Onderzoek
Voedselverspilling: op naar minder afval en meer waarde
Voedselverspilling is een groot probleem: wereldwijd wordt een derde van al het geproduceerde voedsel weggegooid. Initiatieven tegen voedselverspilling hebben behalve duurzaamheidsvoordelen ook financiële baten voor bedrijven en consumenten.
In het kort
Voedselverspilling is een groot probleem: wereldwijd wordt er namelijk 1,3 miljard ton voedsel per jaar weg gegooid. Dit is maar liefst een derde van al het geproduceerde voedsel (FAO, 2011). De Verenigde Naties hebben met de Sustainable Development Goal 12.3 afgesproken om het aantal kilo’s dat verloren gaat aan voedselverspilling en voedselverlies per persoon in de wereld in 2030 te halveren. Dit doel draagt bij aan een van de grootste uitdagingen voor de komende dertig jaar: beter voedsel voor meer mensen.
Het terugdringen van voedselverspilling heeft niet alleen voordelen voor het milieu (een lagere ecologische voetafdruk) en voor de voedselzekerheid, maar het kan ook flinke financiële voordelen opleveren voor bedrijven in de voedselketen. Dit toont een onderzoek van Champions 12.3[1] aan. Het grootste deel van de bedrijven in de voedselketen verdienen aan investeringen om voedselverspilling tegen te gaan. Zo had de helft van de 1.200 bedrijven die zijn onderzocht een investeringsrendement van 1 op 14 dollar of hoger. Dat betekent dat voor de helft van de bedrijven elke dollar die zij investeerden om voedselverspilling tegen te gaan, minimaal 14 dollar opleverde.
[1] Champions 12.3 is een coalitie tussen de bestuurders van overheden, bedrijven, internationale organisaties, onderzoeksinstituties en burgermaatschappijen die samenwerken om Sustainable Development Goal 12.3 te bereiken.
De winst: heel Nederland 6,5 jaar niet douchen
Door minder voedsel te verspillen verminderen we de druk op water, land en het klimaat. Het verspilde voedsel gebruikt namelijk een kwart van al het water in de landbouw, een landbouwareaal zo groot als China, en is verantwoordelijk voor 8 procent van de wereldwijde uitstoot aan broeikasgassen.
Wij hebben berekend dat wanneer Nederland 50 procent minder voedsel verspilt, we onze footprint met 3,1 miljoen ton CO2-equivalent per jaar verlagen. Dit staat gelijk aan een jaar lang 666.000 personenauto’s niet laten rijden of juist 788 windmolens een jaar laten draaien (EPA). Naast minder broeikasgassenuitstoot besparen we ook water bij minder voedselverspilling. Er is elk jaar namelijk 2.717.801.320.000 liter water nodig om het voedsel dat uiteindelijk wordt weggegooid te produceren. Dit staat gelijk aan het water dat in Nederland in 6,5 jaar gebruikt wordt voor het douchen (Waternet).
Wat valt er onder voedselverspilling?
Er zijn wereldwijd verschillende definities van voedselverspilling in omloop. Dit maakt het soms lastig voor bedrijven en consumenten om te begrijpen wat er wel en wat er niet onder voedselverspilling valt en waar men kan bijdragen aan het realiseren van SDG 12.3.
Onder voedselverspilling valt al het voor menselijke consumptie bedoelde voedsel dat verloren gaat tijdens of na het oogsten, tijdens transport, opslag of verwerking en al het voedsel dat door supermarkt, horeca en consument wordt weggegooid. Voedsel dat dus niet wordt geconsumeerd en onnodig in de afvalstroom terechtkomt en daarmee waarde verliest voor de consument en ketenpartijen. Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen vermijdbare en onvermijdbare voedselverspilling. Vermijdbaar voedselverlies is voedsel dat eigenlijk had kunnen worden gegeten; onvermijdbaar voedselverlies gaat over de voeding die niet te consumeren is, zoals schillen, botten en pitten. Onder SDG 12.3 valt het verminderen van verspilling van zowel eetbare als niet-eetbare delen van voeding. Twee manieren van het verwerken van voedsel voor mensen vallen niet onder voedselverspilling: voedsel dat (gedeeltelijk) wordt gebruikt voor het maken van diervoeder, zoals vismeel, en voedsel dat wordt gebruikt voor materialen op biologische basis, zoals verpakkingen of medicijnen.
Box 1: Sustainable Development Goal 12.3
Met het doel honger en armoede te beëindigen, de planeet te beschermen en te zorgen voor welvaart voor iedereen, hebben de Verenigde Naties in 2015 zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals – SDG’s) opgesteld. Doelstelling 12 gaat over het waarborgen van duurzame consumptie en productiepatronen. Het derde punt onder deze doelstelling, doelstelling 12.3, gaat over het halveren van de hoeveelheid voedsel dat per persoon in de gehele voedselketen in 2030 wordt verspild.
