Update
Rustige tijden in food? Schijn bedriegt
De afgelopen vier jaar waren zwaar voor de voedselketen door de corona- en energiecrisis, geopolitieke spanningen en hoge inflatie. Dit jaar lijkt de foodsector eindelijk te normaliseren. De koopkracht neemt toe en de omzetvolumes stabiliseren. Maar schijn bedriegt, want de markt is nog steeds onrustig. In deze update geven we onze voorspelling voor het komende jaar. We schetsen hoe hogere grondstofprijzen, aangetoond met de cacaomarkt, nog lang kunnen doorwerken in het schap. We besteden extra aandacht aan twee sectoren die het zwaar hebben: de horeca en bakkerijen. Ook duiden we de oplopende kosten voor onder meer restaurateurs, onderbouwd met ontwikkelingen in de markt van friet en aardappelen.
In het kort:
Terug naar normaal?
De foodmarkt begint voorzichtig te normaliseren: het consumentenvertrouwen stijgt, omzetvolumes stabiliseren, en huismerken verliezen weer iets terrein. Ondertussen worden de laatste lege schappen, ontstaan door onenigheid tussen A-merken en supermarkten over inkoopprijzen, weer gevuld. Supermarkten willen ons graag doen geloven dat ze de prijzen verlagen, maar volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn voedingsmiddelen in april 2024 ruim 3% duurder dan in april 2023.
Een belangrijk deel van deze prijsstijging komt door de overheid. De bijzondere verbruiksbelasting op niet-alcoholische dranken is per 1 januari 2024 verhoogd. Ook de accijnzen op alcoholische dranken zijn gestegen. Beide maatregelen hadden een flinke impact op de consumentenprijzen. Per 1 april van dit jaar zijn de accijnzen voor tabak verder verhoogd. Ruwweg 20% tot 25% van de totale prijsinflatie in april is toe te schrijven aan overheidsmaatregelen in deze productcategorieën. De rest van de inflatie komt door een breed scala aan producten, van aardappelschijfjes tot plantaardige zuivel. Hoewel er de afgelopen maanden ook prijsdalingen waren, bleven die vooral beperkt tot de zuivelcategorieën. In zuivel zien we duidelijk de daling van zuivelprijzen door toe doen van de dalende melkprijs ten opzichte van het piekmoment in 2022.
Geen verdere daling in voedingsprijsinflatie
Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de voedingsprijsinflatie veel verder zal dalen. Voor het hele jaar 2024 verwachten we een voedingsprijsinflatie van 3%. Ook volgend jaar zullen de boodschappenprijzen naar verwachting met ongeveer deze inflatie stijgen. Naast de impact van belastingen en accijnzen spelen ook stijgende grondstofprijzen een rol. De wereldmarktprijzen van bijvoorbeeld cacao en koffie zijn in de eerste vier maanden van het jaar flink gestegen. Door weersomstandigheden en Russische aanvallen op de havenstad Odessa is ook de graanprijs weer omhoog gegaan. Minder aanbod van melk in Europa draagt bij aan een voorzichtig herstel van de melkprijs, dus de daling van consumentenprijzen in de zuivelcategorieën zal naar verwachting niet doorzetten.
Naast hogere grondstofprijzen door factoren zoals het weer of alle geopolitieke onzekerheden (denk aan Oekraïne, de Amerikaanse verkiezingen of spanningen rond de Rode Zee) krijgen veel Nederlandse voedingsmiddelenproducenten dit jaar ook te maken met extra kosten voor personeel, energiebelastingen en duurzaamheidsmaatregelen zoals de CSRD-rapportageplicht. Deze hogere kosten zullen vroeg of laat worden doorberekend aan de consument. De kans dat de voedingsprijsinflatie de komende jaren weer terugzakt naar niveaus tussen 0% en 1%, zoals in de periode 2014 en 2016, is vrij klein.
De omzetgroei in de verschillende sectoren van de voedingsmiddelenmarkt zal in 2024 en 2025 vooral door prijsstijgingen gedreven worden. De onderliggende vraag naar volume zal naar verwachting enigszins stabiel blijven. De grote uitzondering is de supermarktbranche, die per 1 juli moet stoppen met de tabaksverkopen. Dit drukt de omzet in 2024 en 2025 met zo’n 1,5 tot 2 miljard euro.
