Onderzoek
Sectorprognoses: groei sectoren vertraagt
De Nederlandse economie vertraagt. Dit zien we in veel sectoren terug. De bouw blijft in 2019 koploper, maar in 2020 zal dat naar verwachting de informatie- en communicatiesector zijn.
In het kort
De groei van de Nederlandse economie neemt geleidelijk af. Voor dit jaar en volgend jaar blijven de consumptie en de private investeringen een positieve bijdrage leveren aan de groei van het bbp, maar zal de export minder snel toenemen dan de import, met een negatieve bijdrage van de netto-export als gevolg. Dit komt voornamelijk door buitenlandse spanningen en de lagere economische groei van belangrijke handelspartners zoals Duitsland. Ook heeft de VS onlangs importtarieven ingevoerd op 7,5 miljard euro aan goederen uit de Europese Unie. De impact hiervan is op Nederland nog zeer beperkt. De sectoren in de landbouw gaan in verhouding de meeste pijn voelen, maar ook voor hen geldt dat het verlies aan toegevoegde waarde waarschijnlijk onder de 0,2 procent blijft.
Daarnaast speelt de stikstofproblematiek een rol in deze sectorprognoses. Op vrijdag 4 oktober heeft minister Schouten de Tweede Kamer geïnformeerd hoe het kabinet het stikstofprobleem wil aanpakken. Inmiddels heeft ze aangekondigd uiterlijk 1 december met meer duidelijkheid over de precieze stikstofregels te komen. Tot dan blijft de daadwerkelijke impact van de stikstofproblematiek moeilijk in te schatten. Voor deze prognose gaan we ervanuit dat het kabinet in december tenminste met overbruggingsmaatregelen zal komen.
Voor de meeste sectoren zien we dat ze in 2019 en 2020 groei noteren, maar het groeitempo vertraagt. Voor de Nederlandse economie als geheel, voorzagen we bij onze laatste raming nog een bbp-groei van 1,8 procent voor 2019 en van 1,4 procent voor 2020. In het licht van de ontwikkelingen in de verschillende sectoren zullen we de bbp-prognose voor 2020 bij onze volgende raming naar verwachting naar beneden bijstellen.
Stikstofproblematiek bepalend voor de bouw in 2020
In het tweede kwartaal zette de bouw de sterke groei van het eerste kwartaal door. Hoewel de sector in de tweede helft van dit jaar naar verwachting minder sterk presteert, verwachten we dat de bouw over het hele jaar in 2019 nog altijd aan kop gaat met een groei van 5,7 procent. Toch voorzien we voor 2020 mindere cijfers. Ondanks de stevige onderliggende vraag weegt, naast de bestaande capaciteitsproblemen, de niet te missen stikstofproblematiek op de groeiprognose: “In 2020 zullen bouwbedrijven naar verwachting de impact voelen van de stikstofproblematiek. Door de stikstofcrisis worden er aanzienlijk minder nieuwe vergunningen afgegeven waardoor de orderportefeuille van bouwers niet verder groeit. Dit leidt tot verschuiving van projecten en daarmee productie in de tijd. Op dit moment maakt het kabinet zich sterk voor de invoering van een drempelwaarde voor het eind van het jaar waardoor in ieder geval de woningbouwprojecten weer gemakkelijker kunnen starten”, aldus onze sectorspecialist voor de bouw, Leontien de Waal.
Voor het doel van deze prognose gaan we vooralsnog uit van de komst van een drempelwaarde voor de woningbouw, gelet op de urgentie van de woningbouwopgave, de oplopende woningtekorten en het feit dat de stikstofdepositie in de woningbouw gering is. We verwachten in dat geval voor 2020 een krimp van ongeveer 2,5 procent. We voorzien dat de impact op de woningbouw bescheiden zal zijn, vanwege de eerder besproken verwachting van een snelle invoering van een drempelwaarde in relatie tot stikstof. Maar de utiliteits- en infrabouw hebben meer last van de stikstofproblematiek. Door de beleidsonzekerheid rond stikstof is een slag om de arm bij deze prognose op zijn plaats. Komt er in het eerste kwartaal van 2020 geen handelingsperspectief voor de woningbouw, dan ligt voor de hand dat de krimp in de bouw sterker zal zijn.
