Update
Hoelang blijft de transportsector nog Nederlands?
De Nederlandse transport- en logistieksector hoort tot de internationale top. Met de modernste en zuinigste voertuigen, hoogwaardige logistieke dienstverlening zetten Nederlandse ondernemingen de standaard in Europa. Terwijl het binnenlandse imago van de sector niet altijd even positief is, kijken buitenlandse bedrijven en investeerders met grote belangstelling naar onze transportbedrijven. Deze internationale waardering, gecombineerd met een grote investeringskracht, leidt tot een opvallende trend: een groot deel van de Nederlandse transport- en logistiekbedrijven zal binnen 10 jaar waarschijnlijk in buitenlandse handen zijn. Wat betekent deze ontwikkeling voor onze economie? En hoe kunnen we deze trend omdraaien? We leggen het uit in deze update.

In het kort
Consolidatie is de sleutel voor verkoop aan buitenlandse kopers
Dat de transport- en logistieke markt consolideert, is geen verrassing. Wekelijks worden er overnames aangekondigd. Die overnames op zich hebben geen nieuwswaarde - wie door wie overgenomen wordt, nog wel. Consolidatie is dus bijna onvermijdelijk. Daarvoor zijn verschillende redenen. We nemen je hieronder kort mee.
Wat is consolidatie?
Het proces waarin steeds meer kleinere ondernemingen verdwijnen en grote ondernemingen ontstaan, heet consolidatie of schaalvergroting. Consolidatie vindt in veel sectoren plaats. Kopers (binnenlands en buitenlands) hebben namelijk niet in elke onderneming interesse; ze willen een onderneming van een bepaalde omvang. Hiervoor moeten er dus eerst grotere ondernemingen ontstaan.
Vergrijzing en gebrek aan opvolging
De belangrijkste aanleiding voor consolidatie is de leeftijd van de eigenaren en het gebrek aan opvolging. De meeste overnames zijn van familiebedrijven met eigenaren die eind 50 zijn en geen opvolging hebben. Volgens verschillende rapporten is de gemiddelde leeftijd van vrachtwagenchauffeurs in Europa op dit moment 47 jaar. Een derde van alle chauffeurs is ouder dan 55 jaar. Dit wekt de indruk dat ook veel eigenaren van transportbedrijven in deze leeftijdscategorie vallen, gezien de vergrijzing in de sector. Bij deze groep eigenaren is de kans zeer groot dat zij hun onderneming binnen nu en 10 jaar zullen verkopen. Bijvoorbeeld aan het huidige management van het bedrijf. Maar de ervaring leert dat de meeste ondernemingen worden verkocht aan grotere branchegenoten.
Toenemende complexiteit ondernemerschap
Het is de afgelopen jaren voor kleine ondernemingen steeds moeilijker geworden om aan alle eisen te voldoen op het gebied van rapportageplichten, administratieplichten, automatisering en cybersecurity. Daarnaast zijn taken als personeelswerving en personeelmanagement ook moeilijker geworden. Steeds meer chauffeurs willen vier dagen per week werken. Om dat in te kunnen passen, heb je een bepaalde schaal nodig en mensen die dit kunnen regelen. De combinatie hiervan zorgt dat overhead (zoals administratieve diensten en verzekering) toeneemt. Voor kleine ondernemingen zijn de lasten van deze overhead te groot om te dragen. Schaalvergroting is onvermijdelijk om deze kosten te dragen.
Verduurzaming vraagt om grote investeringen
Verduurzaming maakt ondernemen complexer en vraagt om grotere investeringen. Van een elektrische truck tot netcongestie van zonnepanelen en van energyhubs tot groen waterstof: verduurzaming is ingewikkeld en kapitaal-intensief. En je moet nog maar afwachten of investeringen die je nu doet de verwachte opbrengst geven. Verduurzaming en energievoorziening zijn onderwerpen die pas de afgelopen jaren op zijn gekomen. Niet elke ondernemer heeft de kennis en het kapitaal om mee te gaan in de ontwikkelingen. En niet elke onderneming kan mensen vrij maken. Ook hiervoor moet je een zekere schaal en omvang hebben.
Waarom investeren in Nederlandse bedrijven?
Nederland mag dan wel de Gateway to Europe zijn, onze transportsector is voornamelijk gericht op Nederland. Veel van het internationale vervoer in en vanuit Nederland is al in handen van buitenlandse logistieke dienstverleners. Wie de logistieke top 100 bekijkt, ziet dat deze ondernemingen al jaren vertegenwoordigd zijn en het grootste deel van de markt in handen hebben. Sinds de verkoop van TNT aan Fedex heeft Nederland ook geen speler van wereldklasse meer op het internationale toneel. Het aantal Nederlandse ondernemingen dat nog wel internationaal opereert, is op twee handen te tellen. Nederlandse ondernemingen trekken zich steeds meer terug op de Nederlandse markt.
