Onderzoek
Nutri-Score blijft gemoederen bezig houden
Het leek een abc’tje, maar de EU moet het voorlopig stellen zonder uniform voedingskeuzelogo. Het Nutri-Score-logo lag lange tijd op pole position, alleen sommige mediterrane lidstaten verslikten zich in de scores voor hun traditionele delicatessen. De vrijblijvendheid voor wat betreft het gebruik van het logo kan evenwel problemen met zich mee brengen qua consistentie, transparantie en consumentenacceptatie.
In het kort
Als onderdeel van de Green Deal gaf de Europese Commissie in 2020 aan dat er een geharmoniseerd voedingskeuzelogo moest komen. Welk logo het ging worden zou in 2023 worden besloten. Die keuze is uitgesteld. Lange tijd lag het wetenschappelijk onderbouwde Nutri-Score op pole position. Maar lidstaten zoals Italië en Portugal hebben grote moeite met de Nutri-Score-scores voor enkele van hun traditionele voedingsproducten zoals olijfolie en Parmezaanse kaas. Hierdoor lijkt de EU-besluitvorming rondom het keuzelogo te zijn opgeschort; er is in ieder geval geen nieuwe deadline gepubliceerd.
Tegelijkertijd blijven grote Europese supermarktketens zoals Albert Heijn, Carrefour, Auchan, Delhaize, Aldi en Lidl volop inzetten op Nutri-Score. Afgelopen maand liet Lidl Spanje weten het logo uiterlijk in 2026 te implementeren op haar volledige assortiment. De Nutri-Score is een van de manieren waarop deze food-retailers hun klanten willen bewegen naar een gezondere leefstijl.
Vrijblijvendheid lastig voor merkproducenten
Deze ruimte hebben supermarktorganisaties omdat verschillende EU-lidstaten zoals Frankrijk, Duitsland, België, Spanje en Nederland het gebruik van het Nutri-Score-logo op
vrijwillige basis hebben toegestaan. We zien dit vooral terug in het huismerkaanbod. Een retailer zoals Albert Heijn heeft in sommige productcategorieën meer dan 90% van zijn huismerkproducten voorzien van een Nutri-Score. Nu kunnen food-retailers uiteraard directe invloed uitoefenen op hun private label-leveranciers, dus kunnen ze op die producten relatief simpel de daad bij het woord voegen. Merkfabrikanten blijken minder meewerkend als het gaat om de implementatie van de Nutri-Score (zie figuur 1).
Merkleveranciers die kunnen bogen op A- en B-scores zijn misschien iets happiger om Nutri-Score-logo’s op hun verpakkingen te zetten. Want als de score dreigt tegen te vallen, lijken merkfabrikanten zich te beroepen op het vrijwillige karakter van het voedingskeuzelogo. Die asymmetrie wordt duidelijk als we de gemiddelde verdeling van de Nutri-Score-labels bekijken.
Onder de huismerken scoort een kleine 40% een groen A- of B-label. Kijken we naar de merken die hun Nutri-Scores rapporteren, dan zien we dat de A en B’s meer dan 65% van alle producten vertegenwoordigen (zie figuur 2). Uiteraard kan de labelverdeling tussen merken en huismerken afwijken, maar omdat huismerken in relatief goed-scorende productcategorieën zoals vlees, vis, eieren, brood en melk de boventoon voeren in Nederland, zou je de afwijking eerder de andere kant op verwachten.
Dat Danone – ooit een voorvechter van de Nutri-Score – besluit om het logo van zijn zuivel- en plantaardige dranken te halen omdat deze producten door een (wetenschappelijk getoetste en onafhankelijke) aanpassing van de onderliggende algoritmes een slechter label zouden krijgen, toont aan dat de huidige vrijblijvendheid in de regelgeving uitnodigt tot cherry-picking.
Merkfabrikanten blijken selectief om te gaan met de vrijheid om een voedingskeuzelogo wel of niet op hun verpakkingen te plaatsen. Daarmee wordt het er voor de consument niet duidelijker op. Consistentie en transparantie zijn belangrijke voorwaarden zodat de consument voor een winkelschap op basis van het voedingskeuzelogo daadwerkelijke een geïnformeerde en hopelijk ook gezondere keuze kan maken.
Dit artikel is een samenvatting van “Nutri-Score 2024: brands resist, retailers persist”.