Update
Wereldwijde zuivelmarkt: een wankel evenwicht in 2023
Meer melk op de Europese en Amerikaanse markt, stijgende consumentenprijzen, dalende zuivelnoteringen en structureel hogere kosten. Er zijn veel factoren van invloed op de melkprijs. Daarnaast drukken macro-economische ontwikkelingen, zoals de wisselkoers en rentestijgingen een stempel op de zuivelmarkt. Benieuwd hoe dit zit en wat de impact op de melkprijs is? Lees dit en meer in deze update.
In het kort
Groei van wereldwijde melkproductie in 2023
Er lijkt een einde te komen aan de wereldwijde krappe melkaanvoer (zie figuur 1). In het vierde kwartaal van 2022 hebben Nieuw-Zeeland en Australië opnieuw met een periode van door het weer verstoorde productie te maken. De twee andere belangrijke exportregio’s, de VS en Europa, laten een ruimere melkaanvoer zien. Rabobank verwacht dat de melkaanvoer in 2023 in de meeste regio's licht zal toenemen. Australië is hier een uitzondering op.
De melkproductie uit de zeven grootste exportregio's zal naar verwachting groeien met 1% op jaarbasis. Dit is genoeg om de daling van 0,8% in 2022 te compenseren en op hetzelfde niveau te blijven als in 2021.
Zuivelprijzen zijn de afgelopen periode gedaald, maar liggen nog steeds op hoog niveau. Dynamiek in de markt is groot. Goed om in de gaten te houden:
Hoewel de angst voor een tekort aan gas op de korte termijn is weggenomen, blijven er structurele uitdagingen. Dit geldt niet alleen voor zuivelverwerkers, maar voor de gehele keten van leveranciers.
Het zero-Covid beleid is in China nog steeds van kracht, waardoor reizen wordt geremd en consumentenbestedingen in getroffen gebieden worden gedrukt. Wel is er grote onzekerheid over de uitvoering van nieuwe maatregelen om het zero-Covid-beleid te versoepelen.
Vanaf 2023 hoeven Chinese kopers van Nieuw-Zeelandse melkpoeder dit niet langer te doen in het einde van het 3e kwartaal of begin van het 4e kwartaal. De vrijhandelsovereenkomst tussen Nieuw-Zeeland en China, met een tarief van 0% voor de invoer van melkpoeder aan de start van het nieuwe jaar, komt te vervallen.
Om de inflatie de kop in te drukken verhogen centrale banken over de hele wereld de rentetarieven, waardoor recessies op de loer liggen. Inputkosten voor landbouwbedrijven zijn al hoog en ook deze oplopende kostenpost zal voorlopig kostenverhogend werken.
Droogte, lage voorraden, oorlog en hoge energiekosten zorgen ervoor dat ook 2023 een jaar wordt met hoge voerkosten.
In het algemeen werd de sterke dollarkoers dit jaar gedreven door renteverschillen en is de dollar een veilige haven. De laatste tijd is de dollar in waarde gedaald. Een zwakkere dollar is gunstig voor de koopkracht in opkomende economieën, maar dempt ook de prijzen in exporterende zuivelregio’s.
Toename wereldwijde melkproductie komt uit de VS en Europa
De groei van de Amerikaanse melkproductie loopt vlot en boekt sinds juli weer positieve groeicijfers op jaarbasis. De grotere melkaanvoer wordt gedreven door een verbetering van de melkproductie per koe en een toename van ongeveer 40.000 stuks in de Amerikaanse melkveestapel. Uitbreiding van de Amerikaanse melkveestapel wordt nog steeds gedempt door de beperkte beschikbaarheid van vaarzen. Volgens de United States Department of Agriculture (USDA) waren er op 1 juli 2022 50.000 minder vervangingen in vergelijking met het voorgaande jaar.
Onvoorspelbaar lenteweer drukte ook dit jaar een stempel op de melkproductie in Nieuw-Zeeland. In de piekmaand oktober daalde de melkaanvoer 3,4% op jaarbasis. Na een koude, natte lente maakt de grasproductie momenteel een inhaalslag op het Noordereiland. Het wisselvallige weer zorgt nog steeds voor uitdagingen. Kuilvoer wordt gemaakt zo snel als loonwerkers geboekt kunnen worden. Dit helpt bij het aanvullen van de voervoorraden die afgelopen winter tijdens de slechte weersomstandigheden zijn gebruikt.
