Update
Gezonde financiële ontwikkeling met uitdagingen binnen Nederlandse tuinbouw
De Nederlandse tuinbouw toont een gezonde financiële ontwikkeling. De primaire tuinbouw geldt als een broedplaats voor innovatie binnen de gehele tuinbouwketen en is de basis voor de groente- en fruithandel. Er bestaan wel een aantal zorgen. In de glastuinbouw gaan die vooral over de energietransitie. Bedrijven noemen netcongestie (onvoldoende beschikbare capaciteit op het elektriciteitsnet) hier als het belangrijkste probleem. Bij de opengrondsteelten is de overgang naar een teelt zonder of met zo min mogelijk gebruik van chemische gewasbescherming de grootste uitdaging.
In het kort:
Nieuw seizoen met uitdagingen in het publieke debat
De Rabo-tuinbouwbarometer geeft (nog steeds) een ruime voldoende aan de financiële ontwikkeling van de sector (zie figuur 1).
De prijsvorming van de meeste producten is voldoende voor een rendabele bedrijfsvoering. Ondernemers geven verder aan zich volop bezig te houden met energietransitie, verbetering van de waterkwaliteit en vermindering van chemische gewasbescherming. Vooral bij dat laatste thema is de noodzaak hoog zoals de uitspraken van demissionair minister Adema en de gerechtelijke uitspraak over de lelieteelt aantonen. In het publieke debat is daar de afgelopen maanden nog een thema bijgekomen. Zo stelde de voorzitter van de DNB onlangs de vraag of de voor- en nadelen van het – eventueel seizoenmatig - inzetten van buitenlandse arbeidskrachten voldoende in balans zijn voor Nederland. Welke bijdrage leveren deze seizoenskrachten en wat is hun invloed op het woningaanbod in Nederland? Het geeft aan dat de sector in elk geval verantwoordelijkheid neemt voor fatsoenlijke huisvesting van deze medewerkers én nog meer in kan zetten op automatisering en robotisering.
In dit debat gaat het nauwelijks over de samenhang van het gehele tuinbouwcomplex. De aanwezigheid van de primaire productie is voor ontwikkelaars van nieuwe rassen en technologieën van groot belang om hun innovaties te kunnen testen in de praktijk. Daarnaast is de primaire productie belangrijk voor de handelsbedrijven in groenten en fruit, of bloemen en planten. Zij combineren het product van de Nederlandse tuinder met de import van buitenlandse collega’s voor vooral de consument in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Hierdoor ontstaat een compleet sortiment voor de schappen van de supermarkt, de gespecialiseerde vakhandel of de foodservice.
Voedingstuinbouw kent stabiele afzet
Wanneer we kijken naar de diverse subsectoren in de tuinbouw, zien we dat de bedrijven in de voedingstuinbouw stabiel zijn en het resultaat vaak sterk samenhangt met de energiehuishouding. Kostenstijgingen van energie, arbeid en meststoffen vlakken hier inmiddels af. We zoomen in op een aantal onderdelen binnen de voedingsuinbouw:
Sierteelt afhankelijk van koopkrachtontwikkeling
De sierteelt laat over het geheel genomen een positieve ontwikkeling zien en er was sprake van een goede Moederdagomzet. Koopkrachtontwikkeling lijkt hier altijd wat meer invloed te hebben op de afzet dan die bij groente en fruit. Zo stelt een voorzichtige consument de aankoop van een bosje bloemen of een kamerplant soms uit. Daarnaast is het binnen deze subsector vaak moeilijker om goede energiedeals vast te leggen. Veel sierteeltbedrijven onder glas zijn kleiner, hebben niet altijd warmekrachtkoppelingen én zijn voor de kwaliteit van de productie echt afhankelijk van belichting.
