Opinie
And the winner is…
Wie weet een beter woord voor duurzaamheid? Die oproep deed ik vorige maand. Er stroomden tientallen inzendingen in mijn mailbox. Er zijn meer mensen die vinden dat duurzaamheid te veel betekenissen heeft waardoor het een hol begrip is geworden.
Uitslag prijsvraag: wie heeft een beter woord voor duurzaamheid?
Wie weet een beter woord voor duurzaamheid? Die oproep deed ik vorige maand. Er stroomden tientallen inzendingen in mijn mailbox. Het onderwerp leeft! Er zijn meer mensen die vinden dat duurzaamheid te veel betekenissen heeft waardoor het een hol begrip is geworden dat geen richting geeft aan de noodzakelijke transities naar meer energiebesparing, minder CO2-uitstoot en meer circulair ondernemen. Het woord ‘duur’ zorgt er bovendien voor dat mensen maar matig enthousiast worden van duurzaamheid. Omdat verduurzaming van onze economie erg belangrijk is, hebben we een term nodig die wel richting geeft en enthousiast maakt. Zat er een kanshebber onder de inzendingen? Leest u maar mee. De grootste kanshebber kwam uit onverwachte hoek.
Veel inzenders lieten zich van hun creatieve kant zien. John van den Elshout kwam met Econologisch, en had daarmee oog voor het milieu en een (kosten-)efficiënte productie. Barbara Broeks kwam met ecozaam of ecolair, een creatieve combi van economie, ecologie en circulair. De 12-jarige zoon van Ramon Laponder bedacht een nieuw woord: goedzaam. En Wim Scholte bedacht ook een nieuw woord: generatiewijs. Tot slot noem ik in de categorie creatief de inzending van Jos Nieland. Na het lezen van het boek van Nassim Nicholas Taleb, The Black Swan, over de impact van het hoogst onwaarschijnlijke, kwam hij op het woord antifragiel.
Het mooiste woord kwam van Monique Bos: Durabelle. Prachtig, maar klinkt ook een beetje als een lingeriemerk. Een woord dat heel vaak werd genoemd is toekomstbestendig(heid). Ivo Hanssen noemde het, maar bracht net als anderen ook een mooi Zuid-Afrikaans woord in: volhoudbaarheid. Jos Voeten stuurde dat woord ook in en had er een onderbouwd verhaal bij met foto van een volhoudbaarheidsbloem.
Het woord toekomst kwam vaak voor. John Mathon stuurde toekomstbewust in. Henk Bolt kwam omdat toekomstbestendig al langer bestaat met een nieuw woord: toekomstveilig. Ron van Bruchem kwam met toekomstvriendelijk. Nannette Unger hield het op toekomstbewust.
Maurits Versteegh kwam na lang mijmeren tot de conclusie dat duurzaamheid eigenlijk een prima woord is. Iedereen weet waar je het over wilt hebben, ook al is het een verzamelterm. Is irritatie ook niet een mooie trigger voor aandacht?, vraagt hij zich af. Voor sommigen misschien wel, maar ik vrees dat irritatie voor de meesten geen goede drijfveer is.
Het woord dat het vaakst is ingestuurd, is ook het grootst in de word cloud die ik van de inzendingen heb gemaakt (zie figuur). Van mijn communicatiecollega’s heb ik geleerd dat dat woord vanuit communicatie-oogpunt heel geschikt is. Het woord is PlanetProof. Onder anderen Gijs Dröge zond dat woord in. Het is een compact woord, met een eenduidige betekenis en voelt ook een beetje als een werkwoord. We have to planetproof the world! Dat past prima bij onze missie Growing a better world together. Wist u dat als alle inwoners op aarde dezelfde levensstijl als de gemiddelde Nederlander hadden, we dan ongeveer 3,5 wereldbollen nodig zouden hebben. Het is duidelijk: onze levensstijl is niet PlanetProof.
Daarom organiseerde Rabobank op Prinsjesdag aan de Lange Voorhout, waar later die dag de traditionele rijtoer voorbijkwam, een bijeenkomst met de Raad van Kinderen. Zij adviseerden ons over de vraag hoe bedrijven en de bank mensen kunnen helpen hun huishouden te verduurzamen.
Ook aan hen vroeg ik om een beter woord voor duurzaamheid. En wat mij betreft kwam de winnaar van de kinderen. Eén van hen, Guus, kwam met ‘aardlief’. Daar zit het milieu- & planet-aspect in, en ook het sociale & menselijke. Aangezet door de creativiteit van de kinderen kwam Wiebe Draijer, die ook aanwezig was om het advies van de kinderen te horen, tot een mooie term: toekomstwaardig. Maar de prijs was toen al vergeven. Geen fles wijn, maar wel een aardlief geproduceerde lekkernij.