Update
Werken in de bouw: mythes ontkracht
‘Golf bouwfaillissementen’, ‘veel schijnzelfstandigheid in bouw’ of ‘valgevaar in de bouw groot risico’. De bouw komt vaak negatief in het nieuws. Maar dat beeld doet de sector geen recht. Werken in de bouw is dynamisch en maatschappelijk belangrijk – je bouwt letterlijk mee aan de toekomst. Tijd om de feiten te bekijken: hoe zit het écht met de uitdagingen in de bouw? En wat kun je als ondernemer doen om deze aan te pakken?
In het kort:
Bouw is zeker niet ‘failliet’
Sinds begin 2023 meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) elk kwartaal een stijging van faillissementen in de bouw (zie figuur 1).
Media wijzen vaak op stagnerende nieuwbouw, hogere lonen en stijgende materiaalkosten als oorzaken. Dit geeft echter een te eenzijdig beeld. We bieden graag meer nuance als het gaat over het aantal gestegen faillissementen. Veel sectoren zien een stijging faillissementen door het aflopen van coronasteun en de terugbetaling van uitgestelde belastingen. In de bouw, met veel kleine bedrijven en zzp’ers, lijken vooral kleine ondernemingen getroffen. Hierdoor lijkt het absolute aantal faillissementen hoog, maar relatief valt het mee. Het zijn met name kleine bedrijven, met weinig betrokken personen. In de zonnepanelenbranche zijn veel faillissementen uitgesproken. Deze branche is kwetsbaar door beleidsveranderingen (zoals de salderingsregeling), netcongestie en afhankelijkheid van subsidies. Ondernemers zonder diversiteit in activiteiten hebben minder veerkracht, waardoor ze sneller omvallen.
Historisch gezien blijft het aantal faillissementen laag; tien jaar geleden waren de cijfers hoger. Bovendien lijkt de stijging uit 2023 te stabiliseren in 2024. Faillissementen kunnen ook positief uitpakken. Ze zorgen voor margeverbetering, vrijkomend personeel en innovatie, zoals automatisering en robotisering. Ondanks de stijging faillissementen blijft de werkloosheid in de bouw met minder dan 1% uitzonderlijk laag. Er zijn voldoende vacatures om getroffen werknemers snel aan nieuw werk te helpen. Kortom, het hogere aantal faillissementen is vervelend voor de betrokkenen, maar geen teken van problemen in de hele sector.
Ook met strengere handhaving veel ruimte voor zelfstandigen
De media schrijven ook veel over het groeiende aantal zzp’ers in de bouw en mogelijke schijnzelfstandigheid. Vanaf 1 januari 2025 stopt het handhavingsmoratorium van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). De Belastingdienst gaat strenger controleren of opdrachten aan zzp’ers eigenlijk als dienstverband moeten worden gezien. Ze letten daarbij op financiële risico’s, gezagsverhoudingen en prestatiecontracten.
Volgens een strikte interpretatie van de Wet DBA zou veel werk van zzp’ers in de bouw door werknemers moeten worden uitgevoerd. De wet kent echter een grijs gebied en rechtspraak biedt slechts beperkte duidelijkheid over de kwalificatie ‘werknemer’ en ‘zelfstandige’. Daarom wordt gewerkt aan een nieuwe wet: de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR), deze moet de Wet DBA vervangen. De nieuwe wet introduceert vijf indicaties voor werknemerschap en vijf voor zelfstandigheid. Zijn er meer indicaties voor werknemerschap? Dan moet het werk door een werknemer worden gedaan. Alleen bij een gelijke verdeling kijkt men naar zaken zoals meerdere opdrachtgevers en het dragen van financieel risico.
De strengere controles vanaf januari kunnen werkgevers en zzp’ers op verschillende manieren laten reageren. Sommige zzp’ers gaan mogelijk terug in loondienst of werkgevers schakelen uitzendkrachten in. Waarschijnlijker is echter dat beide partijen kiezen voor compliance: werkgevers passen hun werkwijze aan, terwijl zpp’ers investeren in hun ondernemerschap, bijvoorbeeld met eigen vervoer en gereedschap. Werkgevers waarderen de flexibiliteit van zzp’ers, en zzp’ers blijven gehecht aan hun zelfstandigheid. Werk je met of als zzp’ers? Overleg samen om te bepalen of zelfstandigheid in jouw situatie echt van toepassing is.
