Onderzoek
De Achterhoek: eerste tekenen van een lagere brede welvaart
De brede welvaart is in de Achterhoek hoger dan gemiddeld in Nederland. Vooral op de dimensie huisvesting, sociale contacten en veiligheid scoort de regio veel beter. Maar net als in de rest van het land, zijn de eerste haarscheurtjes in de brede welvaart zichtbaar.
Box 1
De Achterhoek (8rhk) werkt aan de Achterhoekmonitor, met kernindicatoren over hoe de regio zich ontwikkelt. Hierbij leeft de ambitie om de regio stevig op de kaart te zetten. Aan RaboResearch is gevraagd om de Achterhoek te analyseren vanuit een breed welvaartsperspectief. We gaan daarom kort in op het begrip welvaart en uitgebreid op die van de regio Achterhoek. Dit doen we door de brede welvaart zo recent mogelijk te meten, en ook te duiden wat de gevolgen zijn van de coronacrisis voor de brede welvaart.
Wat is welvaart?
Hoe welvarend zijn we in Nederland? Hoe steekt de welvaart in de Achterhoek af bij de rest van het land? En waar moeten we op inzetten om de welvaart in de regio te vergroten? Eén manier om na te gaan hoe onze welvaart zich ontwikkelt, is door economische groei te meten aan de hand van het bruto binnenlands product (bbp) of het bruto regionaal product (brp). Economische groei is echter niet het enige wat Nederlanders waardevol vinden. Ook aspecten als gezondheid, veiligheid, milieu en geluk zijn van belang. Het brp vormt daarom een zeer beperkt kompas om op te koersen voor het vergroten van onze regionale welvaart.
Het concept brede welvaart houdt wel rekening met de verschillende kanten die samen onze welvaart vormen. Hierin worden elf belangrijke welvaartsdimensies samengebracht: gezondheid, milieu, persoonlijke ontwikkeling, (subjectief) welzijn, inkomen, huisvesting, de balans tussen werk en privé, veiligheid, baanzekerheid, sociale contacten en maatschappelijke betrokkenheid (zie figuur 1). Voor het vergroten van onze welvaart is het van belang niet eenzijdig naar een van deze dimensies te kijken, maar deze integraal te benaderen. Dit betekent dat bij het zoeken naar manieren om de welvaart te vergroten, moet worden geprobeerd om verbeteringen in één welvaartsdimensie niet ten koste te laten gaan van andere welvaartsdimensies.
Om de brede welvaart te verhogen, is eerst inzicht nodig in de hoogte en de ontwikkeling van de brede welvaart en de onderliggende dimensies. Daarom hebben Universiteit Utrecht en Rabobank in 2016 de brede welvaartsindicator (BWI) ontwikkeld. De BWI meet elk van de elf dimensies met een of twee indicatoren en brengt deze samen tot één indicator.
Naast een landelijk gemiddelde is kennis van de regionale brede welvaart belangrijk. De omstandigheden in de directe leefomgeving van mensen bepalen immers hun welvaart. Waar mensen wonen, werken en leven bepaalt voor een belangrijk deel of zij een baan kunnen vinden, in veiligheid leven of bevredigende sociale relaties met anderen weten te onderhouden. Daarom meet de BWI de brede welvaart ook op regionaal niveau. Dit biedt beleidsmakers en andere belanghebbenden een startpunt om lokale en regionale welvaartsinitiatieven te ontwikkelen.
Brede welvaart net hersteld van vorige crisis
De BWI en het bbp per hoofd van de bevolking hebben in Nederland duidelijk een verschillend verloop (figuur 2). Tot 2009 vertoont zowel het bbp als de BWI een opwaartse ontwikkeling. In 2009 daalde het bbp echter sterk, terwijl de brede welvaart zelfs nog iets steeg. In die periode hielden veel bedrijven nog vast aan hun werknemers en bleven de lonen stijgen. Vanaf 2010 begint de brede welvaart te dalen, om in 2013 het dieptepunt te bereiken. Toen was de werkloosheid sterk toegenomen en daalde het subjectieve welzijn (geluk en tevredenheid) van mensen. Terwijl de economische groei na 2013 flink aantrok, nam de brede welvaart sindsdien in eerste instantie nog maar mondjesmaat toe. Pas vanaf 2015 werd onze brede welvaart snel groter, om pas in 2018 boven het niveau van voor de crisis uit te komen.
