Update
Tuinbouw vol vertrouwen naar het nieuwe jaar
De stemming in de tuinbouw is de afgelopen maanden verbeterd. De Rabo Tuinbouwbarometer is het vierde kwartaal weer boven de 7 (op een schaal van 10) gekomen. Bij de meeste ondernemers in de tuinbouw is de stemming goed. De prijsvorming is meestal ruim voldoende voor de kostenstijgingen, waardoor een buffer in de liquiditeit ontstaat. Daardoor kunnen benodigde investeringen in de energietransitie, het watermanagement en arbeidsbesparing deels met eigen middelen worden gefinancierd. Niet méér produceren, maar luisteren naar de markt is de leidraad. In deze update schetsen we voorbeelden van veranderingen in de afname van groente, champignons en sierteelt. Verder in deze update meer over de Rabo Tuinbouwbarometer, prijsvorming en marktsituatie.
Rabo Tuinbouwbarometer weer boven de 7
Elk kwartaal peilen we de stemming in de tuinbouw. Na een kleine daling naar 6,9 in het derde kwartaal is de score in het vierde kwartaal iets gestegen en boven de 7 aanbeland (op een schaal van 10) (zie figuur 1).
Tomaten- en paprikaprijzen waren iets minder hoog dan in dezelfde periode afgelopen jaar. Bij tomaten blijft de productie dit najaar iets achter. De invloed van virussen op de productie is bij sommige rassen groot. De komkommerprijzen bereikten juist recordhoogtes. De wereldwijde TikTok-rage over komkommersalade lijkt daar een positief aandeel in te hebben gehad. Het laat zien hoe belangrijk het is marketing af te stemmen op jongere generaties.
Verderop in deze update gaan we ook in op de groeiende populariteit van groentepakketten.
In de glassierteelt zijn de prijzen van snijbloemen, zoals die van chrysanten en gerbera’s, nog steeds op een hoog niveau. Prijsvorming bij de bloeiende potplanten is redelijk, alleen de prijsvorming van bladplanten laat te wensen over. De groei van de export van bloemen en planten met 3,5% tot en met het derde kwartaal 2024 (vergeleken met dezelfde periode in 2023) geeft ook een beeld van hogere prijzen met ongeveer gelijkblijvende volumes. De prijzen in de voorverkoop voor het voorjaar van 2025 weerspiegelen het verwachte tekort aan bollen en ook de verwachting van een goede prijsvorming voor broeitulpen.
Gevolgen van natte weersomstandigheden
In de buitenteelten vallen allereerst de hoge bollenprijzen op. Door extreem natte weersomstandigheden tijdens het groeiseizoen waren er afgelopen seizoen lagere producties van de voorjaarsbloeiers. De goede prijsvorming zorgt ervoor dat de totale omzet per hectare toch op een goed niveau blijft. Een risico is wel dat de kwaliteit van het plantgoed van bollen voor de nieuwe teelt te wensen overlaat. Daarbij kunnen flinke verschillen ontstaan tussen diverse cultivars en kleuren. Verderop in deze update analyseren we de ontwikkeling van nieuwe cultivars in tulp en lelie.
De boomteelt lijkt de problemen van afgelopen winter wel te boven gaan komen. Het rooien verloopt dit najaar goed. De markt (en prijsvorming) kan profiteren van het feit dat ook bij particulieren veel bomen en struiken het niet hebben overleefd door de vele regenval afgelopen voorjaar.
In de fruitteelt (peer en appel) zijn de Nederlandse en Europese producties aan de lage kant, maar de prijzen zijn vanaf de start van het seizoen wel goed. De verkoop en afzet voor dit winterseizoen zien er dan ook goed uit, waarbij risico’s in de bewaring later in het seizoen groter kunnen worden.
Aardbeien hebben ook een goed najaar, al is het nog even afwachten hoe het laatste deel van de herfstproductie eruitziet.
