Opinie
De economie van de teleurstelling
Teleurstelling over inkomensgroei leidt tot ontevredenheid in binnen en buitenland. Ook is er teleurstelling op het gebied van pensioenen. Maar teleurstelling is niet een onderwerp waar economen zich vaak mee bezig houden.
Teleurstelling over inkomensgroei leidt tot ontevredenheid in binnen- en buitenland. Ook is er teleurstelling op het gebied van pensioenen. Maar teleurstelling is niet een onderwerp waar economen zich vaak mee bezig houden.
Stagnerende reële inkomens worden vaak genoemd als een bron van onvrede, maar vanuit de standaard economische theorie is dat niet zo vanzelfsprekend. Volgens de lesboeken maakt een bepaalde hoeveelheid inkomen een bepaalde hoeveelheid consumptie mogelijk. Aan die consumptie ontleent de consument een bepaalde hoeveelheid welbevinden, ook wel ‘nut’ genoemd. Dat een terugval in consumptie pijnlijker is dan een stijging wordt erkend. Maar dat onvrede ook kan ontstaan als de mogelijkheid om te consumeren gelijk blijft, dat past niet in de standaardtheorie.
De meeste mensen zullen het wel logisch vinden dat stagnerende inkomens tot ontevredenheid leiden. Dat komt waarschijnlijk omdat ze inkomensgroei verwachten en begrijpen dat teleurstelling volgt als deze groei vervolgens uitblijft. Economen doen graag voorspellingen, maar houden zich minder vaak bezig met de teleurstelling wanneer verwachtingen niet uitkomen.
Het is een vaak voorkomende emotie, met bovendien politieke en economische gevolgen. Van alle mensen die voor Brexit of Trump stemden was een groot deel man, ouder, laag opgeleid en woonachtig in een gebied waar de industrie belangrijk is (of was). Een groot deel van deze groep groeide op in de decennia na de Tweede Wereldoorlog, toen inkomensgroei de norm was. Met het diploma van de middelbare school op zak kon je een goed betaalde baan in een fabriek krijgen. In de VS kon je van zo’n inkomen zelfs twee auto’s en een vrijstaand huis bekostigen. De werkelijkheid stelde teleur: stagnerende inkomens, de krimpende werkgelegenheid in de verwerkende industrie, hogere opleidingseisen voor banen en hogere studiekosten voor hun kinderen.
Inkomensstagnatie is ons ook in Nederland niet vreemd. Het is echter maar de vraag of teleurstelling daarover een verklaring is voor de opkomst van populistische partijen in Nederland.
Teleurstelling speelt ook een belangrijke rol in de pensioendiscussie. Nederland heeft een van de meest riante pensioensystemen ter wereld. Veel Nederlanders gingen er vanuit dat een goed pensioen gegarandeerd was. De pensioenversoberingen – en soms zelfs kortingen als gevolg van een te lage dekkingsgraad – waren de afgelopen jaren dan ook een onaangename verassing. Maar ook bij herstel van de dekkingsgraad kunnen pensioenen teleurstellen, bijvoorbeeld door pensioengaten. Het zal veel Nederlanders verbazen dat een pensioentekort dreigt voor bijna een derde van de werknemers.
Teleurstellingen zijn te beperken door realistische toekomstscenario’s te schetsen en duidelijk te zijn over de onzekerheid in de scenario’s. Teleurstellingen uitbannen is niet mogelijk, er rekening mee houden wel. Dit soort gedragsinzichten beginnen een volwaardige plek te krijgen in de economische wetenschap. Hebben economen eindelijk de mens ontdekt?