Onderzoek
Italiaanse verkiezingen: (g)één winnaar
De Italiaanse verkiezingen zijn overtuigend gewonnen door de populisten, maar leverde geen werkbare meerderheid op. Op de korte termijn is de economische impact beperkt, maar de neerwaartse risico’s voor de lange termijn moeten niet worden onderschat.
In het kort
Grote overwinning voor de populisten
Populisten en radicale partijen hebben afgelopen zondag een grote overwinning behaald in de Italiaanse verkiezingen. De gevestigde partijen zijn verslagen. Het anti-immigratieprogramma heeft Lega (Nord) een grote aanhang opgeleverd, vooral in de noordelijke provincies. De Vijfsterrenbeweging scoorde vooral in de armere zuidelijke regio's, waar de economische vooruitzichten slecht zijn. Samen wonnen Lega en de Vijfsterren de helft van de stemmen. Vanwege de grote nederlaag voor de centrumlinkse Democratische Partij heeft diens partijleider Renzi zijn ontslag aangekondigd. Wel is hij van plan aan te blijven voor de duur van de coalitiebesprekingen. De voorlopige prognoses voor de zetelverdeling lijken erop te wijzen dat een werkbare meerderheid voor een relatief stabiele coalitie niet mogelijk is.
De centrumrechtse coalitie van Berlusconi en Salvini heeft gewonnen, maar met ongeveer 37 procent van de stemmen haalt ze geen werkbare meerderheid. De populistische Vijfsterrenbeweging onder leiding van Luigi di Maio was de partij die de meeste stemmen kreeg, ongeveer 33 procent van de totaal uitgebrachte stemmen. De zittende centrumlinkse coalitie onder aanvoering van Renzi staat op grote afstand op de derde plaats met slechts ongeveer 23 procent van de stemmen. Het uiterst linkse Vrij en Gelijk haalde nog 3,5 procent van de stemmen en is naast Vijfsterren de enige andere op zichzelf staande partij die de kiesdrempel heeft gehaald.
Langdurige coalitiebesprekingen
Nu geen zelfstandige partij of voor de hand liggende coalitie een regering lijkt te kunnen vormen, moeten we rekening houden met langdurige coalitiebesprekingen. Gelukkig hebben we in de laatste twee jaar in Duitsland, Nederland en Spanje gezien dat de economie prima gedijt zonder een regering met mandaat. Bovendien heeft Italië al heel wat ervaring met instabiele en onzekere politiek. Dat gezegd hebbende, in geen van de bovengenoemde landen was de economische groei toen zo kwetsbaar als nu in Italië en bovendien behaalden de populistische en anti-establishmentpartijen er niet zoveel zetels als nu in Italië.
Vóór de verkiezingen hebben we diverse scenario's kort uiteengezet. We dachten dat de centrumrechtse coalitie de beste kans maakte, op voorwaarde dat Forza Italia het beter zou doen dan Lega. Daarna volgden een Grote Coalitie, een interim-regering en nieuwe verkiezingen; een populistische regering was een staartrisico.
Centrumrechts haalt geen meerderheid, Lega de grootste
Er zijn niet voldoende zetels voor een werkbare meerderheid (tabel 1). Bovendien valt het machtsevenwicht binnen centrumrechts uit in het voordeel van Lega, wat de formatie van een centrumrechtse regering moeilijk maakt. Zoals we al eerder opmerkten, zien we het meer gematigde, bedrijfsvriendelijke Forza Italia in een centrumrechtse coalitie niet zo snel als junior van het uiterst rechtse Lega functioneren. Daar komt bij dat het met Lega aan de leiding moeilijker wordt de steun van parlementariërs uit andere partijen te krijgen (de overstap naar een andere partij is niet ongebruikelijk in de Italiaanse politiek). Als we echter de voorlopige prognoses voor de door leden van Forza Italia gewonnen zetels in het meerderheidsstelsel (First Past The Post [FPTP]) optellen bij het aantal zetels dat hen uit evenredige vertegenwoordiging toekomt, is het machtsevenwicht misschien minder verstoord dan op het eerste gezicht lijkt. Als puntje bij paaltje komt, komen Forza Italia en Lega er dus misschien samen wel uit met steun van parlementariërs van andere partijen in de oppositie. Maar zelfs als centrumrechts hierin slaagt, is de regering waarschijnlijk geen lang leven beschoren.