Hierdoor is inmiddels 75% van de ondernemingen in het wegvervoer gericht op de binnenlandse markt. Het buitenlandse transport dat deze ondernemingen doen, is vooral gericht op het westen van Duitsland en de Benelux, maximaal 3 tot 4 uur vanaf de Nederlandse grens. Zo zijn chauffeurs binnen 8 uur uit en thuis. Dat is niet verwonderlijk, want voor internationaal transport zijn Nederlandse chauffeurs inmiddels te duur. Daarom wordt het internationale transport inmiddels beheerst door buitenlandse transportondernemingen. Waarom zou je dan investeren in Nederlandse transportondernemingen?
Redenen om te investeren in Nederlands transport
Juist doordat de Nederlandse transportmarkt gericht is op de binnenlandse markt, is het veel stabieler dan de internationale markt. Een teruggang in de binnenlandse economie gaat namelijk niet meteen ten koste van transport; consumenten bezuinigen eerst op diensten en minder op goederen.
“Wie een Nederlandse onderneming koopt, heeft een veel grotere kans op een constante inkomstennstroom uit deze investering.”
Ook maakt het voor de Nederlandse transportsector niet uit of een consument zijn spullen haalt bij een duurdere of goedkopere supermarkt. De goederen moeten hoe dan ook worden vervoerd. Internationale markten zijn veel veranderlijker. Wie een Nederlandse onderneming koopt, heeft een veel grotere kans op een constante inkomstenstroom uit deze investering dan in een markt die gericht is op de internationale markt. Nederlandse ondernemingen zijn daarnaast veel meer gericht op innovatie, zijn meer gedigitaliseerd dan hun buitenlandse concurrenten en hebben meer ervaring met verduurzaming en de bijbehorende uitdagingen van netcongestie en energiestrategie. Daarnaast kunnen de Nederlandse ondernemingen nog steeds fungeren als toegangspoort tot de Nederlandse havens en luchthavens.
Kortom, de combinatie van de geografische ligging, een stabiele binnenlandse markt, stabiele opbrengsten en veel kennis maakt Nederlandse bedrijven interessant voor buitenlandse kopers.
Verkopen aan Nederlandse ondernemingen of investeerders
Waarom worden Nederlandse ondernemingen dan niet gekocht door Nederlandse concurrenten? Dat heeft vijf oorzaken:
- Ondernemingen zijn te groot
Grote Nederlandse ondernemingen in transport en logistiek zijn ondertussen zo groot dat Nederlandse concurrenten deze prijs steeds moeilijker betalen. Ze nemen een onderneming over met ongeveer dezelfde omvang als hun eigen onderneming. Daarmee neem je een groot risico: als de integratie niet lukt, dan kun je je volledige onderneming op het spel zetten. - Verduurzamingsdruk is hoog in Nederland
Nederlandse ondernemingen moeten sneller verduurzamen dan hun buitenlandse concurrenten. De impact van zero-emission-zones en stikstof is groot en vraagt om veel investeringen van Nederlandse ondernemingen. Nederland loopt hiermee voorop op andere landen. Dat is goed, maar zorgt er ook voor dat Nederlandse bedrijven beperkt zijn in hun keuzes. Omdat je een euro maar één keer uit kunt uitgeven, moeten Nederlandse bedrijven kiezen tussen investeren in verduurzaming of een overname. Een keuze die buitenlandse ondernemingen in mindere mate hebben, omdat de druk op verduurzaming niet zo groot is. - Weinig investeringsmaatschappijen actief
Investeringsmaatschappijen zijn opvallend weinig actief in de Nederlandse transport- en logistieksector. Een klein aantal ondernemingen is overgenomen door investeerders. Dit is deels te verklaren door de kenmerken van de sector: veel kapitaalintensieve activa gecombineerd met relatief lage winstmarges van 2 tot 4%.
Toch is deze beperkte investeringsactiviteit opmerkelijk. Het aantal investeringsfondsen en beschikbaar kapitaal is de afgelopen jaren hard gegroeid, terwijl in andere aantrekkelijke sectoren al veel is overgenomen. Er is dus genoeg investeringskapitaal beschikbaar in de markt. In het buitenland zien we wel meer investeringsactiviteit in deze sector, wat suggereert dat er ook in Nederland potentieel zou kunnen zijn voor investeerders. - Geen grote logistieke ondernemingen in Nederland
In Nederland hebben we geen wereldspelers meer in de transport en logistiek. Grote ondernemingen hebben meer omzet en investeringsbudget en kunnen vaak ook meer en goedkoper geldlenen en kaptaal ophalen. Duitsland, Frankrijk, de VS en China hebben dit wel, maar ook in België heb je nog grote familieondernemingen de gesteund door investeerders overnames in Nederland kunnen doen. - Missende langetermijnvisie
Te veel Nederlandse bedrijven missen een langetermijnstrategie op fusie en overnames. Het is vaak gedreven door wat hen wordt aangeboden. Hierdoor is er geen langetermijnvisie op financiering en kapitalisatie. In grote overnames, waarin er onder tijdsdruk moet worden geboden en de financiering nog niet is geregeld, helpt dat niet als er concurrentie is van een buitenlandse partij met diepe zakken. Het helpt als er eerder met financiers en kapitaalverstrekkers overleg is over een overnamestrategie.
