Update
Het goed doen: duurzaam renderen in de tuinbouw
Tijdens de huidige coronacrisis liggen voor veel tuinbouwbedrijven de prioriteiten waarschijnlijk niet direct bij het onderwerp duurzaamheid. Toch is verduurzaming nodig om ook in de verre toekomst te blijven bestaan. Verder biedt het kansen om bijvoorbeeld kosten te besparen en relaties met buurtbewoners en klanten te verbeteren. Ook kunnen groenten, fruit en sierteeltproducten een positieve bijdrage leveren aan gezonde mensen en een gezonde planeet. Bedrijven in de tuinbouwketen moeten dan wel zorgen voor zo min mogelijk impact op het milieu. Benieuwd hoe je dit doet? Lees het in onderstaande update.
De belangrijkste duurzaamheidsthema’s in de tuinbouwsector
Ondernemers beschouwen chemie, plastic, energie, water en verspilling als de belangrijkste aandachtsgebieden voor verduurzaming in de tuinbouw. Dat blijkt uit onderzoek onder 227 ondernemers in de sierteelt en groente- en fruitketen (zie figuur 1). Hoewel ze de top-5 niet haalden, verdienen sociale duurzaamheidsaspecten zeker ook aandacht. Denk hierbij aan een goede behandeling van medewerkers en het beperken van overlast voor de omgeving van het bedrijf. Nederland importeert veel fruit, bloemen en uitgangsmateriaal (zaden, stekken en jonge planten) uit landen waar grote uitdagingen zijn op het gebied van mensenrechten. Daarnaast dwingt het groeiend tekort van arbeid in Nederland tot meer aandacht voor werknemers.
Telers kunnen door met hun teeltwijze, en door afstemming in de keten, veel doen om gebruik van chemie, energie, water, verspilling en verpakkingsmateriaal te verminderen. Daar kunnen oplossingen en innovaties in de biologie en technologie bij helpen. Denk bijvoorbeeld aan verbeterd uitgangsmateriaal, biologische gewasbescherming en bemesting en hernieuwbare energiebronnen, zoals geothermie en restwarmte. Voorbeelden aan de technologische kant zijn robots voor de bestrijding van onkruid en sensoren en camera’s om in een vroeg stadium ziektes op te sporen zodat er minder gewasbescherming nodig is. Veel van deze oplossingen zijn kleine nuttige stappen in het verduurzamingsproces.
Meten is weten: milieu-impact van groente en fruit
Er zijn vele duurzaamheidsstandaarden (keurmerken) in de tuinbouwsector. Maar deze laten niet zien wat de CO2-voetafdruk van een bedrijf is bij het verbruik van energie, verpakkingsmaterialen of kunstmest. Door duurzaamheidsprestaties te meten kunnen bedrijven op basis van feiten en cijfers aan verduurzaming werken. Dat meten kan met een levenscyclusanalyse (LCA) of een voetafdruk voor CO2-emissies en watergebruik. LCA is een methode om de milieubelasting van een product te berekenen over alle levensfasen, dus van de winning van grondstoffen, tot productie, transport, gebruik en verwijdering (of hergebruik). Over deze gegevens kunnen bedrijven in gesprek gaan met leveranciers, klanten, consumenten, financiers en andere betrokkenen. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld overgaan op duurzamere energiebronnen, ander substraat, hergebruik van materialen, producten importeren uit landen waar water minder schaars is of andere transportmanieren gebruiken.
De Rabobank is betrokken bij diverse projecten waarbij CO2-voetafdruk-tools ontwikkeld worden voor onder meer de hardfruitsector. Zo’n tool gaf Kwekerij Reijm uit Nieuwerkerk inzichten om hun uitgangsmateriaal voor de teelt van kamerplanten niet meer per vliegtuig, maar per schip uit Zuid-Amerika naar Nederland te vervoeren. Het overtuigen van leveranciers om het uitgangsmateriaal anders te verpakken en te behandelen was geen eenvoudige opgave, maar lukte door langdurige relaties met de ketenpartners. Het resultaat? Een forse verlaging van hun CO2-uitstoot en als bijkomend voordeel een verkorting van de teeltduur in Nederland.
Verduurzaming is een onderdeel van het kredietbeleid van de Rabobank
De wereldwijde markt voor groene financieringen (leningen en obligaties) is in minder dan vijf jaar vertienvoudigd. Door te investeren in ‘groene’ projecten, en duurzaamheidscriteria mee te laten wegen bij het verstrekken van financieringen, spelen banken een belangrijke rol bij verduurzaming. De Rabobank heeft duurzaamheid onderdeel gemaakt van het kredietbeleid omdat dit belangrijk is voor het bestaansrecht van bedrijven op de lange termijn. Om te toetsen of bedrijven en hun investeringen aan bepaalde duurzaamheidscriteria voldoen, gebruiken we voor iedere land- en tuinbouwsector een sectorspecifieke duurzaamheidsmatrix.
Met de duurzaamheidsmatrix gaan we het gesprek over duurzaamheid aan met onze klanten en stellen we vast waar de klant op dat moment staat. Met deze matrix willen we onze klanten stimuleren om duurzame keuzes te maken. Bedrijven die investeren in verduurzaming of als koploper worden aangemerkt, kunnen in aanmerking komen voor gunstigere tarieven met bijvoorbeeld een Groenlening of een Impactlening. Klanten die echt achterblijven kunnen niet zomaar een aanvullend krediet krijgen, tenzij de investering leidt tot een betere duurzaamheidscategorie. De criteria in de duurzaamheidsmatrix veranderen mee met het voortschrijdend inzicht in de sector en de maatschappij. Hierdoor zijn we in staat met onze klant het goede gesprek te voeren over de onderwerpen van nu en de toekomst en wordt duurzaamheid dus heel concreet en dichtbij.
Wil je zelf aan de slag met de duurzaamheidsthema’s chemie, plastic, energie, water en verspilling? Wij hebben per thema de belangrijkste redenen, uitdagingen en mogelijkheden in kaart gebracht en een handig stappenplan bedacht om aan de slag te gaan.