Bij de prijsvorming van sierteeltproducten is het beeld wisselend. Chrysanten- en tulpenprijzen zijn goed (geweest), voor groene kamerplanten en gerbera mag de prijsvorming verbeteren, terwijl Phalaenopsis wel weer een gezonde ontwikkeling laat zien. De forse krimp van het areaal met Phalaenopsis met ongeveer 30% heeft daarin een belangrijke rol gespeeld.
De Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijproducten (VGB) en Floridata kwamen met positief nieuws over de export van snijbloemen en potplanten. In het eerste kwartaal steeg de export met 4% vergeleken met 2023 en in april was de stijging nog groter.
De exportwaarde naar het Verenigd Koninkrijk liet een stevige plus zien (in tegenstelling tot Frankrijk). De Britse pond was het eerste kwartaal dit jaar ongeveer 3% sterker ten opzichte van de euro in het eerste kwartaal van 2023. Daarnaast hebben vooral Britse tuincentra meer pot- en tuinplanten ingekocht met het oog op de naderende grensinspecties vanaf 1 mei dit jaar. Door deze inspecties zullen naar onze inschatting de kosten of prijzen met ongeveer 0,5 – 1,0% stijgen. Tot slot loopt een exportstijging van 4% ongeveer gelijk met de inflatie, waardoor het reële rendement niet is veranderd.
De Britse branche-organisatie HTA meldt wel al een stijging van 22% in omzet voor aangesloten tuincentra in de eerste maanden van dit jaar. Ook is het Britse consumentenvertrouwen is met 15 punten gestegen: van -36 in maart 2023 naar -21 in maart 2024 (op een schaal van -100 tot + 100).
Regen beïnvloedt bollen- en bomenteelt
Het is binnen de bollenteelt nog afwachten welke gevolgen de overmatige regenval van afgelopen herfst en winter heeft op de sortering en kwaliteit van de voorjaarsbollen die in juni geoogst gaan worden. De voorverkoopprijzen zijn wel gestegen en kunnen deze lagere bollenproducties compenseren. Voor een individueel bedrijf kan zo’n natte winter veel problemen geven, op sectorniveau is het risico op overproductie (met lage bollenprijzen) in elk geval klein. Bij de teelt van leliebollen staat het rendement duidelijk meer onder druk en zijn er steeds meer zorgen over de maatschappelijke acceptatie van de teelt. Een recente gerechtelijke uitspraak over lelieteelt nabij woningen in Sevenum onderstreept de noodzaak om snel alternatieven voor de chemische gewasbescherming te vinden. Ook demissionair minister Adema heeft aangegeven een onderzoek te starten naar een manier om verantwoord de lelieteelt te kunnen blijven uitoefenen.
De boomtelers, vooral van bos- en haagplantsoen en laanbomen, hebben afgelopen najaar soms moeite gehad met het rooien van bomen waardoor orders zijn uit- of afgesteld. Toch blijft de belangstelling voor de sector groot en overwegend positief.
Nederland, de groenteboer van Duitsland
Onlangs verscheen de nieuwe versie van de World Vegetable Map. Deze kaart geeft inzicht in de internationale groentehandel. Overigens belandt slechts 7% van de wereldproductie bij een consument in een ander land en dan meestal in een buurland. De belangrijkste drie landen ter wereld die verse groenten exporteren, zijn Mexico, Spanje én Nederland:
Naast groente is ook de export van groentezaden vanuit Nederland van groot belang. In 2022 was de export van groentezaden meer dan 2 miljard euro. Dat is een forse toename ten opzichte van de exportwaarde uit 2017 (ongeveer 1,5 miljard euro). Nederland is dus een Seed Valley, die ook sterk verbonden is aan andere bedrijven in de tuinbouwketen.
