Onderzoek
De gevolgen van de populistische regering in Italië
Het populistische Vijfsterren en het uiterst rechtse Lega hebben een regering gevormd. De regering heeft grootse dure plannen en wil het gevecht aangaan met Brussel. Italië wil in de eurozone blijven, maar er bestaat een risico dat het mis gaat.
In het kort
Vijf Sterren en de Lega winnen vertrouwen parlement
En toen gebeurde het... Na meer dan drie maanden politiek touwtrekken heeft Italië eindelijk een regering. De regering van Vijf Sterren en de Lega onder leiding van Guiseppe Conte heeft het vertrouwen gekregen van het Italiaanse parlement. Niet geheel verwonderlijk aangezien beide partijen samen meer dan 50 procent van de parlementszetels bezetten[1]. Italië kan zich dus opmaken voor een regering die enorme uitgaven heeft gepland, de strijd aan zal gaan met Brussel over de Europese begrotingsregels en harde maatregelen wil nemen tegen vluchtelingen. Beide partijen hebben de afgelopen dagen volgehouden dat ze niet zullen oproepen om de euro te verlaten.
De coalitie had aanvankelijk de stekker eruit getrokken toen Mattarella weigerde de euroscepticus Savona als minister van Financiën aan te stellen. Vervroegde verkiezingen leken in de maak, tot Vijf Sterren en de Lega de economie professor Giovanni Tria voor de baan naar voren konden (en wilden) schuiven. Tria is voorstander van het Italiaans lidmaatschap van de eurozone, maar hij denkt ook dat een hervorming van de monetaire unie noodzakelijk is om het voortbestaan ervan te kunnen garanderen. Savona wordt nu minister van Europese Zaken. Aan de positieve kant wordt de pro-Europese Enzo Moavero Milanesi de volgende minister van Buitenlandse Zaken. Vijfsterrenleider Di Maio zelf wordt de minister van Werkgelegenheid en Industrie en Legaleider Salvini minister van Binnenlandse Zaken. Zo wordt Di Maio degene die toeziet op de invoering van het (voorwaardelijke) burgerinkomen, het vlaggenschip van Vijf Sterren, terwijl Salvini verantwoordelijk wordt voor de invoering van het harde migratiebeleid van de Lega.
[1] In deze Nederlandse vertaling van de Engelstalige publicatie The implications of Italy’s populist government van 1 juni zijn de meest recente ontwikkelingen meegenomen. De twee versies komen dus niet geheel overeen.
Gaat de regering lires drukken?
Met de nieuwe euroskeptische regering is het risico op een Italiaanse exit uit de eurozone toegenomen, maar we denk nog steeds dat de kans daarop erg klein is. We hebben altijd gesteld dat de regering waarschijnlijk niet opzettelijk uit de eurozone zal stappen, en de afgelopen dagen hebben de partijen iedereen die het wilde horen laten weten dat het niet hun bedoeling is om terug te keren naar de lire. Verder denken we dat het een behoorlijke tijd zal duren voordat er daadwerkelijk stappen kunnen worden gemaakt met het implementeren van een aantal dure beleidsmaatregelen, die vervolgens dan hooguit in afgezwakte vorm daadwerkelijk het licht zullen zien. De uiteenlopende ideologieën van beide partijen, de onervarenheid van de meeste nieuwe beleidsmakers en de moeilijkheidsgraad van de implementatie van sommige van de voorgestelde maatregelen, vertragen het proces. Ten slotte denken we dat de regering uiteindelijk zal bezwijken onder de druk van de financiële markten en de grondwet als ze haar overduidelijk te dure politieke agenda (box 1) probeert door te drukken. Ze zal water bij de wijn doen of de coalitie openbreken.
