Update
Brexit: de nieuwe uitdaging
De Brexit is na jarenlang overleggen en onderhandelen eindelijk een feit. Het Verenigd Koninkrijk heeft op 31 januari de Europese Unie verlaten, waarmee de nieuwe uitdaging in het vervolg ervan ligt. Premier Boris Johnson heeft toegezegd om de overgangsperiode niet te verlengen terwijl er sterke verdeeldheid onder de Britten heerst of dat besluit wel zo wijs is. Het VK wil het liefst een vrijhandelsovereenkomst naar het voorbeeld van de deal tussen de EU en Canada, maar zoekt naar manieren om de regels en voorschriften van de EU flexibel te interpreteren.
Hoewel het voor het VK economisch weinig zin heeft om veel af te wijken van de bestaande regels, maakte premier Johnson duidelijk dat hij niet gedwongen wil worden om de EU-regels te accepteren voor een handelsovereenkomst. Hij stelt dat het VK de EU niet verlaat om arbeids- of milieunormen te ondermijnen, maar dat het de onafhankelijkheid van de regelgeving wil herwinnen. Het gaat een zware strijd worden want er is vanaf het begin nooit serieus geprobeerd een grote handelsovereenkomst te maken in de korte tijd die beschikbaar is. In deze nieuwe fase van de Brexit-onderhandelingen staan beide partijen opnieuw mijlenver uit elkaar.
Deal is moeilijk
Is het mogelijk om deze verschillen binnen de termijn van elf maanden te verzoenen en overeenstemming te bereiken over een handelsrelatie die losjes gebaseerd is op de overeenkomst tussen de EU en Canada? Wij zijn van mening dat dat wel zo is, maar de weg naar deze deal zal moeilijk zijn. Maar in tegenstelling tot zijn voorganger Theresa May, lijkt premier Johnson te hebben geaccepteerd dat de Brexit zijn beperkingen en economische gevolgen heeft.
Alleen het noodzakelijke
Het is onmogelijk om de deal in elf maanden rond te krijgen. Daarom zullen de EU en het VK waarschijnlijk in 2020 alleen het noodzakelijke doen, wanneer de leiders in juni bij elkaar komen om de balans op te maken. Deze 'geprioriteerde' onderwerpen zijn onder meer een handelsovereenkomst over goederen, een veiligheidspartnerschap en toegang tot de Britse viswateren. De EU zou hierover graag willen onderhandelen in een ‘enkele alomvattende partnerschapsovereenkomst’, die mogelijk afzonderlijke kwesties met elkaar zou kunnen verbinden. Het VK is daarentegen van mening dat het toekomstige partnerschap moet worden belichaamd in een ‘reeks overeenkomsten’ met hun eigen regelingen voor bestuur en geschillenbeslechting ‘passend bij een relatie van soevereine gelijken’. Dit zou kunnen lijken op de relatie die de EU momenteel heeft met Zwitserland.