheden aan de Nordstream-pijpleiding, met een capaciteit van 55 miljard m3 gas, de gaslevering aan met name Duitsland fors teruggeschroefd. Die werkzaamheden zijn door het ontbreken van een turbine nog steeds niet afgerond, waardoor de pijpleiding momenteel slechts op 20 procent van de capaciteit functioneert. Die turbine kan wel degelijk door Duitsland geleverd worden, maar Moskou geeft aan dat de juiste documentatie ontbreekt. Vorige week kondigde Rusland aan dat de pijpleiding eind deze maand weer voor drie dagen helemaal dicht gaat vanwege ‘werkzaamheden’.
Zelfs als de werkzaamheden wel volledig worden afgerond zijn marktpartijen er niet gerust op dat Rusland de productie weer terug zal brengen op oorspronkelijke niveau. Dit zien we duidelijk terug in de sterke stijging van de gasprijzen op de groothandelsmarkten in Europa. Figuur 1 laat de gasprijs bij verschillende levertermijnen zien, zoals die op drie data tot stand kwam op de termijnmarkt voor gas. De prijs van gas staat momenteel rond de 300 euro per megawattuur en ook voor een éénjaars- of tweejaarscontract betaalt een kopende partij respectievelijk 250 euro en 150 euro. Om dit in perspectief te plaatsen: in de periode 2011-2020 kostte gas nog gemiddeld 20 euro per MWh. Gas wordt overduidelijk door Moskou gebruikt als geopolitiek pressiemiddel. Bovendien spint de Russische economie garen bij de torenhoge gasprijs.
De vraag is of Europa en Nederland in aanloop naar de winter in de problemen kunnen komen qua gasleveringszekerheid. Voor diverse Europese landen is dit door collega’s in dit rapport uitgebreid in kaart gebracht. Voor Nederland voorziet Gasunie in een recent rapport weinig problemen, maar hier is ook kritiek geuit. Zo zouden problemen in de gasvoorziening in Duitsland mogelijk voor grotere problemen kunnen zorgen in Nederland dan waar Gasunie vanuit gaat of op zijn minst de Europese solidariteit onder druk kunnen zetten. Daarnaast is een risico dat er minder LNG onze kant op komt wanneer de vraag vanuit Azië aantrekt.
Ook in Brussel zijn beleidsmakers er niet gerust op dat de EU zonder fysieke tekorten de winterperiode door zal komen. Eerder dit jaar heeft de Europese Commissie wetgeving aangenomen waarin staat dat ondergrondse gasvoorraden voor 80 procent gevuld moeten zijn per november 2022 en 90 procent in de daaropvolgende jaren. Op basis van dit advies zijn afspraken gemaakt door de energieministers van de EU lidstaten om het gasverbruik tussen augustus 2022 en maart 2023 met 15 procent terug te dringen. De afspraken zijn vooralsnog op vrijwillige basis, maar kunnen na goedkeuring van lidstaten worden omgezet in een verplichting. Wel zijn er tal van landen die in dat geval rekenen op een uitzonderingspositie. Het vullen van de gasvoorraden leidt op korte termijn tot hogere prijzen op de spotmarkt, doordat EU-landen gasvoorraden versneld vullen. Zo stijgt de vulgraad van Duitse gasvoorraden al ongeveer een maand met zo’n 0,5%-punt per dag.
3. Verschuivingen in gashuishouding
Om te analyseren of Nederland op koers ligt om de komende winter met voldoende gas door te komen, is het belangrijk diverse aspecten van de Nederlandse gashuishouding in kaart te brengen en hierover aannames te maken voor de komende periode. De voorraadmutatie is daarmee de som van de eigen gasproductie en gasinvoer, terwijl hier het binnenlandse verbruik en de gasuitvoer van af gehaald moeten worden (zie figuur 2). Ook is het mogelijk om bij de opwekking van met name elektriciteit het binnenlandse gasgebruik te substitueren voor andere energiedragers, zoals hernieuwbare energie en steenkolen. Door deze substitutie daalt het binnenlandse verbruik en dit heeft – ceteris paribus – een positieve invloed op de voorraadvorming.
