Onderzoek
Adoptie van technologie draagt bij aan succes Nederlandse bedrijven
Internationaal gezien adopteren Nederlandse bedrijven relatief vaak nieuwe technologie, maar het MKB loopt achter op het grootbedrijf. De schaarste aan ICT-personeel blijkt een belangrijke belemmering voor adoptie.
In het kort
Recent schreef RaboResearch over wat wel en niet bekend is over het succes van ondernemingen. Naast ondernemersklimaat, managementkwaliteit, financiering en de kennis van medewerkers is de adoptie van innovatie een belangrijke succesfactor. In dit Themabericht kijken wij naar de adoptie van drie toonaangevende informatie- en communicatietechnologieën die breed inzetbaar zijn. Bedrijven in Nederland maken gemiddeld genomen meer gebruik van dergelijke relatief nieuwe technologieën dan bedrijven in andere EU-landen. Het grootbedrijf loopt overal voor op het MKB, maar deze kloof is in Nederland redelijk beperkt. Wel zijn er grote verschillen als men inzoomt op specifieke technologieën per sector. Bijvoorbeeld het gebruik van sociale media ligt substantieel lager in de sectoren die vooral zakelijke afnemers hebben, zoals transport en industrie. Daarbij gebruiken de meeste bedrijven een vorm van externe dataopslag, op kleine ondernemingen in de horeca na. Bovendien is het gebruik van big data analytics vrij laag, zelfs in sectoren als de industrie en de zorg, waar naar verwachting een hoop data beschikbaar zijn voor analyse. Het tekort aan ICT-professionals lijkt de grootste belemmering te zijn voor de adoptie van nieuwe technologie.
Nederland loopt voor in adoptie van nieuwe technologie
Om een overzicht te krijgen van de adoptie van nieuwe technologie bij het Nederlandse MKB kijken wij naar drie technologieën: sociale media, cloud computing en big data analytics. Dit zijn de nieuwste technologieën waar data voor beschikbaar zijn van Eurostat. Sociale media gaat over het gebruik van internetdiensten zoals LinkedIn, Twitter en Facebook, onder andere om (nieuwe) klanten te bereiken en te binden. Bij cloud computing worden dataopslag en software ingehuurd vanuit externe computers. Big data analytics zijn technieken en bijpassende technologieën om grote datasets, meestal uit eigen bedrijfsprocessen en klantcontacten, inzichtelijk te maken en daaruit nuttige informatie te halen voor het besturen van het eigen bedrijf. Figuur 1 laat het gemiddelde zien van het aandeel van de bedrijven die deze technologieën gebruiken, naar omvang en per land (zie appendix voor een lijst van landenafkortingen). Alle data omtrent Nederland die hieronder zijn gebruikt betreffen 2017, maar helaas zijn de meest recente Europese data uit 2014.
Uit figuur 1 blijkt dat het gebruik van deze technologieën hoger is in Nederland dan in de meeste andere EU-landen, ongeacht de omvang van het bedrijf. Maar ook in Nederland is het aandeel van de bedrijven die deze technologieën adopteren substantieel lager bij het MKB dan bij grote ondernemingen, net als in andere Europese landen. Wel is die kloof kleiner in Nederland dan elders in de EU, maar de kloof is er wel.
Dat bedrijven in Nederland vaker nieuwe technologie adopteren, weerspiegelt de goede condities voor het gebruik van technologie. Nederland bevindt zich bijvoorbeeld op de eerste plaats van de Digital Innovation Enabler Index. Deze index meet hoe sterk de digitale transformatie wordt gefaciliteerd in een land, waarbij de indicator bestaat uit de kwaliteit van de digitale infrastructuur, de toegang tot financiële middelen en de vraag naar en het aanbod van ICT-vaardigheden in een land (EC, 2018). Dit blijkt ook uit een ranglijst van The Economist, waar Nederland een van de toptienlanden is die het meest gereed zijn voor de adoptie en implementatie van nieuwe technologie (Economist, 2018).
Adoptie per technologie en sector
Ondanks de positieve omgevingsfactoren zijn de verschillen in adoptie tussen sectoren en de verschillende technologieën aanzienlijk. Hieronder zoomen wij per technologie in op deze verschillen.
Sociale media
Gemiddeld genomen gebruikt 91 procent van de grote ondernemingen een vorm van sociale media, terwijl dat bij de middelgrote bedrijven 81 procent is en 66 procent bij de kleine bedrijven. Maar het gebruik van sociale media varieert sterk tussen sectoren. Ondernemingen in informatie en communicatie (90 procent), verhuur en handel van onroerend goed (87 procent), specialistische zakelijke dienstverlening (84 procent) en de horeca (83 procent) maken vooral gebruik van sociale media, in tegenstelling tot bedrijven in vervoer en opslag (68 procent) en de industrie (72 procent)(zie figuur 2). Dit kan deels te maken hebben met de afzetmarkt van deze ondernemingen. Sociale media lenen zich meer voor het bereiken van particuliere klanten of het verspreiden van publieke informatie onder een breder (zakelijk) netwerk, waardoor het wellicht minder belangrijk is voor deze sectoren.
