Spanje is Italië niet!

In het kort

De centrumrechtse regering in Spanje is gevallen en vervangen door een centrumlinkse regering

Het mandaat van de nieuwe regering is erg zwak en dat maakt grote beleidsveranderingen erg onwaarschijnlijk

De regering is bij uitstek pro-EU en heeft aangegeven zich aan de begrotingsregels te houden

De politieke situatie in Spanje verschilt dus duidelijk met de politieke situatie in Italië

Vrijdag 1 juni is de Spaanse premier Mariano Rajoy afgezet via een motie van wantrouwen. De motie was ingediend door Pedro Sanchez van de socialistische partij (PSOE) nadat meerdere (voormalig) stafleden van Rajoy’s Partido Popular (PP) werden veroordeeld voor corruptie. Sanchez en zijn centrumlinkse PSOE hebben de centrumrechtse PP regering direct vervangen. De nieuwe socialistische regering is groot voorstander van de EU en heeft al aangegeven de Europese begrotingsregels na te leven. Desalniettemin lijkt het waarschijnlijk dat de nieuwe regering meer zal gaan uitgeven dan de oude regering van plan was.

Figuur 1: Een brede coalitie van partijen stemden Rajoy weg

Figuur 2: Spanjaarden grote voorstanders van de euro

Met slechts een vierde van de zetels in het parlement heeft de centrumlinkse minderheidsregering van Sanchez een erg zwak mandaat. We verwachten dan ook geen grote beleidsveranderingen in de komende maanden. Vervroegde verkiezingen, voor de officieel geplande verkiezingen in 2020, zijn erg waarschijnlijk, maar dat is niet per se slecht voor de Spaanse economie. De regering die zal voortkomen uit de volgende verkiezingen heeft vermoedelijk een sterker mandaat dan dat de PSOE op dit moment heeft. En de partij Ciudadanos, die op dit moment aan de leiding gaat in de peilingen, heeft een beleidsagenda die het lange termijn groeipotentieel van de Spaanse economie zou kunnen stimuleren. Al zou deze relatief nieuwe partij op het nationale toneel, wel nog moeten bewijzen dat ze hun ideeën ook kunnen implementeren.

Op de korte termijn is de impact van de regeringswissel op de economie waarschijnlijk erg beperkt. Het herstel van de economie en de overheidsfinanciën zou ook niet ontsporen door onzekerheid rondom eventuele vervroegde verkiezingen. Al zou de snelheid waarmee de overheidsfinanciën verbeteren dan wel iets kunnen afnemen.

Het belangrijkste om te onthouden is dat het ondanks de zichtbare uitdagingen voor de langere termijn nog altijd erg goed gaat met de Spaanse economie en dat de politieke situatie in Spanje ver afwijkt van die in Italië.