In figuur 3 is de maandelijkse ontwikkeling van de verschillende elementen van de gashuishouding voor Nederland weergegeven. Hierbij is een duidelijk patroon zichtbaar waarbij de binnenlandse gasconsumptie en -export toenemen in de wintermaanden en gasvoorraden leeg worden getrokken. In de lente- en zomermaanden loopt de binnenlandse gasconsumptie terug, waardoor voorraden weer aangevuld kunnen worden.
Hieronder bespreken we de ontwikkelingen op alle losse onderdelen van de gashuishouding en onze verwachtingen. Op basis hiervan kunnen we een inschatting maken of Nederland in de aanloop van de aankomende winter het risico loopt op gastekorten.
3.1 Gaswinning
In de Nederlandse gashuishouding is de productie van gas de afgelopen jaren sterk teruggelopen en vervangen door de import van gas uit het buitenland. In 2011 won Nederland in de eerste helft van het jaar gemiddeld nog iets meer dan 40 miljard m3 gas (80 mrd op jaarbasis). In de eerste helft van 2022 was dit iets minder dan 10 miljard, waarvan een kwart terug te voeren is op gaswinning in Groningen. Staatssecretaris Vijlbrief heeft in juni in een kamerbrief aangegeven dat Groningen in het nieuwe gasjaar (lopend van 1 oktober tot 30 september) op de ‘waakvlam’ zal worden gezet, waarbij nog voor 2,8 mrd m3 zal worden gewonnen. Het plan is om in gasjaar 2023/2024 de gaswinning in Groningen volledig te stoppen.
Tegenover het uitfaseren van de winning van aardgas in Groningen is het kabinet van plan de winning in kleine velden op zee te versnellen. In de eerste helft van 2022 zien we al een significante hogere gaswinning (7,3 mrd m3) in deze velden ten opzichte van 2021 (12,7 mrd m3 voor het hele jaar) en we gaan ervan uit dat deze hogere productie ook in 2023 zal worden gerealiseerd. Daarnaast gaan we ervan uit dat over geheel 2023 nog eens 0,5 mrd m3 extra wordt gewonnen. In de kamerbrief stelt de staatssecretaris dat: “Het maximale effect kan worden bereikt op een termijn van circa 5 jaar, maar binnen 1 tot 3 jaar is al een versnelling van circa 1 miljard m3 per jaar mogelijk.” Wanneer we naar het totale kabinetsbeleid kijken verwachten we een totale gaswinning voor dit kalenderjaar van 19 mrd m3 en voor 2023 van 17 mrd m3.
3.2 Gasimporten nemen toe
Omdat de productie van gas de afgelopen jaren aanzienlijk is gedaald, moet Nederland het gas elders vandaan halen om te voorzien in het binnenlandse gasverbruik en buitenlandse leveringsverplichtingen. De invoer van gas laat daarom een tegengestelde trend zien als de eigen gasproductie. Nederland importeerde in de eerste helft van 2011 iets meer dan 10 miljard m3 gas en dat was in 2022 bijna 30 miljard m3.
Opvallend is dat de invoer van gas in Nederland ondanks de sterk afgenomen invoer van Russisch gas op peil is gebleven en in mei en juni zelfs hoger ligt dan in eerdere jaren. De afbouw van de afhankelijkheid van Russisch gas is het gevolg van de gestaakte leveringen van 2 miljard m3 (tussen juli en oktober) van Gazprom aan de Nederlandse gashandelaar GasTerra.[1] De reden voor de leveringsstop was de weigering van GasTerra om gas te betalen in Russische roebels. Tegelijkertijd gaf GasTerra aan gas elders te hebben ingekocht en dat zien we ook terug in de invoercijfers. De gasexport ligt daarentegen lager dan in eerdere jaren, doordat de extra invoer van gas vooral wordt gebruikt om de lagere productie in het Groninger gasveld op te vangen.