In tegenstelling tot sociale media is het aantal bedrijven dat een eigen website heeft substantieel hoger (figuur 3), onafhankelijk van de omvang van de onderneming of de sector waarin de onderneming zich bevindt. Dit is logisch, aangezien deze technologie iets ouder is dan sociale media. Daarbij zijn de kosten voor een website de laatste jaren enorm afgenomen en is het opzetten ervan technisch gemakkelijker geworden door toegankelijkere software.
Cloud computing
De opkomst van ICT zorgt er ook voor dat administratie vooral digitaal wordt. Dit draagt bij aan de toenemende hoeveelheid data die ondernemingen bezitten. En vanuit veiligheidsoverwegingen wordt het steeds belangrijker om de data (extra) op een externe plek op te slaan en de meest recente versie van software te hebben. Dit zorgt er namelijk voor dat de software (in het algemeen) het meest veilig is en dat een bedrijf minder kwetsbaar is voor cyberaanvallen.
Uit figuur 4 blijkt dat een groot deel van de bedrijven (zowel MKB als grootbedrijf) data (of een back-up hiervan) opslaat op een externe locatie. Dit biedt een aantal voordelen, want een onderneming hoeft geen hoge initiële investeringen te doen in de benodigde apparatuur of software en back-ups van data zorgen ervoor dat kostbare gegevens veilig zijn opgeslagen. De grootste en enige uitzondering hierop zijn de kleinste ondernemingen in de horeca. Een verklaring hiervoor kan zijn dat dit soort ondernemingen een beperkte hoeveelheid digitale administratie hebben, waardoor de baten van het extern opslaan wellicht niet opwegen tegen de kosten ervan.
Big data analytics
Dat bedrijven steeds meer data verzamelen zegt weinig over hoe deze data worden gebruikt. In figuur 5 valt op dat vooral de grote ondernemingen gebruik maken van big data analytics. Dit kan te maken hebben met een beperkte hoeveelheid data bij kleine ondernemingen of een tekort aan beschikbare middelen om deze data te analyseren. Daarbij voeren vrijwel alle ondernemingen de analyse zelf uit of gebeurt dit door een combinatie van eigen analisten en extern ingehuurde analisten.
Tegenwoordig speelt het analyseren van (grote) datasets een steeds grotere rol voor ondernemingen (LaValle, et al., 2011). Dit is logisch, aangezien het gebruik van data in een onderneming een positieve bijdrage kan leveren, bijvoorbeeld aan productiviteit. Zo blijkt dat ondernemingen die keuzes maken op basis van data analyse ruim 5 procent productiever zijn dan bedrijven die dat niet doen (Brynjolfsson, Hitt & Kim, 2011). Bovendien lijkt er een positieve relatie te zijn tussen het gebruiken van big-data en of een onderneming innovatief is (Witteman, Brouwer & Smits, 2018).
Maar, terwijl veel ondernemingen al veel langer data verzamelen, is het gebruik van big data analytics een ontwikkeling van de laatste jaren die nog niet in alle bedrijven en sectoren is doorgedrongen. Bijvoorbeeld in de zorg en de industrie is het gebruik van big data analytics aan de lage kant, terwijl ondernemingen in deze sectoren naar verwachting wel een hoop data hebben.
De kloof tussen groot- en kleinbedrijf in het gebruik van big data analytics is groter dan voor de andere technologieën die hierboven zijn bekeken. Het lijkt voor de hand liggend dat kleine bedrijven geen ‘big’ data hebben, maar ook bij veel kleinere bedrijven kan het aantal klanten of transacties snel oplopen, waardoor deze kleinere bedrijven snel op een grote bak met data zitten. Een reden voor de achterblijvende opkomst van big data analytics kan te maken hebben met beperkte middelen en personeel (EY, 2014). Ook al zijn de data aanwezig, het kan bijzonder arbeidsintensief zijn om deze te prepareren voor analyse. Bovendien is voor zowel het voorbereiden van de data als het analyseren daarvan gespecialiseerd (en vaak duur) personeel nodig. Daarbij komen er ook steeds meer wetten en regels voor het gebruik van data (AP, 2017), waardoor het opzetten van de bijbehorende (data-)processen kostbaarder wordt.
Personeel belangrijke belemmering voor adoptie
De adoptie van technologie is niet vanzelfsprekend, ook al beseffen ondernemers dat deze technologie nuttig kan zijn. De technologie zelf is mogelijk duur, maar financiële middelen lijken een minder knellend probleem te zijn dan mensen vinden met de juiste vaardigheden.
