Onderzoek
Trump versus Biden: economische impact van tegenovergestelde verkiezingsprogramma’s
Op 3 november gaan de Amerikanen naar de stembus om hun 46ste president te kiezen voor de komende vier jaar. Het beleid van Donald Trump is vooral gericht op lagere belastingen en minder overheidsuitgaven, terwijl Joe Biden deze juist wil verhogen. In dit artikel belichten we de economische impact van deze tegenovergestelde beleidsagenda’s.
In een notendop wil Trump de belastingen verlagen en tegelijkertijd snijden in de overheidsuitgaven. We verwachten dat zijn belastingverlagingen tot 2030 zorgen voor een verlies aan overheidsinkomsten van tussen de ruwweg $ 2.900 miljard en $ 4.075 miljard, terwijl de bezuinigen op de overheidsuitgaven zorgen voor extra inkomsten van tussen de $ 1.370 miljard tot $ 3.200 miljard. De reden waarom deze bedragen zo ver uiteen liggen, is dat een aantal plannen vaag is. Daarom werken we met de doorrekening van Trumps plannen dan ook met een bandbreedte. Een uitgebreide toelichting van alle plannen is te vinden in deze studie.
Tegenovergesteld beleid
Biden wil een diametraal andere beleidskoers varen dan Trump: hij wil de overheidsuitgaven juist verhogen door onder andere te investeren in onderwijs, schone energie en sociale zekerheid. Om dit deels te bekostigen, wil hij de belastingen verhogen, vooral voor de hogere inkomens (> $ 400.000). Voor meer informatie over Bidens plannen verwijzen we wederom naar deze studie. We verwachten dat zijn belastingplannen ruwweg $ 3.500 miljard aan extra opbrengsten zullen genereren en dat de overheidsuitgaven zullen stijgen met tussen de grofweg $ 5.650 miljard en de $ 6.700 miljard.
Hogere groei
In onze doorrekening zorgen de plannen van Biden voor een hogere economische groei dan die van Trump, gemiddeld met ongeveer 0,4 procentpunt op jaarbasis (figuur 1). Biden weet hiervoor te zorgen doordat dat de positieve impact van forse hogere overheidsuitgaven en -investeringen sterker is dan het negatieve effect van lagere particuliere consumptie door belastingverhogingen. Omdat Biden het geld bij de rijkste groep weghaalt, is het effect op de particuliere consumptie beperkt, terwijl de hogere overheidsuitgaven en -investeringen de economie een directe stimulans geven.
Bij Trump zorgen lagere belastingen weliswaar voor een hoger reëel beschikbaar inkomen, maar de bezuinigingen op publieke uitgaven doen dit effect teniet. Het gevolg is dat de economie zich ongeveer hetzelfde zal ontwikkelen als in ons basispad. Wel vindt onder Trump een forse verschuiving plaats van uitgaven in het publieke domein naar uitgaven in de private sector.
Staatsschuld en arbeidsmarkt
Het beleid van Biden heeft ook een keerzijde, want de staatsschuld loopt bij hem veel harder op dan onder het beleid van Trump. Deze is al sterk verslechterd door de coronacrisis: van 107 procent aan het begin van het jaar naar 136 procent op dit moment. Onder Trump verwachten we dat de staatsschuld in 2030 uitkomt op gemiddeld 148 procent van het Amerikaanse bbp, in lijn met ons basispad, terwijl we onder Biden een groei van de schuld verwachten naar tussen de 164 en 170 procent van het bbp. Of dit erg is, daarover verschillen de meningen.
Ook op de arbeidsmarkt scoort Trump beter dan Biden, maar vooral op de langere termijn. We verwachten dat de werkloosheid onder Biden uit zal komen op ongeveer 5,6 procent, terwijl deze bij Trump zelfs onder de 4 procent zal uitkomen. Ten eerste wil Biden het minimumloon verhogen van $ 7,25 naar $ 15. Dit gaat ten koste van de werkgelegenheid. Ten tweede wil Biden de vennootschapsbelasting verhogen van 21 naar 28 procent. Tot slot zorgt het innovatie- en technologiebeleid van Biden voor meer structurele arbeidsbesparing, wat ook zorgt voor structureel lagere werkgelegenheid.
Gevolgen voor Nederland
De wereldhandel krijgt onder Biden een flinke impuls. Vooral de Amerikaanse import neemt toe, tot wel 6 tot 7 procent hoger dan het basispad op de langere termijn. De hogere Amerikaanse importen in het Biden-scenario zijn goed nieuws voor een open economie als de Nederlandse. Op jaarbasis exporteert ons land voor 27 miljard euro aan goederen naar Amerika, wat neerkomt op ongeveer 17 procent van onze totale export. We exporteren veel machines, geraffineerde aardolieproducten en medische apparatuur. Maar liefst een kwart van alle Amerikaanse importen van semi-conductors komt uit Nederland (denk aan ASML en NXP).
Volgens onze berekeningen zou Nederland bij een winst van Biden op lange termijn 3 miljard euro extra kunnen exporteren, wat een stimulans zou zijn voor de totale export van 1 tot 1,5 procent. Dit heeft ook positieve gevolgen voor de economie, die op lange termijn 9 miljard euro groter zou zijn dan onder een Trump-regime, iets meer dan 1 procent van de totale omvang van onze economie (figuur 3).
Onderschatting van de positieve effecten?
Deze positieve effecten onder het Biden-beleid zijn wellicht nog een onderschatting. Onder Biden zal het innovatievermogen in de VS de komende jaren een flinke impuls krijgen. Zo wil Biden 300 miljard dollar steken in doorbraaktechnologie op het gebied van bijvoorbeeld elektrisch rijden, 5G en artificial intelligence, maar ook tussen de $ 850 miljard en $ 1.900 miljard investeren in onderwijs. Het ligt echter voor de hand dat andere landen ook profiteren van dit soort innovaties. In het verleden hebben Amerikaanse innovaties echter gezorgd voor een behoorlijke innovatie-impuls in andere landen. Amerikaanse uitvindingen zoals de laser, chemotherapie, smartphones en internet hebben ook ons leven drastisch veranderd. Berekeningen laten zien dat ongeveer de helft van de Nederlandse economische groei die kan worden toegeschreven aan technologische ontwikkeling, toe te schrijven is aan kennisontwikkeling door de technologisch leider: de VS. Dit is als het ware “gratis groei”, omdat we deze kennis direct kunnen internaliseren in onze eigen productieprocessen. Hierdoor kunnen wij ook kwalitatief betere producten maken en onze productieprocessen efficiënter en effectiever inrichten. Een voorwaarde is natuurlijk wel dat je als Nederland de kennisinstellingen en bedrijven hebt die die kennis ook daadwerkelijk kunnen absorberen.
Co-auteur: Hidde Sevinga (tijdens zijn stage bij RaboResearch)