Sinds het dieptepunt van 2013 kan de groei van de brede welvaart vooral worden toegeschreven aan de lagere werkloosheid. Daardoor namen de huishoudinkomens toe. Hoewel de Brede Welvaartsindicator dus verder kijkt dan materiële welvaart is de groei in de afgelopen jaren grotendeels wel materieel van aard. De keerzijde daarvan is dat de dimensies werk-privébalans en sociale contacten sinds 2013 iets zijn verslechterd. De enige noemenswaardige daling zien we in de dimensie huisvesting. Minder Nederlanders zijn tevreden met hun huidige woning, wat zeer waarschijnlijk te maken heeft met de beperkte mogelijkheden van vooral starters op de woningmarkt.
Hoge brede welvaart in de Achterhoek
Achter dit landelijke gemiddelde van brede welvaart gaat een grote regionale dynamiek schuil (figuur 3). De inwoners van Het Gooi en Vechtstreek, Zuidwest-Drenthe en Alkmaar en omgeving genieten de hoogste brede welvaart. Hier zijn de mensen over het algemeen gezond, hoogopgeleid, gelukkig en tevreden met hun huis. Daarnaast is de veiligheid groot en de werkloosheid laag in deze gebieden. Tot slot hebben de inwoners van Het Gooi en Vechtstreek een bijzonder hoog inkomen.
De brede welvaart is beduidend lager in de stedelijke regio’s Agglomeratie ’s‐Gravenhage, Groot‐Amsterdam, Zaanstreek en in mindere mate Groot‐Rijnmond. Dit komt grotendeels door negatieve effecten van verstedelijking: een lagere score op milieu, minder veilig, een slechtere balans tussen werk en privé en vooral een bijzonder lage woontevredenheid. Ook in een aantal regio’s aan de randen van het land, vooral Delfzijl en omgeving en Zuid‐Limburg, is de brede welvaart lager dan gemiddeld. Naast eveneens een lage woontevredenheid zijn de knelpunten daar gerelateerd aan de arbeidsmarkt: lagere opleidingsniveaus, hogere werkloosheid en lagere inkomens.
De Achterhoek zit in de subtop: niet zo hoog als de top drie, maar ruim boven het landelijke gemiddelde. Op de onderliggende dimensies scoort de regio gelijk aan of beter dan Nederland als geheel (figuur 4). Sociale contacten, veiligheid en huisvesting springen het meest in het oog. Dit past goed bij het minder stedelijke karakter van de Achterhoek. De inwoners zijn gemiddeld minder individualistisch, er is minder criminaliteit en de huizenprijzen zijn de laatste jaren minder hard gestegen. Verder zien we dat werk en privé beter in balans zijn, de baanzekerheid hoger is (lagere werkloosheid en minder flexwerkers) en Achterhoekers over het algemeen gelukkiger en tevredener zijn. Vooral positieve verschillen met Nederland dus.
Impact van de coronacrisis op brede welvaart
Dat de coronacrisis onze brede welvaart raakt, staat buiten kijf. Het is echter nog onduidelijk op welke terreinen, in welke mate en op welke momenten de crisis toeslaat. De cijfers die worden gebruikt in de Brede Welvaartsindicator zijn voor het jaar 2020 immers nog niet beschikbaar. Harde data ontbreken dus. Om toch een eerste indruk te krijgen van de impact van de coronapandemie op onze welvaart, gebruiken we in plaats daarvan de uitkomsten van de brede welvaartsenquête. Deze heeft Rabobank in het voorjaar van 2019 en 2020 uitgezet en is door ruim tienduizend mensen ingevuld. We vroegen hen om de elf dimensies van brede welvaart te waarderen op een schaal van één tot zeven (zie tabel 1). Het gaat hierbij dus nadrukkelijk om de welvaart zoals de respondenten deze ervaren, wat kan verschillen van de gemeten brede welvaart in de BWI.
Ruim 5.500 mensen vulden de enquête in beide jaren in. Hierdoor kunnen we meten in hoeverre hun brede welvaart is veranderd. Vervolgens is bepaald welk deel van hen in 2020 een hogere dan wel lagere score heeft ingevuld en zijn die percentages met elkaar vergeleken. Significant meer mensen met een hogere (lagere) score dan vorig jaar betekent dat de dimensie is verbeterd (verslechterd).