Bij vollegrondsgroente is de prijsvorming sterk afhankelijk van de gekozen strategie van de ondernemer. Steeds vaker zien we daar een groot deel voorverkoop, waardoor een deel van het prijsrisico is verspreid over verschillende ketenschakels.
Groenteconsumptie in Nederland veranderd: meer gemak
De Nederlandse tuinbouw produceert een breed productenpakket groente. Een deel wordt in kassen geteeld, een ander deel in de vollegrond. Na de oogst vinden deze groenten op allerlei manieren hun weg naar het bord van de consumenten; bijvoorbeeld vers, bevroren of in blik. Daarin vinden de laatste jaren enkele opvallende verschuivingen plaats (zie figuur 2).
“De laatste vijf jaar is de consumptie van groentepakketten in Nederlandse supermarkten enorm gestegen”
Zo blijkt uit onderzoek van Circana bij Nederlandse supermarkten (exclusief hard discount) dat de verkoopvolumes van verse groentepakketten in vijf jaar tijd ruim is verdubbeld. De consumptie van diepvriesgroenten, groenten in blik en bevroren aardappelproducten zijn ongeveer op het niveau van voor de coronapandemie gebleven. Het gebruik van verse onbewerkte groente bevindt zich nu juist zo’n 4% onder het pre-Covid niveau van 2019. Ook het gebruik van versgesneden groente is gedaald met zo’n 7% in deze periode. De sterkste daler zijn groenten in glas. Dat gebruik is in vijf jaar tijd met zo’n 20% gedaald. Dat heeft deels te maken met de grote prijsstijging door de sterk gestegen kosten van zowel de glazen potten als de kosten van het productieproces.
Kastanjechampignon wint langzaam terrein
De kastanjechampignon wint terrein in de Nederlandse supermarkten. Tussen 2019 en 2024 steeg het aandeel van kastanjechampignons in de totale paddenstoelenverkopen van 26% naar 35% (volume). Tegelijkertijd liep het aandeel van witte champignons terug van 69% naar 59%. Overige paddenstoelen nemen 6% van het verkoopvolume voor hun rekening. Deze ontwikkeling komt deels door het hogere aandeel biologische champignons bij de kastanjechampignon. Dat is inmiddels gestegen van 3,4% van het volume in 2019 naar 5,1% in 2023 (zie figuur 3). Op basis van de eerste zeven maanden van 2024 lijkt dat aandeel nog verder door te stijgen.
De prijsvorming van kastanjechampignons is in 2024 gestegen vergeleken met witte champignons en iets meer in lijn gekomen met de prijsvorming van vóór de coronapandemie. In 2024 betaalden consumenten in de supermarkt gemiddeld 22% meer voor kastanjechampignons dan voor witte champignons. In 2023 was dat verschil slechts 11%, maar in de tussen 2019 en 2021 was het verschil rond de 40%.
Buxus steeds vaker vervangen door Ilex
De consument plant steeds minder buxus, vermoedelijk door de aantastingen door de buxusmot en enkele schimmels. De belangrijkste oplossingen lijken nieuwe variëteiten die minder worden aangetast door ziekten en plagen of een vervanging van buxus door Ilex Crenata (Japanse hulst).
Dertien jaar geleden bedroeg het areaal buxus in Nederland volgens het CBS 1.684 hectare. Vervolgens zette vanaf 2014 een daling in die nog niet voorbij lijkt. Volgens voorlopige cijfers over 2024 is het areaal inmiddels gekrompen tot 490 hectare. De regionale verdeling is al die tijd wel ongeveer gelijk gebleven. In Noord-Brabant bevindt zich zo’n 41% van het areaal, in Overijssel 23% en in Zuid-Holland 11%.
Hoewel het in 2021 en 2022 even leek dat het areaal ging stabiliseren, heeft de daling van het buxusareaal in 2023 en 2024 verder doorgezet. Deze daling wijkt ook sterk af van de algemene ontwikkeling van boomteeltproducten die nog steeds positief is. Hoewel de afzet op coöperatie RFH natuurlijk maar een deel is van de totale Nederlandse omzet, is daar de omzet van 2021 naar 2022 gedaald van 8,02 miljoen naar 5,84 miljoen euro. Dit bevestigt de bovenstaande trend.