Zoals verwacht liet de melkproductie in de 27 EU-landen en het Verenigd Koninkrijk (VK) in het derde kwartaal een vlakke lijn (0,0%) zien op jaarbasis (zie figuur 2). Het marktevenwicht in de EU + VK is de afgelopen maanden omgeslagen van een situatie met een klein tekort aan melk naar een licht overschot. De inflatie drukt op de Europese consumptie in dezelfde tijd dat de groei van de melkaanvoer terugkeert naar positieve cijfers. Dit zorgt voor wat meer blootstelling aan de mondiale zuivelmarkt, waar de noteringen op een wat lager prijsniveau liggen. Hierdoor concurreert Europese melk wat meer met de wereldmarkt.
De milde herfst zorgde voor een lang weideseizoen en maakte een extra snede in het najaar mogelijk. Gunstig voor de voervoorraden, die in de zomer waren beperkt door de droogte, met name in landen als Frankrijk en Italië. De flink gestegen melkprijzen in de zomermaanden dragen ook bij aan de stijgende melkaanvoer. Voor zowel het vierde kwartaal van dit jaar als het eerste kwartaal van volgend jaar verwachten we een stijging van de melkproductie op jaarbasis. Dit komt voornamelijk door de lage productiecijfers van vorig jaar en betere kwaliteit van ruwvoer.
Europese zuivelprijzen blijven naar verwachting op hoog niveau
Europese zuivelprijzen bleven tot begin september op een historisch hoog niveau. Dit werd gevolgd door een prijsdaling half november. In deze periode daalden de prijzen van alle producten, met uitzondering van Goudse kaas (zie figuur 3). Spotprijzen bevinden zich momenteel op een lager niveau dan de EU-noteringen. Dit is een indicatie voor een mogelijke correctie naar beneden van de EU-noteringen. Daarnaast is er ook veel onzekerheid in de markt als gevolg van inflatie. Rabobank verwacht dat noteringen in het eerste kwartaal van 2023 een beweging naar beneden maken, maar wel op hoog niveau blijven.
De impact van inflatie op de zuivelconsumptie blijft de grootste onzekerheid. Europese consumenten worden geconfronteerd met de gestegen prijzen voor zuivelproducten en het is niet uit te sluiten dat ook volgend jaar kostenstijgingen worden doorgevoerd (zie figuur 4).
Melkprijzen eerste helft 2023 op mondiaal niveau licht dalende
Voor Nieuw-Zeeland blijft de prognose van Rabobank ongewijzigd op NZD 9,00 per kilogram vet- en eiwit (ongeveer € 48,25 per 100 kilogram melk). Fonterra’s verwachting is naar beneden bijgesteld naar NZD 9, 25 per kilogram vet en eiwit stabiel voor het gehele seizoen (ongeveer € 49,60 per 100 kilogram melk). Onzekerheid over de regelgeving blijft Nieuw-Zeelandse melkveehouders teisteren. De regering heeft onlangs wijzigingen voorgesteld in het plan om landbouwemissies te beprijzen. Er is afgesproken om broeikasgassen uit de landbouw en industrie te splitsen. De verschillen liggen voornamelijk in de aanpak van prijsstelling en vastlegging. Begin 2023 wordt meer duidelijkheid vanuit de regering verwacht.
In de VS zullen de melkprijzen voor ‘Klasse IV’ melk (melk die wordt verwerkt tot boter) als gevolg van sterke boterprijzen voor de eerste helft van 2023 uitkomen rond de 20,65 Amerikaanse dollar (USD) per hundredweight (ongeveer € 39,00 per 100 kg melk). Voor ‘Klasse III’ melk (melk die wordt verwerkt tot kaas) ligt de verwachting op USD 20,50 per hundredweight (ongeveer € 38,75 per 100 kg melk) als gevolg van ruime voorraden kaas en droge wei.