De precieze afhankelijkheid van de gasvoorziening van verschillende landen is lastig in kaart te brengen, doordat de handelsstatistieken van Eurostat geen rekening houden met wederuitvoer van gas. Hierdoor geeft deze data een incompleet beeld. Zo importeert Nederland gas uit Noorwegen en het VK, maar exporteert het gelijktijdig een deel van het geïmporteerde gas naar het buitenland. Doordat er in Europa (deels) sprake is van een geïntegreerde gasmarkt, lopen gasstromen tussen landen – naar gelang de marktomstandigheden – bovendien soms de ene kant uit en soms de andere kant uit. Door middel van een bilaterale handelsmatrix en matrixalgebra hebben we de afhankelijkheid van verschillende gasleveranciers – rekening houdend met dergelijke onderlinge afhankelijkheden – in kaart gebracht (zie bijlage 1).
De analyse is gebaseerd op fysieke gasstromen tussen landen en de binnenlandse productie van gas in EU-landen. Daarmee kunnen we een indicatie geven van de eerste-orde verandering in de beschikbaarheid van aardgas wanneer delen van het aanbod wegvallen. Als een deel van het aanbod van gas wegvalt, kan dit op Europees niveau worden opgevangen door meer gas te importeren uit andere landen, door de eigen productie te verhogen of door minder gas te verbruiken. Het wegvallen van een deel van het aanbod zal in veel gevallen – afhankelijk van de beschikbare transportcapaciteit – ook tot veranderende gasstromen tussen EU-landen leiden (meer toelichting is te vinden onder het kopje Eén Europese gasmarkt).
[1] Nederland heeft in mei 2022 voor 5,6 miljard m3 aan gas geïmporteerd, waarvan 8 procent is terug te voeren naar de import uit Rusland (0,4 miljard m3). In eerdere jaren lag de import van gas in mei gemiddeld lager (4,8 mrd m3) en was 16 procent toe te schrijven aan import vanuit Rusland (0,8 à 0,9 miljard m3). De daling van de afhankelijkheid van Russisch gas is grofweg gelijk aan de levering van Gazprom per maand aan GasTerra, waar volgens het contract 2 mrd m3 aan zou worden geleverd over periode 1 juli tot 1 oktober.
Halvering Russisch gas
De afhankelijkheid van Nederland van Russisch gas is in mei met ongeveer de helft afgenomen ten opzichte van dezelfde maand in de voorgaande drie jaren: van 16 naar 8 procent (zie figuur 4). De 8 procentpunt reductie komt overeen met de gestaakte gasleveringen door Gazprom (zie voetnoot 1). De resterende 8 procent betreft waarschijnlijk de inkoop van gas door andere partijen in Nederland die direct of indirect nog steeds Russisch gas afnemen.
De EU als geheel is nog altijd voor 24 procent afhankelijk van Russisch gas, maar ook daar is sprake van een flinke afname ten opzichte van de afhankelijkheid van 38 procent uit het verleden. De Nederlandse gasimport uit Noorwegen (aandeel van 30 naar 33 procent), het VK (5 naar meer dan 20 procent) en de VS (5 naar 10 procent) is juist sterk toegenomen. De EU heeft de afhankelijkheid van Russisch aardgas ook weten te substitueren door meer gas te importeren uit Qatar, Algerije en Tunesië.
De Russische gasleveringen aan veel EU-landen zijn sterk teruggeschroefd (zie figuur 5), soms op vrijwillige basis, maar veelal ook door beslissingen vanuit Moskou. De levering aan Duitsland is recentelijk nog verder gedaald dan figuur 5 toont. Informatie van het Bundesnetzagentur laat zien dat de Duitse gasinvoer in juni en juli is gedaald van iets minder dan 5000 naar 3500 gigawattuur per dag (GWh/d) met een duidelijke extra dip tijdens de herstelwerkzaamheden aan de Nordstream-pijplijn halverwege juli. De totale gasinvoer in Duitsland is de laatste twee maanden dus met maar liefst 27 procent gedaald, ondanks extra gasleveringen vanuit Noorwegen, België en Noorwegen. Het aandeel Russisch gas in de totale gasinvoer is in twee maanden gedaald 44 procent naar 17 procent.