Uit de consumptiecijfers die op de World Vegetable Map zijn weergegeven, blijkt trouwens dat de prijs van verse groenten afgelopen jaren fors is gestegen, terwijl dat meestal niet tot een daling van de consumptie heeft geleid. Daaruit blijkt dat groente echt een basisbehoefte is. De jaarconsumptie is dus niet sterk afhankelijk van de prijs. Voor een verhoging van de afzet in Europa naar de aanbevolen hoeveelheid van 200 gram per persoon per dag is het prijsinstrument dus niet erg geschikt. Bewustwording over de gezonde werking van groenten moet dus op een andere manier worden bereikt. Wil je meer lezen over de World Vegetable Map of een exemplaar bestellen? Vraag ernaar bij je accountmanager.
Energietransitie in de tuinbouw geen gelopen koers
De glastuinbouw zet in op een klimaatneutrale teelt in 2040. Belangenbehartigers geven aan dat dit mogelijk is als aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan. Daaraan lijkt nu te worden gesleuteld door de glastuinbouw versneld meer heffingen te laten betalen voor CO2-emissie. Ook lopen geothermieprojecten vertraging op door lange procedures en vernieuwde regelgeving. Reden voor de Rabobank om een enquête uit te voeren onder glastuinders en te kijken hoe het staat met de energietransitie.
Uit deze enquête blijkt dat glastuinbouwbedrijven in de afgelopen drie jaar vooral geïnvesteerd hebben in (extra) scherminstallaties, LED-verlichting, aardwarmte-aansluitingen en zonnepanelen. Bijna de helft van de bedrijven geeft aan daar meer dan 20% energiebesparing mee te hebben behaald, of dit te verwachten. De redenen om niet te investeren in energiebesparende maatregelen lopen sterk uiteen. Zo zijn er bedrijven met nog goede energiecontracten, kan er soms met teeltmaatregelen voldoende besparing worden gerealiseerd, of wachten ondernemers op mogelijkheden op aansluiting bij regionale, gebiedsgerichte initiatieven.
“Netcongestie grootste belemmering voor de energietransitie in de glastuinbouw”
Ook de komende drie jaar worden deze investeringen verwacht, met vaak ook ontvochtiging als onderdeel van de investering in (extra) schermen en invoering van Het Nieuwe Telen. Andere investeringen die op het netvlies staan bij tuinders zijn warmtepompen, e-batterijen en e-boilers. Vooral bij een investering in een warmtepomp lijkt de e-batterij onmisbaar. Deze realiseert meer buffercapaciteitvoor een kostenbewust gebruik van de warmtepomp.
Op langere termijn worden investeringen genoemd die nu nog vaak in onderzoek- of pilotfase zijn. Soms gaat het om investeringen met een lange proceduretijd, zoals voor windmolens.De redenen voor ondernemers om in te zetten op energiebesparing verschillen onderling. Het kan gaan om kostenbesparing, subsidiebeleid, afnemerswensen of regelgeving. Belemmeringen zijn er ook. Daarbij is netcongestie de belangrijkste reden om nog niet te investeren.
Combineren we de resultaten uit deze enquête met de recente berichtgeving over de moeilijkheden in de ontwikkeling van geothermie, dan zien we dat het doel om de Nederlandse glastuinbouw in 2040 klimaatneutraal te laten opereren nog inspanningen vergt van de sector en alle betrokkenen daaromheen. Dit is nog geen makkelijke opgave. Binnenkort publiceren we een ‘Menukaart glastuinbouw energietransitie’ waarin we ruim vijftig energiebesparende mogelijkheden op een rij hebben gezet.
Speel op tijd in op ontwikkelingen
Het gaat dus in het algemeen goed met de Nederlandse tuinbouw, maar het blijft ook belangrijk goed zicht te houden op de ontwikkelingen die voor uitdagingen zorgen. Wij houden dat graag voor je in de gaten en denken met je mee. Heb je behoefte aan een specifieke blik op jouw onderneming? Neem dan contact met ons op.
Wist je dat we het aanbod aan gunstige financieringen voor verduurzaming in de land- en tuinbouw uitgebreid hebben? Voortaan kunnen ook agrarische bedrijven in akkerbouw, glastuinbouw en (open) tuinbouw hun verduurzamingsplannen met korting financieren bij Rabobank.