Onderzoek
Sectorprognoses: moeizaam herstel voor veel sectoren
We verwachten een moeizaam herstel voor veel sectoren na de grote krimp in het tweede kwartaal. Dit komt door de aanhoudende onzekerheid die leidt tot voorzichtigheid bij bedrijven en consumenten.
In het kort
In het afgelopen kwartaal zagen we hoe diep de coronacrisis in de Nederlandse economie sneed. In het tweede kwartaal - grotendeels de periode waarin Nederland zich in de strengste fase van de lockdown bevond - kelderde de economische activiteit ongekend hard met 8,5 procent k-o-k. Het herstel ging na de versoepeling van de coronamaatregelen in eerste instantie voortvarend van start. We voorzien echter dat het herstel in de komende tijd afvlakt. Zo liep de werkloosheid de afgelopen maanden op en we verwachten dat deze verder stijgt als meer bedrijven reorganiseren of failliet gaan. Daarnaast steeg de afgelopen tijd het aantal besmettingen in Nederland en het buitenland, wat de kans op een aanscherping van maatregelen voor bepaalde sectoren of regio’s vergroot. Maar ook zonder een eventuele aanscherping van maatregelen beïnvloedt de onzekerheid rondom het virus bedrijven en consumenten. Ze worden voorzichtiger, geven minder uit en investeren minder. Dit zorgt ervoor dat de economie niet echt de wind in de zeilen krijgt.
Ook in 2021 verloopt het herstel eerst nog moeizaam. We nemen aan dat in de loop van volgend jaar een vaccin breed beschikbaar komt. Maar de opgelopen economische schade in de vorm van hogere werkloosheid en een slechtere financiële positie van bedrijven belemmeren dan nog een tijd lang de economische dynamiek. Ook de toenemende geopolitieke spanningen in de wereld drukken het herstel. Een uitgebreidere toelichting over de Nederlandse economie en de bestedingscomponenten is hier te vinden.
In tabel 1 staan de verwachtingen voor de sectoren. Hierin is het onvolledige herstel terug te zien voor 2020 en 2021. Als we kijken naar onze vorige raming zien we dat de krimp in het tweede kwartaal voor een aantal sectoren minder groot was. Ook lijken bepaalde bedrijfstakken zich beter te herstellen dan we eerst hadden verwacht. De horeca en de overige zakelijke diensten, de hoofdsector waar onder andere de reis- en uitzendbureaus toe behoren, krijgen dit jaar de grootste klap. In de omzetprognoses zijn de verwachtingen voor de omzet per kwartaal en per deelsector weergegeven.
Alle sectorprognoses, zowel die voor de omzet als die voor de toegevoegde waarde, zijn met een grotere onzekerheid omgeven dan gebruikelijk.
Veerkrachtige horeca en handel, maar volledig herstel blijft uit
Een van de hardst geraakte sectoren in 2020 is de horeca. In het tweede kwartaal kreeg deze sector een enorme knauw. Maar in het derde kwartaal verwachten we dat de horeca weer wat opveert. Zo mocht de sector sinds juni weer gedeeltelijk open, en zagen we in (gegroepeerde) transactiedata van de Rabobank een toename in uitgaven aan de categorie uit eten en drinken in de maand juli j-o-j. Overigens zijn deze data voor de onderzoekers niet herleidbaar tot de klant.
Een volledig herstel is echter nog niet in het vizier: zodra de dagen korter worden en de temperatuur daalt, zullen we minder op het terras willen zitten. Hierdoor vermindert niet alleen de capaciteit van de horeca, maar rest ook de vraag hoeveel consumenten ondanks de afstandsmaatregelen binnen bij elkaar willen zitten. Daarnaast duurt het waarschijnlijk nog wel even voordat de zakelijke markt weer aantrekt en blijft ook voor de evenementenbranche het licht nog op rood staan. Voor 2020 gaan we uit van een krimp van rond de 32 procent j-o-j.
Mede door de malaise in de horeca zakt ook de overige zakelijke dienstverlening, waartoe de uitzend- en reisbureaus behoren, met een krimp van 12 procent j-o-j onderuit.