Eerste haarscheurtjes in brede welvaart zichtbaar
In figuur 5 zijn de uitkomsten voor heel Nederland weergegeven. De verschillen tussen het percentage negatieven en het percentage positieven is bij de donker gemarkeerde dimensies statistisch significant (op een betrouwbaarheidsniveau van minimaal 95 procent). De conclusie die we kunnen trekken, is dat vijf dimensies duidelijk zijn verslechterd: subjectief welzijn (geluk), sociale contacten, baanzekerheid, werk-privébalans en huisvesting. Die verslechtering hoeft niet per se het gevolg te zijn van de coronapandemie, maar voor de eerste vier lijkt dat wel waarschijnlijk. Huisvesting is een dimensie die al langer verslechtert. Het vele thuiswerken sinds het uitbreken van de pandemie heeft daar mogelijk wel aan bijgedragen. Daardoor stellen mensen mogelijk andere eisen aan hun woning en waren zij vaker met het hele gezin aan huis gekluisterd. Dat laatste heeft waarschijnlijk ook de balans tussen werk en privé verstoord. Dat de baanzekerheid significant is gedaald, is een logisch gevolg van de economische neergang. De sterke verbetering van de dimensie inkomen is opvallend. Belangrijk om te beseffen is dat het hier gaat om de vraag of mensen voldoende inkomen hebben, niet of dat inkomen hoger of lager is dan vorig jaar. Tussen het voorjaar van 2019 en de coronacrisis zijn meer mensen gaan werken, die daardoor voldoende inkomen kregen. Tijdens de crisis is dat aantal wel gedaald, maar door overheidssteun en werkloosheidsuitkeringen zijn de inkomensdalingen waarschijnlijk beperkt gebleven.
Algehele brede welvaart lijkt vooralsnog op peil
Door de antwoorden op de elf vragen op te tellen tot één score, krijgen we zicht op de ontwikkeling van de algehele brede welvaart tussen 2019 en 2020. Afhankelijk van de exacte rekenmethode ligt de brede welvaart in 2020 0,2 tot 0,5 procentpunt lager dan in 2019. Een minimaal verschil dat bovendien niet tot nauwelijks significant is. Dit lijkt op het eerste oog verrassend, maar ook na het begin van de Grote Recessie in 2008 zagen we een vertraagde reactie van de brede welvaart op de economische krimp. In 2009 steeg de brede welvaart zelfs nog een beetje, om pas vanaf 2010 te dalen tot het dieptepunt in 2013. Daarnaast steeg de brede welvaart sinds 2013 onafgebroken. Een gelijkblijvende brede welvaart in 2020 is dus al een verandering van de trend, zeer waarschijnlijk veroorzaakt door de coronacrisis.
Eerste tekenen lagere brede welvaart Achterhoek
In de Achterhoek vulden 103 mensen de enquête in beide jaren in. De resultaten daarvan staan in figuur 6. Het valt direct op dat de verschillen tussen de percentages overwegend negatief zijn. Oftewel, het aantal respondenten dat een verslechtering ervaart tussen 2019 en 2020 is voor vrijwel elke dimensie groter dan het aantal mensen dat een verbetering ervaart. De verschillen zijn aanzienlijk voor de dimensies subjectief welzijn, veiligheid, milieu en werk-privébalans en iets minder groot voor de dimensies sociale contacten en huisvesting. Het verschil is echter verreweg het grootst bij de dimensie gezondheid. Bovendien is dat de enige dimensie met een verschil dat significant is op een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent. Maar liefst 31 procent gaf aan een slechtere gezondheid te hebben dan vorig jaar, tegen 15 procent met een betere gezondheid dan in 2019.
Hoewel de verschillen tussen de percentages niet voor alle dimensies significant zijn, tellen de antwoorden op de elf vragen wel allemaal mee voor de berekening van de ontwikkeling van de algehele brede welvaart. Gegeven het beeld is het wellicht geen verrassing dat die negatief is, maar die ontwikkeling is niet significant. Net als voor Nederland als geheel is daarom de conclusie dat we op basis van de enquête nog niet kunnen concluderen dat de algehele brede welvaart in de Achterhoek lager is dan vorig jaar, maar dat de eerste haarscheurtjes wel duidelijk zichtbaar zijn.
Conclusie
De Achterhoek heeft een hoge brede welvaart en staat daarmee in de subtop van Nederlandse regio’s. Ook op de onderliggende dimensies doet de regio het over het algemeen beter dan Nederland als geheel. De uitkomsten van de brede welvaartsenquête tonen echter de eerste tekenen van een daling van de brede welvaart, zowel in Nederland als geheel als in de Achterhoek. De richting van de meeste dimensies is negatief en een lagere brede welvaart is ook conform de verwachtingen gegeven de coronacrisis.
Nogmaals voor de duidelijkheid, het gaat hierbij om de ervaren brede welvaart van de deelnemers aan de enquête. Subjectieve data dus versus voornamelijk objectieve data in de Brede Welvaartsindicator. Hoewel we zullen moeten wachten tot volgend jaar om te zien of ook de BWI daadwerkelijk flink is gedaald, geven deze uitkomsten wel een eerste indruk.
Meer informatie op www.achterhoekmonitor.nl