Wat betekenen buitenlandse overnames voor ons land?
Is het erg dat over 5 tot 10 jaar het grootste deel van de Nederlandse transport en logstieke markt in buitenlandse handen is? Economisch gezien misschien niet. Zoals al eerder gezegd, beheren buitenlandse ondernemingen de Nederlandse markt al voor een groot deel. Waarschijnlijk zullen we daar niet veel last van hebben. Er zijn veel ondernemingen die in buitenlandse handen zijn, direct of via een aandelenbelang. Denk aan PostNL, dat voor een groot deel in handen is van een Tjechische investeerder.
“De vraag is daarom: moeten we streven naar een meer Nederlandse transportsector? En hoe doen we dat dan?”
Het is opmerkelijk dat een sector waarin Nederland internationaal vooroploopt, vooral wordt overgenomen door buitenlandse bedrijven en niet zelf overneemt. Als gevolg van een geopolitieke situatie die snel verandert, komt er steeds meer aandacht voor weerbaarheid en niet afhankelijk zijn van andere landen. De vraag is daarom: moeten we streven naar een meer Nederlandse transportsector? En hoe doen we dat?
Wat kan de transportsector doen om weerbaarder te worden?
Om minder afhankelijk te worden van buitenlandse kopers, kunnen Nederlandse ondernemingen het volgende doen:
Overnames zijn niet heilig, maar worden vaak gezien als enige optie voor de overdracht van een onderneming. En dat is onterecht, want het vakgebied dat zich hiermee bezig houdt heet niet voor niets “Fusie & Overnames”. Fusies hebben een opmerkelijk lagere financieringsvraag, Daarnaast is er een sterkere prikkel om de fusie tot een succes te maken, omdat beide ondernemingen een belang hebben in de nieuwe onderneming. Meer aandacht voor de fusie zal helpen de Nederlandse transportsector te behouden. In dit licht was de fusie tussen Zandbergen en VSDV verfrissend.
Samenwerkingsverbanden zijn een manier waarop kleinere ondernemingen kennis, expertise en overheaddiensten kunnen delen. Zo kunnen ze langer zelfstandig blijven. Deze samenwerking is vaak de start voor overnames binnen het netwerk op een later moment.
Ondernemingen moeten zichzelf aantrekkelijker maken voor Nederlandse investeerders. Hoewel de sector op veel punten vooroploopt, zijn er nog wel verbeteringen nodig op het gebied van governance (besturen van een organisatie). Zo zijn de resulaten van de ondernemingen nog te wisselend en niet stabiel. Dit valt deels te verklaren door marktontwikkelingen. Eén van de oorzaken lijkt te liggen in het feit dat veel (grotere) ondernemingen nog gedomineerd worden door een directeur-grootaandeelhouder (DGA). Het ontbreekt daardoor aan een sterke, kritische tegenkracht. Ondernemingen met een Chief Financial Officer (CFO) lijken beter of stabieler te presteren.
Een andere manier om aantrekkelijker te worden voor investeerders is door de winstgevendheid te vergroten; meer overhouden per euro omzet. Hiervoor lijkt ruimte te zijn, want uit een snelle analyse blijkt dat de winsten van de grootste verladers (partijen die goederen vervoerd willen hebben) in de afgelopen acht jaar harder zijn gestegen dan die van de transporteurs, ondanks alle investeringen in ICT, verduurzaming en kwaliteit. De sector moet dus beter worden in het doorleggen van hogere kosten.
Het verhogen van de productiviteit is het laatste dat ondernemingen moeten doen om zich aantrekkelijker te maken voor investeerders. Uit onderzoek van onder andere PwC blijkt dat de productiviteit van de sector de afgelopen jaren is verminderd. De reden hiervoor is volgens ons de toegenomen inzet voor overhead veroorzaakt door hogere regeldruk, ICT en een wereld die steeds complexer wordt. Uiteindelijk moet de productiviteit wel omhoog om de effecten van het al maar groeiende personeeltekort te compenseren. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat deze voordelen dan wel in de zakken van de ondernemingen moeten belanden en niet in die van de verladers.
Door eerder in overleg te gaan met financiers en kapitaalverstrekkers over de groeistrategie, wordt de markt minder afhankelijk van buitenlandse kopers. Wacht dus niet tot een overname zich aandient, maar overleg vooraf over de wensen en mogelijkheden. Vergeet niet dat de Nederlandse economie zelf ook een belang heeft bij het behoud van sterke Nederlandse familiebedrijven in de transportsector.
Zo ondersteunt Rabobank de transportsector
Het is duidelijk dat er veel uitdagingen in de transport- en logistieke sector zijn. We denken graag mee over een langetermijnstrategie om ondernemingen zelfstandig te houden en om familiebedrijven te behouden. Zo willen we samen tot betere kapitaalstructuren komen die kansen bieden voor verdere groei – en misschien zelfs uitbreiding naar het buitenland. Meer weten? Neem dan contact op met je accountmanager.
Meer weten over de verwachtingen voor de transportsector? Lees dan ons visiebericht.