Volgens de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de VN, wordt een derde van het geproduceerde voedsel verspild. De waarde van al het eten dat jaarlijks wordt weggegooid bedraagt 940 miljard Amerikaanse dollar (FAO, 2016). Het verschilt per land waar in de keten het grootste deel van de voedselverspilling plaatsvindt. Zo wordt in minder ontwikkelde landen het meeste voedsel verspild aan het begin van de keten –bijvoorbeeld bij de telers- terwijl in ontwikkelde landen gemiddeld de meeste verspilling plaatsvindt bij de consument. In Europa vindt meer dan de helft van de verspilling plaats bij de consument (figuur 1).
Wageningen University & Research (WUR) brengt sinds 2009 elk jaar in kaart hoeveel voedsel er in Nederland wordt verspild. In 2015 is er in Nederland in de gehele voedselketen tussen 1,4 en 2,1[2] miljard kilo voedsel onnodig verspild. Dit gaat over vermijdbare voedselverspilling; inclusief het onvermijdbare eten is er tussen 2,6 en 2,9 miljard kilo verspild (WUR, 2017). In opdracht van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken is door CREM Waste Management eind 2016 onderzoek gedaan naar voedselverspilling in Nederland. Met sorteeranalyses en zelfrapportages is onderzocht hoeveel voedsel Nederlandse huishoudens hebben verspild. Hieruit blijkt dat huishoudens in 2016 ruim 61 kilo voedsel per persoon hebben weggegooid, waarvan 41 kilo vermijdbaar was (figuur 2). Hiermee hebben huishoudens een aandeel van 27 tot 39 procent van de totale (vermijdbare) voedselverspilling in Nederland (Voedingscentrum, 2017). Het meest gooien huishoudens brood weg, daarna zuivelproducten, groente, fruit en vlees.
[2] De WUR schaart het hergebruiken van voedsel als diervoeder onder voedselverspilling. Hierdoor bedraagt de voedselverspilling in Nederland volgens dit instituut tussen 1,7 – 2,5 miljard kilo. Wij zien hergebruik van voedsel voor diervoeder niet als verspilling; daarom rekenen we dit hier ook niet mee.
Er wordt dus ontzettend veel voedsel onnodig verspild, terwijl tegelijkertijd één op de negen mensen ondervoed is. Daar komt nog bij dat in de toekomst meer mensen moeten worden gevoed aangezien de bevolking blijft toenemen (in 2030 zijn er naar verwachting 8,6 miljard mensen). Dit terwijl de beschikbare hoeveelheid landbouwgrond gelijk blijft en stijgende welvaart in landen als China en India ervoor zorgt dat mensen gemiddeld genomen meer en anders eten. Wat op zijn beurt een groter beslag legt op het gebruik van water en voor meer uitstoot van broeikasgassen zorgt.
Waarom wordt er zoveel weggegooid?
Zoals wij hieronder laten zien, levert het verminderen van voedselverspilling zowel financiële als andere voordelen op. Waarom wordt er alsnog zoveel weggegooid? Hiervoor bestaan verschillende oorzaken. Zo gooien consumenten voedsel weg wanneer ze meer hebben gekocht dan dat ze nodig hadden of wanneer ze de voedselveiligheidsrisico’s niet goed inschatten met betrekking tot de ‘ten-minste-houdbaar-tot-datum’. Supermarkten nemen een bepaalde mate van voedselverliezen vaak voor lief omdat ze willen dat de schappen op elk moment van de dag gevuld zijn, zodat klanten het idee hebben dat er altijd voldoende aanbod is. Daarnaast komen de baten van initiatieven om voedselverliezen tegen te gaan vaak ergens anders in de keten terecht dan waar de investeringen plaatsvinden. Als de kosten van initiatieven tegen voedselverspilling niet kunnen worden doorberekend aan de volgende partij in de keten of de eindgebruiker omdat die het belang er niet van inziet, kunnen partijen worden tegengehouden in dit soort investeringen. Zo liggen de investeringen voor verpakkingen die zorgen voor langer houdbaar voedsel bijvoorbeeld bij de producent, terwijl de voordelen hiervan bij de retailer of de consument liggen (Timmermans, 2009).
Hoe kunnen we bijdragen aan SDG 12.3?
Minder voedselverspilling levert gezinnen, bedrijven en de overheid winst op. Zowel financiële winst als andere –niet-financiële– voordelen zoals een lagere footprint op het gebied van CO2-uitstoot en watergebruik. We kunnen bijdragen aan SGD 12.3 door minder voedsel weg te gooien en door het weggegooide voedsel op de juiste manier te hergebruiken. Door voedsel opnieuw te gebruiken voor voedsel voor mensen (bijvoorbeeld door het aan de voedselbank te geven) wordt voedselverspilling tegengegaan. Ook het gebruik van het eten voor diervoeder of voor bio-based materialen draagt bij aan doelstelling 12.3. De waardeladder in figuur 2 laat zien hoe waardevol hergebruik van voedsel is. Hoe hoger op de ladder, hoe waardevoller het hergebruik. Zo is het waardevoller om reststromen te gebruiken voor compost dan het te storten.
