Onderzoek
Amerikaanse (hightech) bedrijven trekken zich terug uit China
Door de stijgende lonen en de handelsoorlog tussen de VS en China overwegen veel buitenlandse bedrijven om hun productie uit China weg te halen, of zijn daar actief mee bezig. Deze trend is voor het eerst zichtbaar in de handelsdata: het Chinese aandeel in de Amerikaanse invoer is in 2019 met 4 procentpunt gedaald. Dit is een trendbreuk met het verleden.
Landen die hiervan hebben geprofiteerd zijn Vietnam, Mexico, Taiwan en de Verenigde Staten zelf. We verwachten dat bedrijven door de coronacrisis, het overheidsbeleid en oplaaiende handelsspanningen de komende periode hun bedrijfsactiviteiten in China versneld zullen afbouwen.
In 2019 daalde de totale invoer uit China met 17 procent, wat neerkomt op 88 miljard dollar. Het aandeel van China in de totale Amerikaanse invoer nam mede hierdoor met 4 procentpunt af. Dit is een duidelijke verandering ten opzichte van de jaren ervoor. Het aandeel van China in de totale Amerikaanse import van goederen steeg voor 2013 en bleef ongeveer gelijk tussen 2013 en 2018 (figuur 1). De trendbreuk is waarschijnlijk toe te schrijven aan de onzekerheid rond de handelsoorlog tussen de VS en China die in 2018 in volle hevigheid losbarstte.
Verschuiving van de hightechsector
De verschuiving uit China is het meest zichtbaar in de sector computers & elektronica (denk aan halffabricaten, zoals laptoponderdelen, en draadloze apparatuur). Dit is geen verrassing omdat juist deze sector van strategisch belang is. De Amerikanen zijn de afgelopen tijd actief bezig geweest om belangrijke technologie op dit vlak veilig te stellen. Zij willen voorkomen dat China via elektronische apparatuur toegang kan krijgen tot gevoelige informatie.
Wie heeft geprofiteerd?
Vietnam, Mexico en Taiwan hebben het meest geprofiteerd van de verplaatsing van Amerikaanse bedrijfsactiviteiten uit China. Mexico is bijvoorbeeld aantrekkelijk, omdat het dicht bij de VS ligt. Ook zijn hier de productiekosten door de jaren heen minder hard opgelopen dan in China. De verschuiving naar Taiwan komt doordat Taiwanese bedrijven productie weghaalden uit China.
“We verwachten dat de spanningen tussen de VS en China weer zullen oplopen”
‘America First’-strategie een succes?
De Verenigde Staten zelf lijken ook de vruchten te plukken. De Amerikaanse import uit de rest van de wereld steeg met 68 miljard dollar, terwijl de import uit China met 88 miljard dollar afnam (figuur 2). Mogelijk is tenminste 20 miljard dollar aan productie teruggehaald naar de VS. Een andere aanwijzing hiervoor is dat de maakindustrie in Amerika is gegroeid, terwijl de import van producten uit de maakindustrie in 2019 juist afnam.
Wat kunnen we nog verwachten?
We verwachten dat de komende tijd meer bedrijven hun productie in China zullen afbouwen. Ten eerste heeft de coronacrisis duidelijk de kwetsbaarheden van een eenzijdige afhankelijkheid van China blootgelegd. Ten tweede verwachten we dat de spanningen tussen de Verenigde Staten en China weer zullen oplopen. Amerikaanse tarieven blijven onverminderd van kracht en dit jaagt bedrijven op kosten. Daarnaast hangen nieuwe maatregelen als een zwaard van Damocles boven de markt. Ten slotte zien wij dat overheden in verschillende landen bezig zijn productie weg te lokken uit China.
Toch zal niet alle buitenlandse bedrijvigheid verdwijnen. Veel bedrijven zullen in China actief blijven om de enorme markt te bedienen. Ook is China een bron van hoogwaardig en goed gekwalificeerd personeel voor een relatief laag loon. Tot slot is de beslissing om China te verlaten er niet eentje die je gemakkelijk . Veel bedrijven hebben tijd en moeite gestopt in het opzetten van een fabriek of in het opbouwen van relaties met Chinese leveranciers. Het kost tijd om dit op een andere locatie opnieuw te doen.
Mede-auteur: Ralph van Mechelen, tijdens zijn rotatie bij RaboResearch.