Markt voor vloeibaar aardgas (LNG)
Het aandeel van LNG in de totale invoer van aardgas is dit voorjaar flink toegenomen. In de maanden maart tot en met mei 2022 bedroeg het gemiddelde aandeel van LNG in de Nederlandse invoer 29 procent[2], terwijl dit in dezelfde periode in de voorgaande drie jaren nog 23 procent was (zie figuur 6). Voor de gehele EU is sprake van een toename van 15 naar 20 procent.
[2] Deze toename is niet het gevolg van noemereffecten (het effect dat het aandeel van LNG ook zonder extra LNG in te voeren toeneemt, wanneer een deel van de invoer via pijpleidingen wegvalt). In Nederland nam het volume van LNG-invoer met 24 procent toe en in de EU met 32 procent. Dankzij de invoer van dit extra LNG is de totale invoer van aardgas (in elk geval tot de zomer) vrijwel gelijk gebleven.
Begin september opent in de Eemshaven een nieuwe LNG-terminal van Gasunie met een capaciteit van 8 mrd m3 per jaar. Er zijn al gasleveranciers gecontracteerd om deze nieuwe terminal op volledige capaciteit te kunnen benutten. Hierdoor zal de Europese invoer van LNG op korte termijn waarschijnlijk fors toenemen.
Ook neemt de exportcapaciteit van de VS vanaf eind 2022 met 25 mrd m3 per jaar toe, zodat niet alleen de capaciteit van Europa om gas te importeren stijgt, maar ook de capaciteit van toeleveranciers om extra gas te leveren toeneemt. Een verdere stijging van de capaciteit zal echter langer op zich laten wachten, doordat hiervoor nieuwe transportschepen moeten worden gebouwd. Ook zorgt de brand in de Texas Freeport facility ervoor dat waarschijnlijk tot het einde van dit jaar minder LNG vanuit de VS kan worden geëxporteerd. In totaal zal de EU hierdoor waarschijnlijk zo’n 6 mrd m3 mislopen.
Tot slot is een belangrijke onzekerheid wat er in de komende tijd gebeurt met de vraag naar aardgas vanuit Azië, in het verleden een grote importeur van LNG. Van de 25 mrd m3 extra LNG die door de EU is geïmporteerd in de eerste helft van 2022[3] was naar schatting zo’n 10 tot 15 mrd m3 oorspronkelijk bedoeld voor de Aziatische markt. Wanneer de coronamaatregelen in Azië verder worden versoepeld en de economie in onder andere China aantrekt, zal de vraag naar LNG op mondiale schaal verder toenemen en kan dit leiden tot minder LNG-leveringen aan de EU.
[3] Naar schatting heeft Europa zo’n 65 mrd aan LNG geïmporteerd in de eerste helft van 2022.
Eén Europese gasmarkt
Hoewel de afhankelijkheid van verschillende Europese landen van Russisch gas op basis van fysieke gasstromen een nuttig startpunt vormt voor verdere analyse, geeft deze een vertekend beeld van de werkelijke gevolgen van het wegvallen van de levering van Russisch gas. Dit komt (vooral) doordat in de EU sprake is van een geliberaliseerde en geïntegreerde markt voor gas. Ongeveer driekwart van het in de EU verkochte gas wordt verkocht binnen deze liquide en flexibele markt voor gas, waarbij schokken in vraag en aanbod tussen landen worden vereffend via het prijsmechanisme.