De gemiddelde melkprijs in de 27 EU-landen is sinds juli met 8,1% gestegen naar € 55,20 per 100 kilogram melk in oktober. De onderlinge verschillen zijn groot. Zo is de melkprijs € 48,48 in Frankrijk en € 62,25 in Nederland. De eerder verwachte piek is verschoven naar het einde van het jaar, waarbij de strijd om melk tussen verwerkers bijdraagt aan het willen binnenhalen van nieuwe leden of leveranciers. De verschillende afzetstrategieën tussen verwerkers (handel, industrie, retail) leiden ook tot diversiteit in melkprijzen. Begin 2023 zal de melkprijs een dalende beweging inzetten als gevolg van lagere prijzen van basiszuivelproducten.
Lagere Europese zuivelexport en Chinese import
Net als in het tweede kwartaal, viel de Europese zuivelexport in het derde kwartaal lager uit op jaarbasis. Deze daling geldt voor de verschillende zuivelproducten (vloeibare zuivel, kaas, boter, magere- en volle melkpoeder). Kaasexport bleef het meest stabiel met een daling van 4,1% en boter leverde met een afname van 19,8% het meeste in.
De lagere Chinese zuivelimport is gedeeltelijk het gevolg van hoge voorraden, maar ook de economische ontwikkeling in China speelt een belangrijke rol. Rabobank schat in dat in oktober en november de steden met een medium en hoog risico voor covid (en dus enige vorm van lockdowns) samen 47% van China’s bruto nationaal product (BNP) vertegenwoordigt. Ook de werkloosheid ligt hoger dan vorig jaar. De combinatie van deze factoren heeft een negatieve impact op de consumptie en bestedingen in China. Er blijft een grote onzekerheid bestaan over de uitvoering van nieuwe maatregelen om het Covid-beleid te versoepelen.
Nederland sluit 2022 af met hoge melkprijzen
Sinds het einde van de zomer zit de Nederlandse melkproductie in de lift. In september was er sprake van 3,6% groei op jaarbasis en in oktober 4,6%. Hoewel de referentie van vorig jaar laag was, proberen melkveehouders gezien de hoge melkprijs de productie zo goed mogelijk op peil te houden. De verwachte daling van de melkprijs is uitgesteld naar begin volgend jaar. Een factor die hieraan bijdraagt is de strijd om melk tussen zuivelverwerkers. Om leden of leveranciers aan zich te binden, kan het neerzetten van een hoge melkprijs bijdragen aan de afweging om over te stappen. Uiteindelijk is een daling van de melkprijs een kwestie van uitstel in plaats van afstel. De melkprijs krijgt begin volgend jaar een correctie naar beneden. Voor het gehele jaar zullen de melkprijzen tussen de € 45,00 en € 55,00 per 100 kilogram melk uitkomen.
“Begin 2023 krijgt de melkprijs een correctie, al blijft volgend jaar de melkprijs op bovengemiddeld niveau.”
2022 is een uitzonderlijk jaar voor de melkveehouderij. Aan de ene kant een jaar met een hoog rendement als gevolg van hoge prijzen voor boerderijmelk en aan de andere kant aanhoudende onduidelijkheid rondom het ondernemersklimaat en een gebrek aan perspectief. In de toekomst is de melkveehouderij kleiner van omvang met minder emissies en een extensievere opzet. Toch is nog veel onduidelijk, zoals het tijdspad, in welke mate de sector zal krimpen en de randvoorwaarden waar ondernemers aan moeten voldoen.
Met de aanhoudende onduidelijkheid, wordt de route die de melkveehouderij de komende jaren moet bewandelen steeds ambitieuzer. Een ruime regeling voor stoppende ondernemers en aandacht voor innovaties en verdienvermogen kunnen hierbij helpen. We verwachten dat het aangekondigde nationale landbouwakkoord van de minister (verwacht in februari 2023) meer duidelijkheid zal geven. Deze duidelijkheid kan melkveehouders helpen om het bedrijf toekomstproof te houden. Op individueel bedrijfsniveau blijft het maken van scenario’s een eerste stap. Wij denken graag met je mee.