Desondanks is het risico op een crisis en een ongeluk dat Italië over de rand van de klif duwt wel toegenomen. Een euro-exit is weliswaar niet het doel van de huidige leiding van Vijf Sterren of van Salvini van de Lega, maar er zijn in beide partijen wel degelijk flanken die voorstander zijn. Als het land dus terecht zou komen in een situatie van ontembare onrust op de markten kunnen de voorstanders van een euro-exit binnen de partijen de coalitie er misschien van overtuigen dat ze geen voorwaardelijke financiële steun vanuit de eurozone moet accepteren, niet moet wijken en dat in feite uiteindelijk het drukken van lires en een de facto euro-exit de enige mogelijke weg is. Dit zou natuurlijk voor grote problemen zorgen voor zowel Italië als de eurozone.
Ook als het niet tot een euro-exit komt, kan de populistische coalitie de Italiaanse schuldhoudbaarheid en de groeivooruitzichten op de lange duur wel ernstige schade toebrengen. Het toekomstige beleid en de invoering ervan is op dit moment echter te onzeker om voorspellingen voor de lange termijn te doen.
Box 1: De dure regeringsovereenkomst van Vijf Sterren en de Lega
Drie weken geleden hebben Vijf Sterren en de Lega een regeringsovereenkomst bekendgemaakt. In een eerdere publicatie hebben we de duurste begrotings- en economische beleidsmaatregelen al beschreven. We geven hier een kort overzicht. We hebben de kostenramingen van verschillende instituten en economen bekeken voor de vlaktaks, het zogenaamde basiskomen en het terugdraaien van de pensioenhervormingen uit 2011. Door de tweetraps vlaktaks op inkomen (15 procent belasting op inkomen beneden de 80.000 euro per jaar en 20 procent daarboven) zullen de belastinginkomsten van de regering volgens de ramingen tussen de 50 miljard en 102 miljard euro lager uitpakken. De ramingen voor de kosten van een basisrinkomen van 780 euro per maand variëren van 15 miljard tot 30 miljard euro per jaar. Het terugdraaien van de pensioenhervormingen uit 2011, bekend als de Fornero Wet, houdt effectief een verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd in. Hierdoor zouden de pensioenuitgaven met ongeveer 20 miljard euro per jaar stijgen. Deze kosten komen boven op het begrotingsgat van 12 miljard euro dat zou ontstaan zonder extra bezuinigingsmaatregelen of de automatische btw verhoging in januari 2019, waar beide partijen vanaf willen. In een ‘pessimistisch scenario’ moet de regering extra financiering vinden van tussen 100 miljard en 152 miljard euro per jaar, dat wil zeggen tussen 5,8 en 8,8 procent van het bbp.
Maakt het uit voor de economie?
We verwachtend dat de Italiaanse economie op de korte termijn wat te lijden krijgt onder de huidige onzekerheid. Het producenten- en consumentenvertrouwen staan al onder druk, hoewel deze vanuit historisch perspectief nog relatief hoog zijn. De Italianen zijn wel wat politieke onzekerheid gewend, dus het vertrouwenseffect op de economie zou beperkt kunnen zijn. Maar met name de buitenlandse investeerder zou wel eens een afwachtende houding aan kunnen nemen. Ondertussen zou een stijgende rente de kredietgroei kunnen beperken en zo de economische activiteit licht kunnen afremmen. Recent financieren bedrijven investeringen echter steeds vaker vanuit eigen vermogen, dit beperkt de impact van hogere kredietkosten op investeringen. Tegelijkertijd zou de economie vanaf 2019 juist ook flink kunnen profiteren als het de regering daadwerkelijk lukt om de belastingen te verlagen en de uitgaven te verhogen.
Al met al staat onze verwachting voor de groei van 1,3 procent voor dit jaar onder druk en momenteel wordt deze opnieuw bekeken. Ook de hogere olieprijzen, toegenomen handelsspanningen en slechte recente handelsdata spelen hierbij een rol. We stellen onze groeiverwachting voor 2018 waarschijnlijk met een tot een paar tiende naar beneden bij. Onze prognose van 1,1 procent voor volgend jaar nemen we momenteel ook onder de loep, maar we hebben meer gegevens nodig om te beslissen of en met hoeveel we deze voorspelling aanpassen.