Dure paaseitjes, nog duurdere chocoladeletters
Hogere grondstofprijzen blijven dus een belangrijke factor in de voedingsprijsinflatie die we dit jaar verwachten. Hoewel diverse wereldmarktprijzen zijn gestabiliseerd of zelfs gedaald, kan het nog lang duren voordat dit effect zichtbaar wordt in het winkelschap. Neem bijvoorbeeld de markt van cacao en chocolade. Hoewel de wereldmarktprijzen voor cacao iets zijn gedaald ten opzichte van de recordhoogtes van het afgelopen kwartaal, verwachten we dat de grootste prijsstijgingen voor chocoladeproducten in de winkels nog moeten komen. De chocoladeletters in november zullen naar verwachting 0,2% duurder zijn dan de paaseitjes die we net hebben gegeten. Maar hoe werkt dit nu precies met die cacao- en chocoladeprijzen? We vroegen het aan onze analisten Paul Joules, Julia Buech en Sebastiaan Schreijen.
Chocoladepaaseitjes waren met Pasen 10% tot 15% duurder dan een jaar geleden. De prijs van chocoladeproducten reageert altijd met enige vertraging op de prijs van cacao, legt Joules uit. “We zien al hogere prijzen in Europa voor producten die cacao bevatten, maar ik denk niet dat consumenten de volledige impact al hebben gevoeld. Dit komt doordat chocoladebedrijven op contract kopen. We zien nu dus de relatief goedkope cacaoprijzen uit 2023. Naarmate we verder in 2024 komen, krijgen producenten de huidige veel hogere grondstofprijs voor hun kiezen. Die zullen zij uiteindelijk ook doorberekenen aan de consument, maar daar kan zomaar zes tot twaalf maanden tussen zitten.”
Ghana en Ivoorkust
De wereldwijde cacaoproductie is het afgelopen jaar flink gedaald. De meeste cacao komt uit West-Afrika, meer specifiek Ghana en Ivoorkust, vervolgt de analist. “Oorzaken van de productiedaling zijn slecht weer, zoals de invloed van El Niño, duurzaamheidsregelgeving om ontbossing tegen te gaan, lage boerderijprijzen en verouderde, zieke bomen. Voor het seizoen 2023/2024 verwachten we een derde opeenvolgend wereldwijd tekort. Ook voor het volgende oogstseizoen houden we rekening met een klein tekort. Door de stijgende cacaoprijzen zien we dat de vraag naar cacao in Azië, Europa en Noord-Amerika terugloopt. Dit biedt wat rust in de prijsvorming, maar de huidige marktprijs voor cacao ligt nog steeds zo'n drie keer hoger als vorig jaar mei.”
Ook suiker duurder
Dat betekent niet dat de prijzen van chocoladeproducten snel zullen dalen. Producenten hebben de dure cacao al ingekocht en zullen deze gestegen kosten doorberekenen aan hun afnemers. Bovendien is een andere belangrijke grondstof voor chocola flink in prijs gestegen: suiker. “Rond Pasen was suiker zo’n 20% duurder dan een jaar geleden,” zegt Schreijen. “De suikerprijzen zijn vorig jaar flink gestegen door extreme droogte in twee belangrijke productielanden, Thailand en India. Dit zorgde voor magere oogsten. Samen met de gestegen cacaoprijzen heeft dit ervoor gezorgd dat chocola in de supermarkt 7% duurder is geworden ten opzichte van begin 2023. De prijzen van chocolade-eitjes zijn nog harder gestegen. Paaseitjes kun je wel een impulsproduct noemen. Als mensen ze zien liggen, pakken ze ze graag mee, zonder precies te weten hoeveel ze er vorig jaar voor hebben betaald. Dat maakt een prijsstijging makkelijker door te voeren.”
Werk aan de bakkerswinkel
De forse inflatie in voedsel maskeert de onderliggende strategische uitdagingen in de foodsector. Wanneer we puur naar de omzetgroei kijken, lijkt het alsof sectoren als bakkerijen en restaurants het bovengemiddeld goed hebben gedaan. Echter, juist deze branches stonden de afgelopen jaren onder druk.
