Onderzoek
Ervaren brede welvaart in Twente consolideert en blijft hoog
Twente consolideert dit jaar zijn relatief hoge niveau van ervaren brede welvaart, of zoals ze het in Twente noemen: Bruto Twents Geluk.
In het kort
Wat is ervaren brede welvaart?
In dit onderzoek meten en analyseren we de ervaren brede welvaart van Twentenaren. Hoe hoog is deze in vergelijking met Nederland? Welke verschillen zijn er tussen groepen mensen binnen Twente? En hoe heeft de ervaren brede welvaart zich het afgelopen jaar ontwikkeld? Maar we beginnen met een uitleg van het begrip brede welvaart en hoe wij deze meten.
Welvaart gaat over de mate waarin mensen het leven leiden zoals ze dat zelf willen. Traditionele methoden om welvaart te meten, richten zich vooral op de financiële kant ervan, zoals het besteedbaar inkomen en de omvang van de economie uitgedrukt in monetaire eenheden. Hoewel financiële welvaart inderdaad belangrijk is voor mensen, dekt dit niet de hele lading. Om het leven te leiden zoals we dat willen, is meer nodig. Denk aan een goede gezondheid en veiligheid. Beide zijn niet altijd uit te drukken in geld.
Het concept brede welvaart houdt rekening met de verschillende kanten waaruit onze welvaart bestaat. Hierin brengen we elf welvaartsdimensies samen: gezondheid, milieu, persoonlijke ontwikkeling, subjectief welzijn (geluk), inkomen, huisvesting, de balans tussen werk en privé, veiligheid, baanzekerheid, sociale contacten en maatschappelijke betrokkenheid (zie figuur 1).
Hoe meten we ervaren brede welvaart?
Om de ervaren brede welvaart te meten, voert RaboResearch jaarlijks in de zomer een enquête uit onder ruim 10.000 Nederlanders. In deze enquête vragen we hun om hun welvaart op de elf brede welvaartsdimensies te waarderen (zie bijlage 1). Het gaat hierbij dus nadrukkelijk om de welvaart zoals de respondenten die zelf ervaren.[1] De antwoorden op deze elf vragen vertalen we voor elke respondent naar een score tussen 0 en 1. Vervolgens berekenen we een gemiddelde[2] om te komen tot de totale ervaren brede welvaart van groepen mensen.
In Twente doen we sinds 2022 een extra uitvraag om zo een representatief beeld te geven van de ervaren brede welvaart (Bruto Twents Geluk) in Twente. In 2023 hebben ruim 2.000 Twentenaren de enquête ingevuld. Uiteindelijk zijn er 1.500 Twentenaren meegenomen in de analyse (zie bijlage 1).
[1] In samenwerking met Universiteit Utrecht heeft RaboResearch ook de Brede Welvaartsindicator ontwikkeld. Afgekort de BWI. De BWI is meer gebaseerd op objectieve data, maar is minder actueel en geeft niet de mogelijkheid om vergelijkingen te maken tussen groepen mensen zoals we dat met de enquêtegegevens kunnen.
[2] Elke dimensie weegt even zwaar in de algehele score voor brede welvaart.
Twente consolideert hoge ervaren brede welvaart
Twentenaren geven hun ervaren brede welvaart een rapportcijfer[3] van 7,1 (zie figuur 2). Hiermee scoort Twente significant hoger dan Nederland als geheel (6,8).
Landelijk zien we op de onderliggende dimensies dat inkomen significant is verbeterd ten opzichte van vorig jaar.[4] Het gaat hierbij niet om de hoogte van het inkomen, maar om de vraag of mensen vinden dat ze voldoende inkomen hebben (zie bijlage 1). Op de andere dimensies zien we geen significante veranderingen. Specifiek voor Twente zien we op geen van de dimensies significante veranderingen ten opzichte van afgelopen jaar.[5]
[3] Voor dit onderzoek drukken we de ervaren brede welvaart uit in een rapportcijfer tussen de 0 en 10, in plaats van tussen 0 en 1.
[4] Door de extreem hoge inflatie verslechterde vorig jaar de inkomenspositie van veel huishoudens in Nederland, waardoor deze dimensie in 2022 juist het sterkst daalde. Na compensatiemaatregelen voor de hoge energieprijzen verbeterde die positie in de loop van vorig jaar. Daarnaast stegen de cao-lonen, het minimumloon en de daaraan gekoppelde AOW. Deze verschillende aspecten verklaren mogelijk de verbetering van de dimensie inkomen in 2023.
[5] Let op dat in de figuur de horizontale as de verticale as snijdt bij 0,4 in plaats van 0,0.