Op het moment dat gasleveringen vanuit Rusland wegvallen, ontstaat in een land als Duitsland – tot voor kort nog voor 44 procent afhankelijk was van Russisch gas – ceteris paribus een veel grotere gasschaarste dan in Nederland, waar deze afhankelijkheid is teruggebracht tot 8 procent. Het marktmechanisme zorgt er echter voor dat er geen groot prijsverschil ontstaat tussen gas in Nederland en Duitsland, maar er in plaats daarvan extra gas naar Duitsland stroomt. Het marktmechanisme kan verschillen in gasprijzen (en dus gasschaarste) echter alleen opheffen als er voldoende transportcapaciteit beschikbaar is, waardoor gas van regio’s met een lagere schaarste naar regio’s met een hogere schaarste stroomt.
Verschillen in gasprijzen uit termijncontracten tussen Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Italië en Tsjechië zijn nog altijd gering. Dit impliceert dat de markt verwacht dat verschillen in schaarste tussen deze landen via de gasmarkt zullen worden opgeheven, en dat hiervoor (dus) voldoende transportcapaciteit tussen landen bestaat. De Nederlandse gastransportcapaciteit naar Duitsland biedt hiervoor in elk geval voldoende ruimte. Zo is in het basisscenario van Gasunie van de totale uitvoercapaciteit naar Duitsland van 35 mrd m3 nog 15 mrd m3 onbenut.
In het geval dat landen verwachten nog steeds in de problemen te komen heeft de EU in een verordening gasleveringszekerheid vastgelegd dat tussen lidstaten een solidariteitsmechanisme geldt, wat impliceert dat lidstaten elkaar moeten helpen bij een acuut of dreigend gastekort. Voor de uitvoering van de verordening moeten lidstaten die met elkaar verbonden zijn onderlinge afspraken maken, over bijvoorbeeld technische, juridische en financiële voorwaarden. Tot nu toe zijn er slechts zes van deze uitgewerkte bilaterale afspraken getroffen tussen Duitsland en Oostenrijk, Duitsland en Denemarken, de Baltische Staten onderling en Italië en Slovenië. Er is geen solidariteitsovereenkomst tussen Duitsland en Nederland en de kans dat een overeenkomst is uitgewerkt voor de aankomende winter is gering. Echter, ook zonder aanvullende solidariteitsovereenkomst moeten lidstaten gehoor geven aan een solidariteitsverzoek van een lidstaat en moeten ad hoc afspraken worden gemaakt. In dat geval zullen alle aangesloten buurlanden een aanbod doen hoeveel gas zij kunnen bieden. Ook is het belangrijk om te onderstrepen dat een lidstaat alleen een beroep kan doen op solidariteit wanneer het alle maatregelen uit hun energienoodplan heeft toegepast, zoals het afsluiten van niet beschermde afnemers.
Uiteindelijk zorgen de geïntegreerde Europese gasmarkt en de Europese solidariteitsafspraken ervoor dat de kans klein is dat een lidstaat beschikt over volle gasvoorraden, terwijl een andere lidstaat met fysieke tekorten kampt, met dien verstande dat er voldoende fysieke capaciteit is om gas van plek A naar B te krijgen. Daarom hebben we bij het doorrekenen van de gevolgen van het wegvallen van Russisch gas in paragraaf 4 scenario’s doorgerekend waarbij, via het marktmechanisme of het Europese solidariteitsmechanisme, Nederland wordt geconfronteerd met een aanbodschok die gemiddeld geldt binnen de EU (van 24 procent). Dit scenario laat vermoedelijk de situatie zien die zal ontstaan zonder beleidswijziging, waarbij de werking van de energiemarkt ingrijpend wijzigt. Deze situatie weerspiegelt het meest waarschijnlijke scenario.
Een forse kanttekening bij het lagere gasverbruik in de aardolie-industrie is dat dit deels kwam omdat een twee grote Europese raffinaderijen – waarvan één van Shell – de afgelopen maanden stil lag voor onderhoud (zie dit artikel in de Volkskrant). De verwachting is dat wanneer deze raffinaderijen weer volledig operationeel zijn, het gasverbruik in deze sector ook weer zal stijgen.