Onderzoek
Nederland ook kwetsbaar in de mondiale waardeketen tussen China en de VS
Uit onze analyse blijkt dat de Verenigde Staten naar verhouding meer last heeft van verstoringen in de bilaterale waardeketen dan China. Daarnaast hebben derde landen zoals Nederland indirect ook last van een verdere escalatie doordat zij actief zijn in dezelfde waardeketen.
In het kort
Ook beschikbaar: een uitgebreidere Engelstalige versie.
Deze bevat een overzicht van de gebruikte methodologie en een meer gedetailleerde bilaterale analyse van de integratie van de Amerikaanse en Chinese waardeketen[1].
[1] In dit rapport wordt ook de term ‘productieketen’ gehanteerd als synoniem voor ‘waardeketen’.
De handelsoorlog tussen de VS en China escaleert verder
Wat eerst leek uit te draaien op een relatief rustige zomer, werd begin augustus verstoord doordat de Amerikaanse president Trump op 1 augustus per tweet een nieuwe reeks tariefverhogingen van 10% per 1 september 2019 aankondigde. Inmiddels is duidelijk dat dit niet voor alle importgoederen zal gelden. Dit hogere tarief zal namelijk pas op 15 december gaan gelden voor diverse consumentenproducten zoals smartphones, laptops en speelgoed. De belangrijkste reden voor de initiële aankondiging van de tariefverhoging had te maken met onvrede over de manier waarop China afspraken naleefde die tijdens de G20-top eind juni in Japan waren gemaakt (zie ook Giesbergen et. al, 2019). Naast de al verhoogde importtarieven van 25% op 250 miljard USD aan invoer uit China, betekent dit dat de VS de resterende Chinese import van ca. 300 miljard USD uiteindelijk ook zal belasten met hogere importtarieven.
In dit rapport geven we eerst weer welke Amerikaanse en Chinese sectoren het kwetsbaarst zijn voor verstoring van de mondiale waardeketen als gevolg van de handelsoorlog. Vervolgens kijken we naar de gevolgen voor Nederland, dat als ‘derde land’ indirect schade kan lijden. Nederlandse exporteurs kunnen immers ingesloten zitten in de productieketen tussen de VS en China, waarbij de Nederlandse consument ook last kan ondervinden als goederen uit China of de VS duurder worden door de importheffingen.
De invloed van de bilaterale handelsoorlog
In november 2018 hebben we een uitgebreide scenario-analyse gedaan, waarbij we keken naar de gevolgen van het huidige handelsconflict op basis van de toen geldende protectionistische maatregelen, en in het geval van een volledige escalatie. Deze scenario’s hebben we geactualiseerd nadat de tijdelijke ‘wapenstilstand’ werd opgevolgd door de verdere escalatie in aanloop naar de meest recente G20. Daaruit bleek dat al dat de handelsoorlog een veel grotere negatieve invloed heeft op de Chinese economie dan op de Amerikaanse[2]. Maar wanneer we inzoomen op de verstoring van de mondiale waardeketens dan is juist de VS kwetsbaarder dan China, omdat bruto-handelsstromen het belang van internationaal opgesplitste productieketens niet weergeven. Daarom is het essentieel om ook de afhankelijkheid van bepaalde halffabricaten te onderzoeken. Dit was een van de voorbehouden uit onze eerdere scenario-analyse, naast de mogelijke effecten van de offshoring van productie door internationale bedrijven uit China (Hayat, 2019).
Negatieve invloed van verstoring van de mondiale waardeketen
In de afgelopen decennia maken multinationals steeds vaker gebruik van internationale comparatieve voordelen door delen van hun productieprocessen naar het buitenland te verplaatsen (zie OECD (2013a), Baldwin and Lopez-Gonzalez (2015) en Auer, Borio and Filardo (2017)). Het bijkomende effect van deze ‘opgesplitste’ waardeketens is dat multinationals steeds afhankelijker zijn geworden van halffabricaten of grondstoffen uit andere landen, en daardoor kwetsbaarder zijn. Bijvoorbeeld voor prijsschokken door protectionistische maatregelen als importtarieven (zie figuur 1). Tegenwoordig bestaat ongeveer de helft van de import en export van de VS uit halffabricaten. Voor China geldt dat zelfs voor 70% van de import en 62% van de export. Uit deze cijfers blijkt het belang van mondiale productieketens in de analyse van de effecten van de handelsoorlog.