Grote nederlaag voor de belangrijkste spelers in de Grote Coalitie
Door de slechte resultaten van zowel de Democratische Partij (PD) als het centrumrechtse Forza Italia wordt de vóór de verkiezingen verwachte grote coalitie bijna onmogelijk. Politiek zou een verstandshuwelijk tussen de Democraten en Forza Italia wel kunnen werken, maar getalsmatig komt het niet uit. Voor de Kamer, bijvoorbeeld, zouden ze de steun moeten zien te krijgen van bijna honderd parlementariërs van Lega, Vijfsterren en Vrij en Gelijk: veel succes! Als dat zou lukken, spreken we liever van een regering van nationale eenheid. Maar dit kan pas gebeuren als alle andere mogelijkheden zijn uitgeput.
De cijfers steunen een populistische regering, ideologieën niet
De populistische Vijfsterren en Lega hebben voldoende zetels voor een werkbare meerderheid, maar ideologisch liggen ze ver uit elkaar. Bedenk dat Vijfsterren voortkomt uit links, terwijl de Lega een uiterst rechtse partij is. Tot voor kort keek Lega’s leider Salvini bovendien nog openlijk neer op mensen uit Zuid-Italië, de regio waar de aanhang van Vijfsterren woont. Als ze het toch voor elkaar zouden krijgen, valt de coalitie waarschijnlijk binnen een jaar toch uiteen.
Een regering met Vijfsterren en de Democratische Partij zou ook een meerderheid hebben en beide partijen zouden sommige linkse ideeën delen, maar hier zou het probleem zijn dat Vijfsterren een anti-establishmentpartij is, terwijl de PD nu juist deel van het establishment uitmaakt. Een laatste mogelijkheid bestaat uit een combinatie van Vijfsterren, Vrij en Gelijk en de linkerflank van de PD. Maar zij hebben misschien niet voldoende zetels samen, en ook hier spelen (anti-)establishmentkwesties een rol. Waar het over de vorming van een coalitie gaat, is Vijfsterren verdeeld tussen pragmatici en conservatieven. Tegelijkertijd kan het ook voor de partij die samen met Vijfsterren een regering vormt wel eens slechter uitpakken om het wel te proberen dan om het niet te proberen. Zo heeft partijleider Renzi al aangegeven dat de PD nooit een Vijfsterren regering zou steunen. Er gaan echter geruchten dat rebellen binnen de PD wel geneigd zijn een Vijfsterrenregering te steunen, als coalitiepartner of vanuit de oppositie. Verder zei Legaleider Salvini maandag dat hij geen alliantie met Vijfsterren aangaat. Maar omdat het aantal zetels samen toch volstaat, kunnen we dit risico niet geheel uitsluiten.
Zware taak voor president Mattarella
Voor de nabije toekomst kijkt iedereen naar Di Maio om de eerste stap te zetten, maar president Mattarella is degene die bepaalt wie het mandaat krijgt om te regeren. En Mattarella houdt waarschijnlijk rekening met de te verwachten stabiliteit van de regering, het beleid en de financiële markten. Het kan zijn dat hij uiteindelijk tot de conclusie komet dat er geen enkele partij in staat is een regering te leiden met garantie op die stabiliteit. We denken dat hij in dat geval uiteindelijk een gerespecteerd persoon -misschien de huidige premier Gentiloni- zal vragen een interim-regering te vormen tot er nieuwe verkiezingen worden gehouden. In dat scenario kan het nog wel een jaar duren voordat er nieuwe verkiezingen komen. Hoe dan ook lijkt Italië op zware coalitiebesprekingen af te stevenen, waarvan de uitkomst hoogst onzeker is.