Voor alle aspecten van de bedrijfsvoering is het vinden van geschikt personeel op dit moment een groot probleem, dus niet enkel voor de adoptie van technologie. In het tweede kwartaal van 2018 ervoer 20 procent van alle Nederlandse bedrijven in alle sectoren een tekort aan arbeidskrachten als de belangrijkste belemmering (Conjunctuurenquête CBS). Dat is substantieel hoger dan de andere genoemde categorieën, inclusief het gebrek aan financiële middelen, dat maar door 5,5 procent van de ondernemers als grootste belemmering wordt ervaren. Het tekort aan personeel was het grootste knelpunt in de sectoren zakelijke dienstverlening en ICT, waar respectievelijk 37,7 procent en 29,6 procent een tekort aan personeel ervoer. Dat zijn juist de sectoren waar ICT het belangrijkst is.
Ook in andere sectoren blijkt de vraag naar ICT-personeel hoog, maar overal zijn deze vacatures moeilijk te vervullen. In figuur 6 staat het aandeel bedrijven dat in 2017 ICT-personeel wilde aannemen of heeft aangenomen en het aandeel bedrijven dat moeite heeft of heeft gehad om deze functies te vervullen. Meer dan de helft van alle ondernemingen heeft moeite (gehad) met het aantrekken van ICT-personeel. Deze problemen zullen de komende jaren naar verwachting alleen maar toenemen, aangezien veel partijen, zoals het ROA (zie ROA, 2017), verwacht dat de tekorten aan ICT-professionals nog verder stijgen.
Hoewel het gebrek aan ICT-professionals een belemmering lijkt te zijn voor adoptie, is het niet duidelijk of dit doorslaggevend is voor het verschil in adoptie tussen MKB en grootbedrijf. Het MKB neemt minder ICT-professionals aan. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn onder meer dat ze andere belemmeringen ervaren voor de adoptie van nieuwe technologie of dat ze worden afgeschrikt door de kosten of schaarste van ICT-specialisten. Wel ligt het aandeel moeilijk te vervullen vacatures in de meeste sectoren hoger dan bij het grootbedrijf. We kunnen dus redelijkerwijs stellen dat als het MKB ICT-personeel nodig heeft, dit in de meeste sectoren moeilijker is om te vinden dan voor het grootbedrijf. Dat kan vooral voor de toepassing van big data analytics een belemmering vormen.
Conclusie
Mede dankzij gunstige omgevingsfactoren gebruiken bedrijven in Nederland meer nieuwe technologieën dan bedrijven in andere EU-landen. Net als in andere landen loopt het grootbedrijf daarin voor. Wel is het verschil in adoptie tussen het MKB en het grootbedrijf hier kleiner. Adoptie verschilt per sector en per type technologie. Big data analytics blijkt niet door alle sectoren in de zelfde mate te worden gebruikt. Dat ligt niet alleen aan de beschikbaarheid van data of de omvang van de bedrijven. Hoewel er meer belemmeringen mogelijk zijn voor de adoptie van technologie, lijkt het tekort aan ICT-professionals de belangrijkste hiervan.
Bronnen
Autoriteit Persoonsgegevens (2017) Algemene informatie AVG. Autoriteitpersoonsgegevens.nl
Brynjolfsson, E., L. Hitt en H. Kim (2011) Strength in numbers: how does data-driven decision making affect firm performance? SSRN Working Paper, 24 april.
EC (2018) Digital Transformation Scoreboard 2018.
Economist (2018) Preparing for disruption: Technological Readiness Ranking. Economist Intelligence Unit
Ernst & Young (2014) Big data: Changing the way businesses compete and operate. April 2014
LaValle, S., Lesser, E., Shockley, R., Hopkins, M. S., & Kruschwitz, N. (2011). Big data, analytics and the path from insights to value. MIT sloan management review, 52(2), 21
Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (2017) De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2022. ROA Rapport, december 2017
Witteman, J., Brouwer, E. & Smits, T. (2018) Data zijn geen productiefactor, maar wel productiviteitsverhogend. Economische en Statistische Berichten, jaargang 103 (4763) 5 juli 2018
Appendix 1 – Landenafkortingen
BE | België |
DE | Duitsland |
DK | Denemarken |
EE | Estland |
ES | Spanje |
FI | Finland |
FR | Frankrijk |
GB | Verenigd Koninkrijk (Groot-Brittannië) |
GR | Griekenland |
HU | Hongarije |
IT | Italië |
LT | Litouwen |
LU | Luxemburg |
NL | Nederland |
PL | Polen |
PT | Portugal |
SE | Zweden |
SI | Slovenië |
SK | Slowakije |
EU 28 | Europese Unie |
Voor meer informatie zie ISO landencodes.