Box 1: Onzekerheidsmarge
De staven in de figuur tonen de gewogen gemiddelde ervaren brede welvaart van de geënquêteerden in het betreffende gebied. De verticale lijnen in de staven geven met een zekerheid van 95 procent weer binnen welke bandbreedte de ervaren brede welvaart van de totale bevolking van het gebied ligt. Over het algemeen geldt: hoe hoger het aantal geënquêteerden, hoe meer informatie beschikbaar is en dus hoe kleiner de bandbreedte. Als de lijnen van twee gebieden overlappen, concluderen we dat de ervaren brede welvaart statistisch niet significant van elkaar verschilt. Overlappen de lijnen niet, dan is het verschil wél statistisch significant.
Als we in 2023 kijken naar de dimensies zien we dat Twente uitblinkt op veiligheid, huisvesting en subjectief welzijn; op deze dimensies scoort Twente het hoogst en ook hoger dan Nederland als geheel (zie figuur 3). Bij de dimensies inkomen, werk-privébalans en baanzekerheid zijn de verschillen met Nederland kleiner en bovendien niet significant. Aandachtpunten zijn de dimensies maatschappelijke betrokkenheid en persoonlijke ontwikkeling. Ondanks dat Twente hoger scoort op deze dimensies dan Nederland als geheel zijn de scores, net als vorig jaar, het laagst van allemaal.
Hoge ervaren brede welvaart voor hoge inkomens, voor hbo/wo’ers en buiten de grote drie Twentse steden
Ook bij groepen zien we geen significante verschillen in ontwikkeling van ervaren brede welvaart (zie figuur 4). De ervaren brede welvaart van mannen daalt licht, maar deze achteruitgang is niet statistisch significant. Ook lijkt de daling voor jongvolwassenen (18 tot en met 30 jaar) aanzienlijk, maar deze groep is relatief klein in de analyse, waardoor de onzekerheid groot is en het verschil alsnog niet significant (zie box 1). Wel zien we aanzienlijke verschillen in het niveau van ervaren brede welvaart tussen groepen.
Twentenaren zonder een hbo- of wo-opleiding hebben een lagere ervaren brede welvaart dan Twentenaren met hbo- of wo-opleiding. Twentenaren met een beneden modaal huishoudinkomen hebben een lagere ervaren brede welvaart dan Twentenaren met een modaal huishoudinkomen. En Twentenaren met een bovenmodaal huishoudinkomen hebben weer een hogere ervaren brede welvaart dan Twentenaren met een modaal inkomen, hoewel dit verschil kleiner is.[6] In de drie grote gemeenten van Twente – Enschede, Hengelo en Almelo – ligt de ervaren brede welvaart lager dan in de overige Twentse gemeenten.[7]
[6] De inkomensgroepen die wij in deze studie gebruiken, wijken af van de inkomensgroepen in de studie van vorig jaar. Een modaal inkomen is een bruto huishoudinkomen van € 36.500 tot en met € 43.499. Beneden modaal is een huishoudinkomen lager dan € 36.500 en boven modaal is een huishoudinkomen vanaf dan € 43.500.
[7] Voor iedere groep zijn er voldoende waarnemingen om een score te berekenen. Uitsplitsing naar andere groepen zoals werkstatus tonen we niet omdat er niet voldoende waarnemingen zijn voor deze subgroepen. Onze landelijke studie laat zien dat werklozen een lagere brede welvaart ervaren dan niet-werkenden en werkenden. De lagere score zit hem vooral in de dimensies inkomen en baanzekerheid, maar ook op alle andere dimensies scoren zij lager, zoals subjectief welzijn, huisvesting en gezondheid.
Grootste verschillen tussen groepen op de dimensies
Als we kijken naar de scores op dimensies en deze uitsplitsten naar groepen, zien we hier en daar grote verschillen (zie tabel 1). De verschillen tussen groepen in Twente zijn het grootst bij de dimensies baanzekerheid en inkomen. Twentenaren met een beneden modaal inkomen scoren laag op de dimensie baanzekerheid. Hier valt ook een deel van de Twentenaren onder die werkloos zijn en vermoedelijk laag scoren op de dimensie baanzekerheid, maar ook als we deze groep niet meenemen blijft de score laag. Twentenaren met een hbo- of wo-opleiding of een boven modaal inkomen scoren juist hoog op baanzekerheid. Bij de dimensie inkomen zien we een vergelijkbaar beeld, maar daar is het verschil tussen de groep met de laagste score (beneden modaal) en hoogste score (boven modaal) kleiner. Let wel: bij de dimensie inkomen hebben we de vraag gesteld of mensen vinden dat ze voldoende inkomen hebben (zie bijlage 1).