Blijvend investeren in talent
De bouwsector biedt werk aan meer dan een half miljoen mensen: ongeveer 340.000 werknemers en 200.000 zelfstandigen. Toch is de vraag naar arbeidskrachten groter dan het aanbod. Er staan zo’n 26.000 vacatures open, een aantal dat al jaren hoog blijft (zie figuur 2).
Met 74 vacatures per 1000 banen heeft de bouw de hoogste vacaturegraad van alle sectoren. Dit komt door volle orderportefeuilles, de vergrijzing van werknemers en het gebrek aan nieuwe instroom. Veel bouwbedrijven leunen op buitenlandse werknemers, vooral uit Oost-Europa. Deze bron van arbeid is echter niet onbeperkt. Politieke en maatschappelijke weerstand tegen meer arbeidsmigranten groeit, mede door de druk op de woningmarkt.
Bouwbedrijven moeten daarom slim concurreren om (gekwalificeerd) talent te vinden en te behouden. Sinds de loonstijgingen in 2023 en 2024 biedt de sector competitieve salarissen, maar dat is niet genoeg. Succes vraagt om creatieve wervingsstrategieën, investeringen in vakopleidingen en aantrekkelijke werkomgevingen. Denk aan aandacht voor flexibele werktijden, werk-privébalans en waardering voor werknemers. Door deze verbeteringen wordt de bouw steeds meer gezien als een dynamische en aantrekkelijke sector, vooral voor jonge mensen die op zoek zijn naar een uitdagende carrière.
Technologische innovatie
Technologische ontwikkelingen bieden grote kansen in de bouw, vooral met het huidige personeelstekort. Digitalisering, zoals Building Information Modeling (BIM) en 3D-ontwerpen, en kunstmatige intelligentie verbeteren processen. Ze maken planning en samenwerking makkelijker, verminderen fouten en vertragingen en zorgen dat projecten met minder personeel efficiënt kunnen worden uitgevoerd.
Automatisering en robotisering verminderen de behoefte aan fysiek werk. Robots voeren zware en repetitieve taken uit, zoals metselwerk en beton gieten, wat de productiviteit verhoogt en de kans op arbeidsongevallen vermindert. Drones versnellen en verbeteren inspecties en landmetingen, terwijl prefab constructies productie mogelijk maken met minder mensen. Het bouwen van (delen van) gebouwen in een geconditioneerde omgeving (fabrieken) verhoogt bovendien de kwaliteit, consistentie en veiligheid en verkort de bouwtijd op locatie.
Door te investeren in deze innovaties kunnen bouwbedrijven niet alleen het personeelstekort aanpakken, maar ook efficiënter en kwalitatief beter werken. Daarnaast maken moderne technologieën de sector aantrekkelijker voor jonge werknemers.
Conclusie
Werken in de bouw is dynamisch en maatschappelijk belangrijk – je bouwt letterlijk mee aan onze samenleving. De sector biedt werk aan veel mensen, zowel in loondienst als zelfstandigen. Ondanks uitdagingen zoals faillissementen en schijnzelfstandigheid blijft de bouwsector vitaal en volop in beweging.
Het is belangrijk dat werkgevers blijven investeren in goede arbeidsvoorwaarden. Dit gaat niet alleen om hogere lonen en betere werkomstandigheden, maar ook om opleidingskansen en een goede werk-privébalans. Innovatie is daarbij cruciaal. Met technologie zoals digitalisering, automatisering en robotisering kunnen bouwbedrijven efficiënter werken en een veiligere, modernere werkomgeving creëren.
De bouwsector blijft zo een aantrekkelijke keuze voor huidige en toekomstige werknemers. Door te investeren in mensen en technologie bouwen we samen aan een sterke, innovatieve toekomst.
Meer weten over de laatste cijfers, trends en ontwikkeling in de bouw? Lees onze updates of neem contact op met sectorspecialisten Geert Dirkse of Hans-Hugo Smit.