Update
Tuinbouw is winstgevend, maar toekomst blijft onzeker
Het prijs- en productieniveau in de tuinbouw is ook in het derde kwartaal van 2023 ruim voldoende. Externe ontwikkelingen zorgen wel voor een lichte daling van het vertrouwen in de toekomst. Ondernemers maken zich vooral zorgen of zij de gevolgen van verplichte maatregelen voldoende kunnen doorberekenen in de marktprijs. In deze update lees je meer over de hogere grondprijzen en de energietransitie.
Rabo Tuinbouwbarometer: ruim voldoende, maar wel dalend
De financiële situatie van de Nederlandse tuinbouw in het derde kwartaal blijft ruim voldoende. De Rabo Tuinbouwbarometer laat wel een lichte daling zien: van 7,3 in het vorige kwartaal naar 6,9 (op een schaal van tien). De oorzaken hiervoor liggen zowel bij de opbrengsten en kosten als bij de verwachtingen voor de nabije toekomst (zie figuur 1).
Er zijn verschillende oorzaken voor de lagere producties. In de tomatenteelt zorgt het ToBRF-virus voor problemen, terwijl in de aardbeienteelt het donkere weer zijn tol eist. De vollegrondsgroenteteelt wordt daarnaast getroffen door overvloedige regenval en uitval na het planten. Ook in de bloembollensector zijn er uitdagingen, zoals minder oogstbare bollen of kleinere ziftmaten bij de tulpen. Het rooien van diverse boomsoorten verloopt al het hele seizoen moeizaam.
Hoewel de prijsvorming over het algemeen goed blijft, zijn er uitzonderingen. De laatste peren van 2023, die nog uit de koeling kwamen, leverden geen kostendekkende prijs op. Voor de herfst wordt trouwens een iets kleinere Nederlandse perenoogst verwacht en een stabiele appeloogst. De prijsvorming van tomaten ligt onder het meerjarengemiddelde, na enkele goede jaren doet de markt nu een klein stapje terug. Toch blijft de prijs nog steeds voldoende. Voor snijbloemen komt een goede prijsvorming tot stand. De prijsvorming van potplanten staat iets onder druk.
Stijgende kosten en toekomstige uitdagingen
Aan de kostenkant zijn de effecten van de inflatie in 2022/2023 inmiddels volledig doorberekend in de tuinbouwbenodigdheden. De gestegen loonkosten door hogere cao-lonen drukken ook op de sector, zonder dat de arbeidsproductiviteit is toegenomen, wat resulteert in hogere loonkosten per eenheid product. Er wordt verwacht dat de kosten in het komende jaar blijven stijgen en dat er mogelijk productieverminderingen plaatsvinden. Deze ontwikkelingen kunnen niet altijd eenvoudig worden doorberekend in de verkoopprijzen, wat extra aandacht vraagt.
Enkele onderwerpen die aandacht vereisen zijn: teeltvrije zones naast water, het vervallen van toelatingen voor diverse gewasbeschermingsmiddelen, investeringen om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water, uitdagingen bij de werving van arbeidskrachten en veranderingen in regelgeving en belasting voor energie. Vooral de glastuinbouwsector kan grote gevolgen ondervinden als deze wordt opgenomen in het ETS-2 systeem.
Een positief punt is de toezegging van vier grote Nederlandse supermarktorganisaties om een duurzaamheidsvergoeding op te nemen in de inkoopprijs. Deze vergoeding is inmiddels vastgesteld voor aardappelen, groenten en fruit, en biedt compensatie voor de gemiddelde extra kosten van een duurzamere teelt en certificering. Dit is een belangrijke stap richting ‘True Value’ -prijsvorming.