Op de dimensies persoonlijke ontwikkeling, gezondheid en werk-privébalans zijn er ook verschillen tussen groepen. Bij persoonlijke ontwikkeling scoren jongvolwassenen het hoogst. Daarnaast zijn er verschillen op deze dimensie als we kijken naar inkomensgroepen en opleiding. Opvallend is ook het verschil tussen de steden Enschede, Hengelo en Almelo enerzijds en overig Twente anderzijds, waarbij overig Twente hoger scoort. Bij gezondheid scoren de beneden modale inkomens het laagst. Modaal, boven modaal en hbo- of wo’ers scoren juist hoger. Bij de dimensie werk-privébalans vallen vooral de verschillen tussen inkomensgroepen en leeftijdscategorieën op. Zo scoren beneden modale inkomens en jongvolwassenen lager op deze dimensie. Bij de dimensie huisvesting zijn de verschillen tussen groepen relatief klein, op één groep na: jongvolwassenen scoren lager op deze dimensie dan de andere groepen.
De verschillen tussen groepen op de dimensies sociale contacten, maatschappelijke betrokkenheid, veiligheid en milieu zijn kleiner. Over het algemeen scoren de meeste groepen hoog op de dimensies veiligheid en sociale contacten, terwijl de meeste groepen relatief laag scoren op de dimensie maatschappelijke betrokkenheid.[8]
[8] De kleuren in de tabel zijn gebaseerd op de scores. Bij een lage score (dichter bij de 0) krijgt een cel een oranje kleur. Bij een hoge score (dichter bij de 1) krijgt een cel een groene kleur.
Conclusies
Twente consolideert dit jaar zijn relatief hoge niveau van ervaren brede welvaart, of zoals ze het in Twente zeggen: Bruto Twents Geluk. De ervaren brede welvaart in Twente is en blijft significant hoger dan in Nederland als geheel. Op de onderliggende dimensies van brede welvaart zien we geen significante veranderingen ten opzichte van afgelopen jaar. Bovendien scoort Twente op alle dimensies van brede welvaart beter dan of gelijkwaardig aan Nederland als geheel.
Ondanks de hoge ervaren brede welvaart zijn er voor Twente aandachtspunten. Ten eerste op de afzonderlijke dimensies. Op de dimensies inkomen, baanzekerheid en werk-privébalans scoort Twente niet significant hoger dan Nederland als geheel, waar het gebied dat op de andere dimensies wel doet. Op de dimensies maatschappelijke betrokkenheid en persoonlijke ontwikkeling scoort Twente dus ook beter dan Nederland als geheel, maar deze scores zijn nog steeds het laagst van alle elf dimensies.
Ten tweede zijn er aanzienlijke verschillen tussen groepen. De verschillen in ervaren brede welvaart tussen groepen in Twente zijn niet alleen groot, maar ook consistent over tijd. Twentenaren zonder hbo-/wo-opleiding, met een beneden modaal inkomen en/of wonend in de drie grote Twentse gemeenten hebben een lagere ervaren brede welvaart dan Twentenaren die wél hbo/wo-opgeleid zijn, een (boven) modaal inkomen hebben en/of niet wonen in de drie grootste Twentse gemeenten.
Bijlage 1: Vragen ervaren brede welvaart
Tabel 2 toont de elf vragen om de ervaren brede welvaart te meten. Om hun totale ervaren brede welvaart te kunnen berekenen, vroegen we hun om de elf vragen uit tabel 1 alle te beantwoorden. Dat deden zij niet allemaal, waardoor we een deel van de respons niet kunnen gebruiken. Omdat we daarnaast een weging hebben toegepast, viel ook een deel van de overgebleven respons weg.[9] Uiteindelijk zijn er bijna 1.500 respondenten overgebleven waarmee we de analyses hebben uitgevoerd. Alle veertien Twentse gemeenten zijn vertegenwoordigd in de data.
[9] De samenstelling van de respons komt niet volledig overeen met de samenstelling van de bevolking. In de respons zitten bijvoorbeeld relatief veel mensen met een hoog inkomen en een hoog opleidingsniveau. Als we uitspraken willen doen over de hele Twentse bevolking, moeten we een weging toepassen (met de variabelen geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, werkstatus en inkomen). De gegevens voor deze weging zijn niet voor alle respondenten beschikbaar, waardoor ook om die reden een deel van de respons onbruikbaar is. Zie bijlage 1.
Bijlage 2: Aandeel waarnemingen uitgesplitst naar groepen
De waarnemingen die wij meenemen in de analyse moeten een goede afspiegeling vormen van de Twentse bevolking om iets te kunnen zeggen over Twente als geheel. Maar de samenstelling van de respons komt niet volledig overeen met de samenstelling van de Twentse bevolking. In tabel 3 staan de aandelen per groep van de waarnemingen in de analyse.
In de respons zitten bijvoorbeeld relatief veel mannen en hbo/wo’ers, tegenover relatief weinig jongeren. Om uitspraken te doen over de hele Twentse bevolking moeten we daarom een weging toepassen. Dit doen we met de variabelen geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, werkstatus en inkomen. We gebruiken hierbij data van het CBS.
Dit betekent bijvoorbeeld dat mannen iets minder zwaar meewegen in de analyse (deze groep is oververtegenwoordigd), terwijl jongeren juist iets zwaarder meewegen in de analyse (deze groep is ondervertegenwoordigd).