Opinie
De mythe van de hardwerkende Nederlandse man
Nederlandse en Zweedse mannen hebben het langste werkzame leven van alle EU-inwoners, namelijk bijna 43 jaar, zo berichtte Eurostat onlangs. Nederlandse vrouwen werken met 38 jaar een stuk korter. Maar dat is nog altijd veel langer dan het werkzame leven in België, Griekenland en Italië: daar werken mannen gemiddeld 35 jaar en vrouwen hooguit zo’n 30 jaar. Zijn Nederlanders de gekke Henkie (en Ingrid) van Europa, vraagt Leontine Treur zich in deze column af.
Werken wij het hardst? Nou nee, want we werken per week relatief weinig uren: gemiddeld zo’n 35 uur per week voor de werkende man en 25 voor de vrouw, per saldo bijna een dag per week minder dan onze zuiderburen net over de grens. Ik ken genoeg mannen en vrouwen die hun hand niet omdraaien voor een werkweek van 50 uur, maar parttime werkende vrouwen én mannen trekken ons gemiddelde flink omlaag. Uitgaande van 46 werkweken per jaar komt de werkende Nederlandse man gemiddeld uit op 69.000 uur in zijn hele leven – dat is 2.000 uur mínder dan de gemiddelde Europese man. Nederlandse werkende vrouwen bungelen met 44.000 uur zelfs bijna onderaan, alleen Italiaanse vrouwen werken nog minder uren.
“De ‘hardwerkende Nederlander’ is vooral kampioen uitsmeren: we spreiden onze gewerkte uren over meer jaren én over meer mensen”
Hoge arbeidsparticipatie
Wel is de arbeidsparticipatie in Nederland hoog: 84 procent van de mannen en 74 procent van de vrouwen in leeftijd van 20 tot 65 jaar heeft betaald werk. En dat is juist weer ver bóven het Europese gemiddelde. Daarom zou je de analyse nog verder kunnen verfijnen door ook rekening te houden met het deel van de potentiële beroepsbevolking dat niet werkt. Het is nu eenmaal gemakkelijker om veel te werken met een partner die geen betaalde baan heeft en thuis alle rimpels gladstrijkt. Kijken we nu naar het aantal gewerkte uren per 100 mannen en vrouwen (werkenden en niet-werkenden bij elkaar) dan stijgt Nederland weer in het lijstje en zijn Nederlandse mannen én vrouwen Europees gezien eigenlijk behoorlijk gemiddeld. Kortom: het is dus maar net naar welke cijfers je precies kijkt.
Al met al is de ‘hardwerkende Nederlander’ dus vooral kampioen uitsmeren: we spreiden onze gewerkte uren over meer jaren én over meer mensen. Zo hebben er meer mensen betaald werk, wat niet alleen zorgt voor inkomsten, maar ook andere voordelen biedt: het geeft structuur aan de dagindeling, vergroot het sociale leven en verhoogt de maatschappelijke status. Mensen met betaald werk zijn daarom gemiddeld gelukkiger en gezonder. En door het uitsmeren over de tijd houden we naast ons werk meer tijd over voor het gezinsleven, andere sociale of maatschappelijke activiteiten en voor ontspanning. Voor zover we die tijd niet besteden aan steeds langer in de file staan natuurlijk.
Mag het een onsje meer zijn?
Wel zijn wij Nederlanders in de uren die wij werken bovengemiddeld productief. Dat is niet noodzakelijkerwijs een kwestie van bloed, zweet en tranen, maar vooral van een economie van hoogwaardige en innovatieve producten en diensten. Om in ons vergrijzende land de welvaart op peil te houden is het belangrijk om die arbeidsproductiviteit verder te verhogen. Dat kan door extra te investeren in onderwijs en innovatie. Ook zou het helpen als we meer uren gaan werken. Beleidsmakers op zoek naar manieren om het arbeidsaanbod te vergroten, kunnen wellicht een kijkje nemen net buiten de Europese Unie, in het verre en koude IJsland. Want met 95.000 uur voor mannen en 71.000 uur voor vrouwen neemt de IJslandse werklust welhaast mythische proporties aan.