Nederlandse industrie minder gevoelig voor Duitse industriële malaise
De ingezette krimp in de industriële productie zette in augustus voort (figuur 1). Nederland is niet uniek: ook in andere Europese landen zien we zwakte in de industrie. Maar nergens is de krimp zo groot als in Duitsland. We verwachten dat het gemiddelde groeicijfer voor de industrie over 2019 rond 0 procent zal uitkomen, en dat de toegevoegde waarde van de sector verder zal krimpen in 2020.
De meeste industriële subsectoren krimpen (figuur 2). De subsectoren waarin gemiddeld in 2019 nog een groei te zien was, zijn relatief niet erg groot binnen de industrie. Opvallend is dat het in de Nederlandse transportmiddelenindustrie gemiddeld in 2019 nog vrij goed gaat, terwijl de Duitse auto-industrie slecht presteert. De Nederlandse industrie lijkt dus los te koppelen van Duitsland.
Omzetten in informatie- en communicatiesector nemen toe
Voor veel sectoren vertraagt het groeitempo tussen 2019 en 2020. Een uitzondering is de informatie- en communicatiesector, samen met de horeca. De informatie- en communicatiesector is heel breed. Zo omvat deze sector onder andere alle aan informatie gerelateerde productie, distributie en infrastructuur. Van uitgeverijen tot dienstverlening in de IT. Figuur 3 laat zien dat de jaar-op-jaar omzet van veel subsectoren binnen de informatie- en communicatiesector is toegenomen. Alleen de telecommunicatie en de uitgeverijen lieten een kleine krimp in de omzet zien in de afgelopen kwartalen. De sectorprognose laat een gemiddelde zien voor de gehele sector en voorspelt de toegevoegde waarde, ofwel de omzet minus de waarde van alle halffabricaten en diensten die bij productie zijn verwerkt. We verwachten hiervoor 3,9 procent groei in 2019 en 4,0 procent in 2020.
Uitdagende tijden voor de landbouw
Onze sectorspecialisten bij Food en Agri bestempelen deze tijd voor de landbouwsector als “uitdagend”. Verschillende externe factoren zoals klimaatmaatregelen en de stikstofkwestie hebben hun impact op bedrijven binnen deze sector, al is deze laatste door de beleidsonzekerheid nog moeilijk in te schatten. Voor deze prognose gaan we er op dit moment vanuit dat de kabinetsmaatregelen die op korte termijn genomen worden, geen gedwongen krimp in de landbouw sector zullen bevatten. Wel zijn vergunningplichtige uitbreidingen van bestaande landbouwbedrijven in het geding, zolang geen definitieve stikstofaanpak is ingevoerd. Al met al ligt niet in de rede dat de lichte verbetering van het tweede kwartaal doorzet en verwachten we voor zowel 2019 als 2020 een kleine krimp voor de landbouw.
Groeicijfer van transport in 2020 lijdt onder zwakke industrie en bouw
De eerste twee kwartalen van vervoer en opslag waren redelijk sterk vergeleken met de eerste twee kwartalen van 2018. Voor 2019 verwachten we nog een groei van 1 procent, waar de transportsector de industriële zwakte al voelt, maar voor 2020 voorzien we een krimp. De transportsector is gerelateerd aan de handel, industrie en de bouw: deze sectoren laten veel van hun invoer en productie vervoeren. De verwachte krimp komt deels door de zwakte in de industrie en de vertraging in de handel. Maar ook de krimp in de bouw weegt op het groeicijfer in 2020.
Box 1: Hoe maken wij onze sectorprognoses?
De sectorprognoses zijn een doorvertaling van onze verwachtingen voor de groei van de Nederlandse economie. Hiervoor gebruiken wij een kwantitatief model gebaseerd op de historische verbanden tussen sectoren en de groei van consumptie, export en investeringen en de relatie tussen sectoren onderling. Zo is een stijgende export gunstig voor de industrie en hebben de horeca en de detailhandel profijt van een stijging van de consumptie door huishoudens. De groothandel profiteert op zijn beurt weer van een groei van de horeca en de detailhandel. Vervolgens is de kennis van de sectorspecialisten van de Rabobank gebruikt om de sectorprognoses waar nodig aan te passen aan de hand van inzichten in trends en ontwikkelingen binnen de sectoren. Deze sectorprognoses zijn dus het resultaat van een kwantitatief raamwerk dat is verrijkt met sectorspecifieke kennis.
Lees meer over sectorontwikkelingen in de sectorkennis op rabobank.nl