De neerwaartse risico's voor de economie op de lange termijn zijn duidelijk groter geworden. In het gunstigste geval zullen kleine verbeteringen om het belastingstelsel te vereenvoudigen en de belastingdruk te verlagen en een 'voorwaardelijk' basisinkomen licht positief uitpakken voor de economische groei, terwijl tegelijkertijd kan worden voorkomen dat de overheidsfinanciën aanzienlijk slechter worden. In het ongunstigste geval lopen de begrotingsuitglijders steeds verder uit de hand en worden eerdere pensioenhervormingen teruggedraaid, waardoor de houdbaarheid van de publieke schuld verslechtert en daarmee de economische-groeivooruitzichten op de lange termijn. Zelfs als de begrotingsuitglijders zouden meevallen, lijkt deze regering slecht in staat om de structurele problemen van Italië aan te pakken, het lage groei potentiieel te verbeteren en het land minder schokgevoelig te maken. Ze moet immers veel verschillende belangengroepen tevreden stellen en heeft weinig ervaring.
Als de financiële onrust weer het niveau van de schuldencrisis zou bereiken, zal het de regering waarschijnlijk niet lukken het land uit een crisis te leiden. Op dit moment denken we niet dat de schuldhoudbaarheid in de nabije toekomst een probleem gaat vormen. Maar de grote schuldenberg maakt het land wel schokgevoelig, en zeker als de pensioenhervormingen worden teruggedraaid en belastingen drastisch verlaagd, kan de schuldhoudbaarheid op de middellange en lange termijn wel eens problematisch worden.
Is de (de economie van de) eurozone in moeilijkheden?
Op de korte termijn zijn de gevolgen voor de economie van de eurozone redelijk beperkt. De extreme begrotingsvoorstellen van Vijf Sterren en de Lega zouden invloed kunnen hebben op investeringsplannen van andere landen in de eurozone als het bedrijfsleven gelooft dat de monetaire unie en de financiële stabiliteit in gevaar worden gebracht. Wij denken dat het nog te vroeg is voor deze conclusie. De kans dat het (volledige) programma daadwerkelijk wordt uitgevoerd moet eerst toenemen voordat wij een fors effect verwachten.
Meer in het algemeen denken we dat de Italiaanse regering een meer confronterende toon zal aanslaan tegen Brussel en meer nog dan in het verleden zal proberen de flexibiliteit van de Europese begrotingsregels op te rekken. Zelfs in de afgezwakte versie komen de begrotingsvoorstellen van de regering (box 1) absoluut niet overeen met de Europese begrotingsregels. Daar komt nog bij dat de twee partijen in het regeerakkoord vermelden dat ze het Stabiliteits- en Groeipact en het ‘Fiscal Compact’ radicaal willen hervormen. Met een dergelijke regering aan het hoofd van de derde economie van de eurozone krijgen de plannen voor grotere risicodeling binnen de eurozone, waaronder het Europees Depositoverzekeringssysteem, met nog meer tegenwind te maken. De noordelijke lidstaten eisen momenteel namelijk dat lidstaten eerst hun zaakjes op orde moeten hebben voordat er überhaupt gesproken kan worden over meer risicodeling. Dat wil zeggen gezondere overheidsfinanciën en sterkere bankbalansen in een heel aantal, voornamelijk zuidelijke, lidstaten. Op basis van wat we nu weten is het onwaarschijnlijk dat de nieuwe Italiaanse regering dit zal bewerkstelligen, het is zelfs waarschijnlijker dat de overheidsfinanciën verslechteren dan dat ze sterk verbeteren.
Belangrijk punt voor de toekomst van de eurozone is dat we het onwaarschijnlijk achten dat Italië werkelijk uit de eurozone stapt. Al kan het risico niet helemaal worden uitgesloten, zoals we hierboven hebben uitgelegd, en kunnen zorgen om een vertrek evengoed veel schade toebrengen.