Gemiddelde agrarische grondprijs blijft stijgen
In het vierde kwartaal van 2023 heeft de gemiddelde agrarische grondprijs de grens van 80.000 euro per hectare overschreden. De prijzen variëren echter sterk per regio, van 61.000 EUR/ha in Friesland tot 183.000 EUR/ha in Flevoland. Deze regionale verschillen worden voornamelijk beïnvloed door de verhouding tussen grasland en bouwland, evenals de druk van verstedelijking. De regionale verschillen in gemiddelde agrarische grondprijzen zijn groot en nemen verder toe.
De prijsstijging is vooral merkbaar in gebieden met veel bouwland waar tuinbouwgewassen met hogere saldo’s worden geteeld. De goede financiële rendementen in de bollen- en boomteelt dragen hier zeker aan bij. Ondernemers in deze sectoren zoeken ook naar mogelijkheden voor ruimere vruchtwisseling door het wegvallen van chemische gewasbeschermingsmiddelen.
In de melkveehouderij zorgt de benodigde extensivering voor een stijging van de prijs van grasland. In gebieden rond natuurgebieden, waar beperkingen gelden voor landbouwproductie en waar relatief veel agrarische bedrijven stoppen, blijft de grondprijsontwikkeling daarentegen achter.
Op basis van een enquête onder agrarisch taxateurs verwacht Rabobank voor het komende jaar een stabiele tot licht stijgende agrarische grondprijs, met een toename van 0 tot 5%. De meest recente cijfers over de grondmarkt bevestigen deze lichte stijging.
Ook op middellange termijn wordt een verdere stijging van de agrarische grondprijzen verwacht. Het aanbod van agrarische grond blijft beperkt toenemen, terwijl de vraag naar grond gestaag groeit, met name voor niet-agrarische doeleinden zoals verstedelijking en natuurontwikkeling. Dit zorgt voor een prijsopdrijvend effect. Er is inmiddels afgesproken dat de aanleg van zonneparken op landbouwgrond nog maar bij hoge uitzondering mag plaatsvinden.
Meer weten? Agrarische grondprijzen: zet de stijging door? - Rabobank
Energietransitie in de glastuinbouw blijft uitdagend
De glastuinbouwsector moet voor 2040 klimaatneutraal zijn, zoals afgesproken in het Convenant Energietransitie Glastuinbouw. Dit betekent dat er grote veranderingen aankomen in de sector. Energiebesparende maatregelen nemen is soms verplicht, maar het biedt ook een kans om te vernieuwen en te investeren in de toekomst.
Om te helpen bij het verduurzamen van de energiehuishouding in de glastuinbouw, hebben we verschillende maatregelen verzameld in de menukaart Energietransitie Glastuinbouw. Deze menukaart richt zich op oplossingen voor warmte, elektriciteit en CO2, ingedeeld volgens de principes van de Trias Energetica: besparen, verduurzamen en verbeteren.
“Energiebesparende maatregelen bieden een kans om te vernieuwen en te investeren in de toekomst”
Niet elke oplossing past perfect in één categorie; sommige maatregelen hebben invloed op zowel warmte- als elektriciteitsverbruik als op warmte- en CO2-voorziening. Daarnaast past niet elke oplossing bij elk bedrijf. Wat wel duidelijk is, is dat het voortbestaan van de Nederlandse glastuinbouw afhankelijk is van het slagen van de energietransitie.
Bij het energievraagstuk in de glastuinbouw zijn andere aspecten ook belangrijk. Zo is de locatie van een ondernemer bij nieuwbouw belangrijk voor een gebiedsgerichte aanpak van de energietransitie. Daarnaast kunnen keuzes voor een ander gewas, ras of teeltperiode de energiebehoefte beïnvloeden.
Het gaat in het algemeen goed met de Nederlandse tuinbouwsector, maar het blijft ook belangrijk goed zicht te houden op de ontwikkelingen die voor (onbekende) uitdagingen zorgen. Wil je een masterclass Leiderschap en Strategie speciaal gericht op glastuinbouwondernemers volgen? Lees meer over de masterclass Leiderschap en Strategie van Rabobank, Floric en Glastuinbouw Nederland.