Zo lijken ambachtelijke bakkers in 2023 een uitstekend jaar te hebben gedraaid met ruim 4,5% meer omzet dan in 2022 (bron: Bakkerijmonitor). Toch verbloemden prijsverhogingen de onderliggende volumedaling. Voor 2024 verwachten we een lichte verbetering, met consumenten die wennen aan hogere prijzen en een verbeterende koopkracht. De vraag zal naar verwachting licht toenemen, maar de omstandigheden voor een succesvolle onderneming blijven uitdagend. De operationele kosten zullen stijgen, vooral de personeelskosten. Per 1 december vorig jaar zijn de cao-lonen al met 6% gestegen. Halverwege 2024 komt daar nog eens 5 procent bij. Ook andere kosten , zoals huur- en grondstofprijzen, blijven stijgen. Voor een gemiddelde ambachtelijke bakker vertegenwoordigen personeels- en huurkosten ongeveer de helft van de totale kosten. Voor hun grote concurrent, de industriële bakker die aan supermarkten levert, zijn deze kosten ongeveer 20 procent van de totale omzet. Voor ambachtelijke bakkers blijft het balanceren in hun prijsbeleid om ze zich niet uit de markt prijzen ten opzichte van supermarkten.
“Bake or buy - warme bakkers moeten bedenken of ze alles zelf moeten willen bakken.”
Ambachtelijke bakkers moeten strategische keuzes maken. Een belangrijke afweging is de keuze om niet alles zelf meer te bakken. Om winstmarges te behouden of te verbeteren, kunnen bakkers meer specialiseren en delen van de productie uitbesteden. Door de productie van producten die niet direct bijdragen aan het onderscheidend vermogen van de bakkerswinkel over te laten aan specialisten, vermindert de complexiteit van het bakproces en kunnen kosten dalen. Als bakker kan je vervolgens focussen op die producten waarin je echt uitblinkt en klanten trekt. Ook kan samenwerken lonend zijn voor bakkers, vooral binnen bakkerijketens. Door de krachten te bundelen met andere bakkers of wellicht zelfs andere food retailers, kunnen ze profiteren van gezamenlijke inkoop, gecoördineerde marketinginspanningen en ondersteuning bij HR-beleid.
Meer weten? Lees het volledige artikel: Werk aan de bakkerswinkel in 2024 - Rabobank
Recordjaar? Zo voelt het niet in de horeca
In 2023 beleefde de horecasector haar eerste ‘normale’ jaar na drie jaar van ingrijpende covid-maatregelen die de sector lamlegden. Hoewel omzetten en volumes boven het niveau van vóór covid kwamen, kijken velen in de sector toch met gemengde gevoelens terug op 2023. Sectorspecialist Horeca en Recreatie Jos Klerx kan dat beamen: “Veel horecabedrijven lieten prima omzetten zien, maar ondertussen stegen de kosten ook flink. Vooral de inkoop-, personeels-, huisvestings- en exploitatiekosten liepen sterk op. Dit leidde, ondanks de hogere omzetten, tot lagere marges.”
“Voor 2024 verwacht ik een vergelijkbaar beeld,” vervolgt hij. “Door de stijgende koopkracht, meer evenementen en groeiend toerisme blijft de consument naar de horeca gaan, maar ook dit jaar lopen de kosten weer verder op.” Klerx doelt daarbij vooral op de nieuwe cao, die flinke druk op de personeelskosten zet. “Prijsverhogingen en volumegroei compenseren dit jaar een deel van de kostenstijgingen, maar horecaondernemers zullen opnieuw scherp op de kosten moeten letten.” Die hogere afzetprijzen zullen vooral cafés raken, verwacht Klerx. “Daar worden de naweeën van de coronacrisis nog het meest gevoeld.”
“We zien dat ondernemers steeds meer worstelen met lagere marges en ervoor kiezen om hun bedrijf te sluiten. Het aantal horecabedrijven neemt voor het eerst sinds lange tijd af. Er verdwenen in Nederland de laatste jaren al steeds meer cafés, maar nu zien we dat ook bij restaurants.” Klerx benadrukt dat het vinden van de balans tussen omzet en kosten belangrijk is voor het succes van horecabedrijven.
Meer weten? Lees het volledige artikel: Recordjaar? Zo voelt dat niet in de horeca- en recreatiesector - Rabobank
Ondanks dure aardappel, eten we geen friet minder
Voor horecaondernemers blijft het dus een uitdaging om hun kosten onder controle te houden. Laat friet nu juist een van de belangrijkste producten zijn voor een gemiddeld restaurant. Het is dus hoog tijd om de verwachtingen voor de aardappelmarkt onder de loep te nemen. We spraken hierover met Cindy van Rijswick, Global Strategist Fresh Produce, die onlangs een uitgebreid onderzoek heeft uitgevoerd naar de aardappelmarkt in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland. Dit zijn de Europese landen waar de aardappelverwerkende industrie een grote rol speelt.
