Opinie
Meer aandacht voor regio’s nodig in economisch beleid
De regio’s die de afgelopen jaren al moeite hadden om het groeitempo van succesvollere gebieden bij te houden, worden door de coronacrisis harder getroffen. De contrasten binnen Nederland worden daardoor nóg groter. Dit onderstreept het belang van meer aandacht voor regionaal gedifferentieerd economisch beleid.
De Nederlandse economie krimpt dit jaar waarschijnlijk met bijna 6 procent en beleeft daarmee de scherpste daling van het bruto binnenlands product (bbp) ooit gemeten. En hoewel geen enkele regio de dans ontspringt, gaan er achter dit macrobeeld grote regionale verschillen schuil. De crisis treft namelijk niet elke regio even hard.
De grootstedelijke regio’s in de Randstad worden waarschijnlijk minder hard worden getroffen dan het nationale gemiddelde. De regio’s Utrecht, Den Haag en ook Amsterdam en Rotterdam zullen waarschijnlijk iets beter door de crisis heen komen. Juist in de periferie van het land werkt de coronacrisis harder door. De regio’s in Limburg, Zeeland, Zuidoost-Noord-Brabant, maar ook Twente, de Achterhoek en delen van Friesland en Groningen lijken juist extra kwetsbaar.
De coronacrisis vergroot de regionale ongelijkheid
Als we deze verschillen plaatsen in het grotere plaatje van de veranderende geografie van onze economie van de afgelopen decennia dan past maar een conclusie: de coronacrisis versterkt de bestaande regionaal-economische verschillen. Al langer konden Zuid- en Noord-Limburg, Zeeuws-Vlaanderen en bijvoorbeeld de Achterhoek het groeitempo van de succesregio’s elders in het land niet bijhouden. En nu werkt de crisis juist daar ook harder door. En dat terwijl de Noordvleugel van de Randstad (de regio’s Amsterdam en Utrecht), maar ook de Foodvalley (Ede-Wageningen), aangevuld met Apeldoorn, én de regio Noord-Overijssel (Zwolle) zich manifesteerden als de motoren van onze economie. Deze gebieden ervaren nu ook een minder grote impact van de coronacrisis.
Het regionale ondernemersklimaat is belangrijk
In een zoektocht naar een verklaring voor het versterkte patroon van divergentie in onze economie, kunnen we grofweg twee factoren onderscheiden: welke sectoren er in een regio aanwezig zijn en de kwaliteit van het ondernemersklimaat. Juist deze laatste speelde de afgelopen jaren een belangrijke rol: bedrijven profiteerden van de nabijheid tot andere bedrijven en kennisinstellingen, goede bereikbaarheid en ligging, de kwaliteit van de beroepsbevolking en de prettige woon- en werkomgeving, dat soort zaken. En wat blijkt? Juist in de regio’s die zwaarder door de coronacrisis worden getroffen, zette een minder gunstig ondernemingsklimaat een rem op hun ontwikkeling. De opgave die daar al lag, wordt door deze crisis dus vergroot.
Meer aandacht voor regionaal gedifferentieerd economisch beleid
Vanwege de grote regionale verschillen hebben regio’s verschillende uitdagingen. Dit vraagt om gedifferentieerd economisch beleid. Zo zal een aantal perifere regio’s zich voor nieuw elan moeten richten op het versterken van het ondernemingsklimaat, innovatiebeleid en arbeidsmarktbeleid gericht op vaardigheden van de beroepsbevolking. Maar denk ook aan het verbeteren van managementpraktijken bij bedrijven. Daar is veel te winnen. De groeiregio’s kampen juist met de nadelen van de groei. Voor hen is ruimtelijk ordeningsbeleid belangrijk: oplossingen voor congestie, hoge huizenprijzen en de druk op de publieke ruimte. Ook beleid dat ons uit deze crisis moet helpen, zou maatwerk moeten zijn. Dat werd eigenlijk al duidelijk als we naar verschillen in het verleden keken en wordt met deze prognoses nog eens onderstreept.
Eerder verschenenbij RTL Nieuws - Opinie.