[2] In het scenario van de protectionistische pakketten tot augustus 2019 is er sprake van een gecumuleerd verlies aan bbp-groei voor China van 1,5 procentpunten tot 2030 ten opzichte van een referentiescenario zonder handelsoorlog en zelfs van 5,7 procentpunten in geval van een volledige escalatie. Voor de VS zou de geschatte impact veel kleiner zijn, met een geschat cumulatief effect variërend van 0,9ppt tot 1,6ppt in geval van volledige escalatie.
Integratie mondiale productieketen en protectionisme: de mechanismen
Bedrijven die worden geconfronteerd met hogere kosten voor bepaalde basisproducten zullen uiteindelijk op zoek gaan naar alternatieve leveranciers. Maar een verschuiving in waardeketen is niet van de ene op de andere dag geregeld en brengt transactiekosten met zich mee. Bijvoorbeeld omdat andere leveranciers niet direct aan de eisen voldoen of de juiste kennis in huis hebben. Daar komt bij dat de huidige integratie van de mondiale productieketens significant anders in elkaar zit dan decennia geleden. Het differentiatieniveau in productieketens zelf laat ook een duidelijke stijging zien (Blanchard, 2019). Wat betreft de gevolgen van de handelsoorlog voor geïntegreerde waardeketens maken we onderscheid tussen de directe en indirecte gevolgen voor de betrokken landen, en de gevolgen voor derde landen, zoals Nederland, die niet direct zijn betrokken bij het handelsconflict.
Directe gevolgen en gevolgen voor derde landen als Nederland
De directe gevolgen komen allereerst terecht bij binnenlandse producenten die rechtstreeks te maken krijgen met hogere kosten voor buitenlandse componenten die zij gebruiken in hun productie (figuur 1). Exporteurs in derde landen die niet direct zijn betrokken bij het handelsconflict kunnen daar ook hinder van ondervinden. Denk aan een Nederlands bedrijf dat chips levert aan Chinese telefoonfabrikanten, maar zijn vraag ziet teruglopen omdat Amerikanen door het handelsconflict minder Chinese mobiele telefoons kopen (zie figuur 2). Ook consumenten kunnen de dupe zijn van zulk soort verstoorde waardeketens. Producten als laptops en computers die gebruikmaken van duurdere Chinese halffabricaten en die vanuit de VS nar Nederland worden verscheept kunnen bijvoorbeeld duurder worden (zie figuur 3).
De integratie van de waardeketen tussen de VS en China
Om vast te stellen in hoeverre de productieketens van de VS en China zijn blootgesteld aan een verstoring werken we twee zaken nader uit. Ten eerste berekenen we het aandeel halffabricaten dat beide landen in hun productie gebruiken (verticale as in figuren 4 en 5). Ten tweede analyseren we hoe groot de toegevoegde waarde is van beide landen in de export naar elkaar (indirecte invloed, horizontale as). De grootte van de cirkel komt overeen met het aandeel van de industrie in de totale toegevoegde waarde, en geeft het relatieve belang voor de economie weer.[3] Hoe verder een industrie is verwijderd van de oorsprong, hoe afhankelijker deze industrie is van halffabricaten uit het andere land en hoe meer deze industrie is blootgesteld aan prijsstijgingen als gevolg van hogere importtarieven.