“De grootste uitdaging zal het in toom houden van de kosten zijn”
De aardappel blijft populair, goed nieuws. Hoewel het misschien niet meer dagelijks op het menu staat, blijft de vraag naar aardappels groeien. Minder goed nieuws voor verwerkers en verkopers, voor het vierde seizoen op rij zijn aardappels duurder dan gemiddeld. Dit heeft volgens Van Rijswick verschillende oorzaken. “Het komt neer op vraag en aanbod. Vooral de vraag naar bewerkte aardappelproducten, zoals chips en frites, is aanhoudend hoog. Maar de mogelijkheden om meer te produceren zijn beperkt. Het is dus logisch dat de prijs hoog is. De verwerkende industrie betaalt nu ongeveer 70% meer voor consumptieaardappelen dan in 2020. Ook de kosten voor energie, transport en verpakking zijn gestegen, en die kosten berekenen de producenten door.”
De vraag naar aardappelen in Noordwest-Europa komt vooral van de verwerkende industrie. Die industrie zag de export van met name diepvriesfrites groeien en heeft daarom haar verwerkingscapaciteit van aardappelen uitgebreid. Chips en frites blijven populair. Van Rijswick: “De vraag naar chips groeide de afgelopen vijf jaar jaarlijks met ongeveer 2%. De vraag naar frites verschilt wat meer per land, maar over het algemeen groeit die met ongeveer hetzelfde tempo. Nederland is de op één na grootste exporteur van diepgevroren frites en andere aardappelproducten. België staat bovenaan.”
Bij een groeiende vraag zou je verwachten dat telers hun aanbod verhogen. Toch is dat volgens Van Rijswick niet het geval. “Het is niet zo eenvoudig om het aardappelareaal, de grond waarop aardappelen geteeld worden, uit te breiden. Landbouwgrond wordt schaarser en regelgeving strenger, zoals eisen op het gebied van biodiversiteit, waterkwaliteit of gewasbescherming. Ook de klimaatverandering speelt een rol. Vanaf 2020 zien we dat het areaal afneemt, terwijl het tussen 2012 en 2020 nog flink groeide.”
Voor de komende jaren verwacht Van Rijswick geen verandering in deze trend. “De prijzen blijven hoog, omdat telers en producenten hun risico’s verwerken in de prijs. We moeten er dus maar aan wennen dat we meer geld kwijt zijn bij de frituur.”
Meer weten? Lees het volledige artikel: Hoge aardappelprijzen in Noordwest-Europa - Rabobank
Verdieping: groenten in kaart gebracht
Uit de bovenstaande interviews en analyses blijkt duidelijk dat de prijs die we als consument betalen in supermarkten of restaurants niet los staat van internationale marktontwikkelingen. Dit geldt bijvoorbeeld voor grondstoffen en versproducten. Neem de markt van groenten, variërend van vers tot verwerkt, bevroren en gedroogd. Deze sector heeft de laatste jaren veel dynamiek ervaren. Factoren zoals de coronapandemie, extreem weer, stijgende productiekosten en logistieke uitdagingen hadden grote invloed. Deze problemen beïnvloedden de wereldwijde consumptie, productie en handel in groenten. Onze recent gepubliceerde Wereld Groente Kaart illustreert de belangrijkste ontwikkelingen.
Lees de volledige publicatie: World Vegetable Map 2024: het is nooit saai in de wereld van groente - Rabobank
Rabobank: de bank voor startups in Food
Voor startups in food kan de ondernemersreis uitdagend zijn. In een driedelige videoserie op Food&Agribusiness delen drie beginnende ondernemers hun ervaringen: Goldspoon, Redefine Meat en Johnny Cashew. Onze startup-specialist Gerben Dijksterhuis geeft daarbij een aantal gouden tips voor startups en scale-ups. Zie de videoserie op Tips voor start-ups en scale-ups - Food & Agribusiness (foodagribusiness.nl).
Rabobank helpt innovatieve ondernemers, startups en scale-ups met financiele oplossingen, netwerk en kennis. Zie: De bank voor startups en scale-ups - Rabobank voor meer informatie.