Box 2: Hoe hergebruiken we voedselafval hoogwaardiger?
Het terugdringen van voedselverspilling levert een bijdrage aan de transformatie naar een verantwoord en circulair voedselsysteem. In een circulair voedselsysteem worden grondstoffen en producten optimaal gebruikt, om zo de aarde niet uit te putten. Circulaire economie biedt dan ook handvatten om de voedselreststromen hoogwaardiger te hergebruiken. Figuur 3 laat zien dat voedselhergebruik verschillende waardeniveaus kent. Nederland hergebruikt op dit moment voedsel vooral op een laagwaardige manier. Zo wordt bijna de helft van al het voedselafval verbrand of gestort. Door voedselafval te vergisten of te composteren kan het hoogwaardiger worden hergebruikt.
Financiële waarde is hoog voor consumenten…
De WUR heeft berekend dat in Nederland elk jaar voor ongeveer 4,4 miljard euro aan vermijdbaar voedsel wordt weggegooid. Grofweg de helft van deze verspilling vindt plaatst bij de consument, wat neer komt op ongeveer 150 euro per persoon. Dit is 320 euro voor een gemiddeld huishouden van 2,2 personen. Als huishoudens de helft minder zouden weggooien zouden ze dus 160 euro per jaar besparen.
Dat letten op voedselverspilling financieel voordelig is voor consumenten, wijst ook het onderzoek van Champions 12.3 uit. In 2012 zijn er in zes wijken in Londen initiatieven geïmplementeerd om voedselverspilling bij huishoudens tegen te gaan. Voor elke geïnvesteerde pond bespaarde de overheid acht pond, met name door minder afvalverwerking. Wanneer de besparingen van huishoudens ook werden meegenomen, nam het rendement fors toe. Dezelfde pond die de overheid investeerde in het tegengaan van voedselverspilling leidde dan tot een besparing van 92 pond.
…net als voor bedrijven
In het onderzoek van Champions 12.3 zijn ook de kosten en baten van initiatieven om voedselverspilling tegen te gaan van 1.200 internationale bedrijven vergeleken. Hieruit bleek dat 99 procent van de bedrijven een positief investeringsrendement had. De mediaan van de kosten-baten-ratio’s (wat betekent dat de helft van de bedrijven een lagere ratio had en de helft van de bedrijven een hogere ratio) was 14:1. Dus de helft van de bedrijven verdiende minimaal 14 dollar per geïnvesteerde euro. De bedrijven met de hoogste ratio’s waren restaurants. Hotels, foodservice- en foodretail-bedrijven hadden vaak een ratio tussen de 5:1 en de 10:1. Bedrijven uit de hele keten kunnen dus baat hebben bij het verminderen van voedselverspilling. De bedrijven met de hoogste rendementen waren vaak bedrijven die nog niet eerder aandacht hadden besteed aan voedselverspilling. Hierdoor kon met relatief kleine investeringen al veel worden gewonnen.
Conclusie
Ontzettend veel voedsel wordt verspild: wereldwijd een derde van alles wat wordt geproduceerd. De Verenigde Naties hebben met de Sustainable Development Goal 12.3 afgesproken dat het aantal kilo’s dat per persoon in de wereld wordt verspild in 2030 is gehalveerd. Nu we weten dat het verminderen van voedselverspilling niet alleen maatschappelijke en duurzame voordelen heeft, maar ook voor meer winst voor bedrijven en lagere uitgaven voor consumenten zorgt, zien we voor de gehele voedselketen veel mogelijkheden om hiermee aan de slag te gaan. Wij zullen daarom vaker over dit onderwerp schrijven om bedrijven en consumenten handvatten te geven om dit probleem aan te pakken.
Literatuur
Europese Rekenkamer (2016). De bestrijding van voedselverspilling: een kans voor de EU om de hulpbronnenefficiëntie van de voedselvoorzieningsketen te verbeteren.
FAO (2011). Global food losses and food waste. Extent, causes and prevention.
FAO (2016). Food waste: A global challenge, a local solution.
Timmermans, T. (2009). Voedselverspilling. Aangrijpingspunten voor beleid vanuit de consument.
Champions 12.3 (Hanson, C. and Mitchell, P) (2017). The business case for reducing food loss and waste. A report on behalf of Champions 12.3.
Champions 12.3 (Hanson, C.) (2017b). Guidance on interpreting sustainable development goal target 12.3.
Rood, T., Muilwijk, H. en Westhoek, H. PBL (2017). Food for the circular economy.
Voedingscentrum (2017). Oplegnotitie Voedselverspilling bij huishoudens in Nederland in 2016.
WUR (2017). Monitor voedselverspilling. Update 2009-2015.
Environment Protection Agency, Greenhouse Gas Equivalencies Calculator.
Waternet, Gemiddeld waterverbruik.
UNESCO, Water footprint of crop and animal products: a comparison.
Deze studie is tot stand gekomen met medewerking van Justin van der Sluis.