Gevolgen voor de economie
We denken dat de verkiezingsuitslag op de korte termijn weinig gevolgen heeft voor de economie. Te midden van een sterk mondiaal economisch klimaat zit Italië net in de herstelfase en onzekerheid over de verkiezingen heeft tot nu toe het sentiment onder producenten en consumenten niet beïnvloed. In onze meest recente economische update voor Italië hebben we uitgelegd dat we verwachten dat de economie dit jaar rond 1,5 procent zal groeien, net als in 2017. We blijven bij deze verwachting, maar deze staat wel onder druk door de enorme overwinning voor de populistische partijen. Beleidsonzekerheid en misschien een lichte stijging van de rente kunnen dit jaar een licht dempend effect hebben op de bestedingen. Naar onze mening is het negatieve effect het sterkst als de uitkomst een populistische coalitie tussen Vijfsterren en Lega is.
Hoewel we denken dat de negatieve gevolgen voor de economie op de korte termijn beperkt zijn, zien we wel degelijk neerwaartse risico’s. Een overheidsschuld van 132 procent van het bbp en een potentieel groeipercentage van ongeveer 0,5 procent laten geen ruimte voor beleidsfouten en passiviteit. Dat zou de economische vooruitzichten en die voor de overheidsfinanciën op de lange termijn kunnen schaden en uiteindelijk de markt van streek maken. Helaas is de kans op hervormingen klein en het risico op fouten en ongelukken groot, vooral wanneer er een volledig populistische regering uitkomt. Wellicht contra-intuïtief, maar een interim-regering zou beter kunnen zijn voor Italië dan een centrumrechtse of populistische regering. Het risico op begrotingsuitglijders zou in dat geval namelijk beperkt zijn.
Alles in acht nemend, voorzien we in het gunstigste geval enkel een kleine verlaging van de belastingdruk en vereenvoudiging van het belastingstelsel met een licht positief effect op de economische groei en worden begrotingsuitglijders actief voorkomen. In het ongunstigste geval wordt verstandig begrotingsbeleid overboord gegooid en worden eerdere pensioenhervormingen teruggedraaid, verslechtert de schuldhoudbaarheid en daarmee het economische-groeivooruitzicht op de lange termijn.
Als de markt van slag raakt en de financiële onrust groeit, slaagt een onervaren populistische coalitie er zeer waarschijnlijk niet in het land uit een crisis te leiden. Maar ook als een centrumrechtse coalitieregering uiteindelijk een meerderheid weet te behalen, is stabiliteit nog niet gegarandeerd. Terwijl we verwachten dat Forza Italia het economische herstel, de schuldhoudbaarheid en de stabiliteit van de financiële markten niet in gevaar wil brengen, is het neerwaartse risico hier dat Forza Italia wordt overschaduwd door de radicalere Lega. In dat geval kan er toch nog sprake zijn van structurele schade. Op dit moment denken we niet dat de schuldhoudbaarheid in de nabije toekomst een probleem gaat vormen, maar de grote schuld maakt het land wel schokgevoelig.
Als we nu even kort naar Europa kijken, denken we dat de uitkomst de hervormingen van de eurozone nog ingewikkelder maken. Het Europese lidmaatschap loopt weliswaar geen gevaar, maar de relatie tussen Rome en Brussel zal verslechteren omdat de volgende regering waarschijnlijk een meer confronterende toon zal aanslaan tegen Brussel en zich minder aan zal trekken van de Europese begrotingsregels.
De impact op de markt
Gezien de omstandigheden heeft de markt tot dusverre relatief gematigd gereageerd. De Italiaanse spread ten opzichte van Duitse obligaties groeide aanvankelijk met ongeveer 8 basispunten, maar deze postelectorale zwakheid leek op dinsdag alweer teruggedraaid. Ook de Italiaanse beurs liet een soortgelijke beweging zien: uitverkoop op maandag en herstel op dinsdag.
De markt reageert dus mild op de sterke prestatie van de Vijfsterrenbeweging en Lega en de klap die de gevestigde partijen hebben gekregen. Dit suggereert dat beleggers minder belang hechten aan het negatieve ‘onbekende’ (oftewel de volgende regering) dan aan de aantoonbaar positieve ‘bekenden' zoals het economisch herstel en de beperkte onmiddellijke invloed van de verkiezingen hierop.
We denken weliswaar dat de schuldhoudbaarheid op dit moment geen gevaar loopt, maar we hebben het idee dat de markt nu de mogelijke gevolgen op de lange termijn voor de economie en de begroting van Italië onderschat.