Voor de handel, de sector die detail- en groothandel omvat, geldt eenzelfde soort beeld als voor de horeca. De handel is het dieptepunt voorbij en lijkt zich beter te herstellen dan we eerder hadden gedacht. Maar de voorzichtige consument zit een volledig herstel voorlopig nog in de weg. We verwachten een j-o-j krimp van circa 5 procent voor de handel en geen volledig herstel in 2021.
Geen extra inhaalgroei voor de zorg
In de strengste fase van de lockdown zagen we dat de IC-afdelingen overuren draaiden. Toch vond er een productiedaling in de zorg plaats doordat onder andere geplande zorg werd uitgesteld en tandarts- en fysiopraktijken dicht waren. We verwachten dat de zorg in het derde kwartaal weer teruggaat naar het productieniveau van voor de coronacrisis, maar we voorzien geen extra inhaalgroei. Onze zorgprognose komt uit op een krimp van ongeveer 3 procent j-o-j.
Behalve de coronacrisis drukt ook stikstof op de laat-cyclische bouw
Waar de bouw in het eerste kwartaal met 4,8 procent groei j-o-j nog sterk aan 2020 begon, kromp de sector in het tweede kwartaal met 4,2 procent j-o-j. We verwachten dat deze krimp doorzet vanwege het laat-cyclische karakter van de bouw en de stikstofproblematiek die de sector nog steeds parten speelt aangezien de bouwvergunningen sinds 2019 zijn gedaald (figuur 1).
Dat de gehele sector krimpt, betekent niet dat ieder bedrijf in de bouw al te maken heeft met een dalende productie of omzet. We zien bijvoorbeeld dat de algemene burgerlijke- en utiliteitsbouw in het tweede kwartaal j-o-j een daling in omzet zag, terwijl de infrasector in diezelfde periode nog een omzetstijging noteerde j-o-j. Dankzij goed gevulde orderportefeuilles draaien sommige woningbouwers zelfs nog beter dan vorig jaar. Maar door de daling van de afgegeven vergunningen (figuur 1) verwachten wij ook hier op termijn een teruglopende omzet en productie. We voorzien dit jaar een productiekrimp van 3 procent j-o-j voor de gehele bouwsector.
Grootste neergang in de industrie voorbij
In augustus steeg de inkoopmanagersindex (PMI) naar 52,3. Dit is hoger dan de Eurozone manufacturing PMI van 51,7 en net onder het langjarige gemiddelde van 52,5. Hiermee wijst de PMI weer op een toename in productie nadat hij in april onder de 50 was gedoken. Ook het producentenvertrouwen nam in augustus toe, maar is nog steeds negatief.
Het lijkt erop dat de grootste productiedaling achter de rug is. Daarnaast was het tweede kwartaal minder negatief dan we eerst hadden verwacht en produceerde de industrie in juli alweer 3 procent meer dan in juni (figuur 2). We stellen de prognose voor de industrie daarom positief bij naar een krimp van 6 procent. Maar vanwege de internationale spanningen en de naderende Brexit verwachten we geen volledig herstel voor de exportgerichte industrie.
Ook in de andere sectoren voorzien we geen volledig herstel
Tijdens de strengste fase van de lockdown kwam het personenvervoer door de lucht bijna tot stilstand. Het zal nog wel even duren voordat dit weer volledig is hersteld. En hoewel het vervoer van pakketjes juist een vlucht kreeg, compenseert dit de malaise in andere delen van de vervoerssector niet. Al met al verwachten we dat de coronacrisis de vervoersector nog het hele jaar parten blijft spelen.
Binnen de informatie en communicatiesector vallen deelsectoren met uiteenlopende ontwikkelingen. Zo worden de uitgeverijen en de media hard geraakt door gedaalde advertentie-inkomsten, maar heeft de IT-sector vooralsnog minder last van de gevolgen van de coronacrisis. We verwachten dat bedrijven grote investeringen in nieuwe IT-projecten uitstellen, en doordat het aantal faillissementen van de eindklanten vermoedelijk toeneemt, voorzien we geen volledig herstel in de informatie en communicatiesector.
Deze algemene terugval in vraag door onder meer de verwachte stijging van faillissementen zorgt ook voor een onvolledig herstel in de specialistische zakelijke dienstverlening.