Figuren 4 en 5 laten de sectorafhankelijkheid van beide landen zien[4]. Voor de VS kan worden geconcludeerd dat computers en elektronica, elektronische apparatuur en textiel en schoenen de kwetsbaarste sectoren zijn in de huidige handelsoorlog (figuur 4). Deze productgroepen zijn het meest onderhevig aan prijsstijgingen als gevolg van duurdere halffabricaten, aangezien meer dan 20% van de Amerikaanse productie in deze industrieën uit Chinese halffabricaten bestaat. Wanneer we naar China kijken (figuur 5), dan is de hout- en kurkproductensector het kwetsbaarst voor een verstoring van de waardeketen als gevolg van hogere tarieven: 7% van de Chinese productie in deze industrie is afhankelijk van Amerikaanse halffabricaten en 1,5% van de Amerikaanse export die verscheept wordt naar China in deze categorie heeft een toegevoegde waarde uit China.
[3] De toegevoegde waarde van zakelijke dienstverlening wordt meegenomen om een juiste vergelijking te kunnen maken tussen de verschillende industrieën.
[4] De bijlage geeft een gedetailleerd overzicht van de sectorale afhankelijkheden weer.
Uit de cijfers wordt ook duidelijk dat de VS meer is blootgesteld aan een verstoring van de bilaterale productieketens dan China. Dit komt omdat Amerikaanse fabrikanten veel afhankelijker zijn van Chinese halffabricaten dan andersom. Zo bezien is het logisch dat Amerikaanse bedrijven verhuizing van hun productiecapaciteit uit China hoog op de agenda zetten (Hayat, 2019). Eén aspect dat niet is meegenomen in onze analyses is de kwalitatieve afhankelijkheid binnen de toeleveringsketen. Want Amerikaanse bedrijven mogen dan wel sterk afhankelijk zijn van Chinese halffabricaten, uiteindelijk is China weer afhankelijker van de technologische kennis van de VS om productiviteitsgroei te stimuleren. Dit is een van de belangrijkste aannames is in onze eerdere scenario-analyse. Ook gaan wij uit van statische valuta-effecten. Daardoor nemen wij geen valutapolitiek mee in onze analyse.
Mogelijke gevolgen voor ‘derde landen’, zoals Nederland
Er zijn twee kanalen waarlangs de Nederlandse economie indirect kan worden beïnvloed (zie figuren 2 en 3). Zo kunnen Nederlandse exporteurs opgesloten zitten in de waardeketen tussen VS en China, terwijl Nederlandse consumenten en importeurs de gevolgen ondervinden wanneer goederen uit zowel China als de VS duurder worden vanwege de importheffingen.
Nederlandse exporteurs
Figuur 6 geeft de Nederlandse exportsectoren weer die het meest actief zijn in de waardeketen tussen China en de VS. De kwetsbaarheden gelden vooral voor fabrikanten van computers en elektronica, papierwaren, chemicaliën/farmaceutica, elektrische apparatuur, machines en metalen. Toch moet de impact niet worden overdreven, aangezien het over het algemeen om een zeer klein deel van de totale toegevoegde waarde in deze industrieën gaat (tussen 0,2% en 0,3%). Maar voor individuele Nederlandse multinationals kan de invloed best aanzienlijk zijn. Enkele bedrijven, bijvoorbeeld Philips, nemen daarom voorzorgsmaatregelen om het negatieve effect van de tarieven te beperken.
Nederlandse importeurs
Figuur 7 laat zien welke productgroepen gevoelig zijn voor prijsstijgingen via de importzijde, bijvoorbeeld voor de Nederlandse consument. Met name computers en elektronica (zoals smartphones), en elektrische apparatuur (zoals medische apparaten) die vanuit de VS naar Nederland worden verscheept zullen duurder worden. Dit komt doordat de hogere tarieven als gevolg van een langdurig handelsconflict doorwerkt in hogere detailhandelsprijzen. Ook kan de Nederlandse consumentenmarkt te maken krijgen met hogere prijzen voor meubilair dat vanuit China naar Nederland verscheept wordt.