Veranderingen in het bollenassortiment langzaam zichtbaar
De cijfers van de Bloembollen Keuringsdienst geven jaarlijks voor iedereen inzicht in het geteelde assortiment en voor insiders ook in de diverse cultivars van verschillende bloembollen. Een andere manier om te kijken naar de assortimentsverandering is door het aantal aanmeldingen in het bloembollenregister van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) onder de loep te nemen.
Jaarlijks worden voor tulp in het KAVB-register zo’n 150 cultivars geregistreerd. In figuur 4 is het verloop van de aanmeldingen voor de belangrijkste cultivargroepen te zien.
Noot: Het percentage voor een specifiek jaar heeft betrekking op het aandeel van de geregistreerde cultivars in de laatste vijf jaren voor het betreffende jaar, dus voor 2024 heeft percentage betrekking op de periode 2020-2024.
Wat opvalt is dat de dominantie van de Triumph-cultivars langzaam maar zeker daalt. Tot 2010 bedroeg het aandeel van deze cultivargroep in nieuwe registraties regelmatig meer dan 60%. De geschiktheid van veel Triumph-cultivars als broeitulp lijkt daar de reden voor. Inmiddels is het aandeel gedaald tot minder dan 40%. Het is moeilijk om in de Triumph-groep op sierwaarde nog iets nieuws toe te voegen. Nieuwe introducties in deze groep zijn alleen een echte toevoeging als ze resistenties bezitten en minder kwetsbaar zijn voor ziekten en plagen. De stijging van dubbel vroege rassen is al vanaf de eeuwwisseling goed zichtbaar. De waardering van de markt voor de hogere sierwaarde van dubbel vroege rassen in de tulpenbroei is dus duidelijk zichtbaar. Toch speelt plantweerbaarheid steeds meer een rol bij de introductie. De veredelingsbedrijven reageren op marktsignalen, maar het is een kwestie van lange adem voordat de focus van sierwaarde naar plantweerbaarheid echt zichtbaar is.
Bij lelie ligt het aantal nieuwe aanmeldingen in het KAVB-register rond 100 cultivars per jaar.
Noot: Het percentage voor een specifiek jaar heeft betrekking op het aandeel van de geregistreerde cultivars in de laatste vijf jaren voor het betreffende jaar, dus voor 2024 heeft percentage betrekking op de periode 2020-2024.
Het aandeel ‘orientals’ in nieuwe aanmeldingen ligt continu rond 40%. De inschrijvingen van ‘Aziaten’ is een jaar of tien relatief wat verminderd maar inmiddels wel weer ongeveer één op vijf. De toename van nieuwe OT-hybriden, kruisingen van oosterse lelies en trompetlelies, lijkt inmiddels over. Daar waar in de periode 2010-2016 meer dan een kwart van de nieuwe lelie-inschrijvingen tot de OT-hybriden behoorden, is dat inmiddels wat weggezakt. Toch zijn de rassen in deze groep vaak wat sterker dan in de ‘orientals’. Het blijft de vraag of nieuwe leliecultivars te telen zijn met (veel) minder chemische gewasbescherming. De focus in de veredeling richt zich naast marktvraag steeds meer op dat doel. De vraag is wanneer dat is terug te zien in de aanplant van weerbare lelierassen.
Het gaat in het algemeen goed met de Nederlandse tuinbouwsector, maar het blijft belangrijk goed zicht te houden op de ontwikkelingen die voor (onbekende) uitdagingen zorgen. Wil je een masterclass Leiderschap en Strategie speciaal gericht op glastuinbouwondernemers volgen? Lees meer over de masterclass Leiderschap en Strategie van Rabobank, Floric en Glastuinbouw Nederland.