Conclusies
Onze analyse uit 2018 liet zien dat het macro-economische effect van de handelsoorlog veel groter is voor de Chinese economie dan voor de Amerikaanse. Deze Special vult die analyse aan met inzichten in de invloed van de handelsoorlog vanuit het oogpunt van geïntegreerde waardeketens. We hebben ingezoomd op verstoringen als gevolg van de handelsoorlog, waar de VS meer aan blootgesteld is dan China. Vervolgens hebben we gekeken naar de gevolgen voor Nederland dat als ‘derde land’ indirect schade kan ondervinden van deze verstoringen.
Onze resultaten laten zien dat de VS kwetsbaarder is dan China bij een verstoring van de productieketen. Dit kan een van de verklaringen zijn waarom de VS alsnog besloten heeft om niet alle importen uit China per september te belasten met een hogere importtarieven. Amerikaanse fabrikanten namelijk veel afhankelijker van Chinese halffabricaten dan andersom het geval is. Zo bezien is het niet vreemd dat Amerikaanse bedrijven het verplaatsen van productielijnen uit China hoog op hun agenda hebben staan (Hayat, 2019). Eén aspect dat we niet hebben kunnen onderzoeken is de kwalitatieve afhankelijkheid binnen de waardeketen. Uiteindelijk geldt dat China veel afhankelijker is van de technologische kennis van de VS om productiviteitsgroei te stimuleren dan andersom het geval is. Dat is een van de verklaringen van de huidige spanningen tussen beide landen en een belangrijke aanname bij onze eerdere analyses.
De Nederlandse bedrijven die het kwetsbaarst zijn in de geïntegreerde productieketen tussen China en de VS zijn producenten van basismetalen, computers en elektronica, papierproducten en drukwerk, en machines. Hoewel dit naar schatting een klein effect is, kunnen afzonderlijke multinationals, los van concurrentievoordelen in geval van directe handel, wel gevolgen ondervinden van de handelsoorlog. Dit geldt vooral wanneer zij in beide landen actief zijn. Tot slot kunnen Nederlandse consumenten stijgende prijzen van computers en elektronische producten en elektronische apparatuur (zoals medische apparaten) verwachten naarmate de handelsoorlog tussen de VS en China voortduurt.
Literatuur
Amiti, M., S. Redding, en D. Weinstein (2019). The Impact of the 2018 Trade War on U.S. Prices and Welfare. CEPR Discussion Paper 13564.
Auer, R., C.E.V. Borio, en A.J. Filardo (2017). The Globalisation of Inflation: The Growing Importance of Global Value Chains. CEPR Discussion Paper 11905.
Baldwin, R., and J. Lopez‐Gonzalez (2015). Supply‐chain trade: A portrait of global patterns and several testable hypotheses. The World Economy, 38(11), 1682-1721.
Blanchard, E. (2019). Trade wars in the global value chain era. VoxEU.
Erken, H.P.G., M. Every, B.C.J. Giesbergen en E. de Groot (2019). The US-China trade war in the rerun. Rabobank.
Erken, H.P.G., B.C.J. Giesbergen en I. de Vreede (2018). Re-assessing the US-China trade war. Rabobank.
Frohm, E., en V. Gunnella (2017). Sectoral interlinkages in global value chains: spillovers and network effects. ECB working paper series no. 2064.
Gawande, K., B. Hoekman en Y. Cui (2014). Global supply chains and trade policy responses to the 2008 crisis. World Bank Economic Review, 29(1), 102-128.
Habib, K., L. Hamelin en H. Wenzel (2016). A dynamic perspective of the geopolitical supply risk of metals. Journal of Cleaner Production, 133, 850-858.
Hayat (2019). Welke Aziatische landen kunnen profiteren van een verplaatsing van productie uit China?, Rabobank.
OECD (2013a), Global value chains (GVCs): United States, Paris.
Wang, C. en A. Wu (2016). Geographical FDI knowledge spillover and innovation of indigenous.