Opinie
De Britten betalen een hoge prijs voor hun soevereiniteit
In deze laatste onderhandelingsfase tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie bouwt de spanning zich meer en meer op. Deal of geen deal? Hoe dan ook is het duidelijk dat deze zeer harde Brexit zowel problematisch als duur wordt voor de Britten. Dit komt omdat de economische afstand tussen het VK en de EU in beide gevallen veel groter wordt.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? De kern van het probleem is dat de regering van premier Johnson een uiterst strikte definitie hanteert van soevereiniteit.
Soevereiniteit
De laatste maanden valt er geen artikel over Brexit meer te lezen waarin deze term niet is terug te vinden. Want volgens experts en opiniemakers draait Brexit nauwelijks om de economie, maar juist om de Britse soevereiniteit. Maar wat is dat eigenlijk? En hoe moeten we dit in de context van Brexit interpreteren?
We pakken het woordenboek erbij. In de Van Dale vinden we: soe·ve·rei·ni·teit (de; v) 1. oppermachtige heerschappij. Het Oxford English Dictionary stelt: sovereignty (over something) complete power to govern a country. Het is het principe dat de staat de hoogste autoriteit is binnen haar grondgebied en dat zij geen hogere autoriteit hoeft te erkennen buiten dit grondgebied. De Brexiteers bekijken soevereiniteit primair door deze lens: de supranationale Europese Unie heeft een flinke hap genomen uit de Britse soevereiniteit. Het doel van Brexit is dus om de absolute controle over de grenzen, de wetten en het geld terug te krijgen.
Wereldtoneel
Volgens deze zeer strikte definitie klopt het inderdaad dat je door EU-lidmaatschap aan soevereiniteit moet inboeten. Maar wanneer je het vanuit een breder of wereldwijd perspectief bekijkt, wordt soevereiniteit juist versterkt door deze te bundelen met die van andere lidstaten en door deze te laten gelden op het gehele Europese continent. Het is daarnaast onze verwachting dat het wereldtoneel steeds meer gefragmenteerd raakt. In deze instabiele wereld hebben individuele en kleine landen weinig in de melk te brokkelen. Uiteindelijk heb je alleen iets aan soevereiniteit als je je stem kunt laten gelden en de uitkomst van het wereldwijde debat kunt beïnvloeden. Dit zal de Britten als individuele natie minder goed lukken dan als belangrijk lid van de Europese Unie.
De interpretatie van de regering van premier Johnson strookt ook niet met de Britse ambitie om een vrijhandelsnatie te zijn. Zo willen de Britten zo eenvoudig mogelijk toegang blijven houden tot de Europese gemeenschappelijke markt. Hoe je het ook wendt of keert, dit betekent dat de wet- en regelgeving geharmoniseerd moeten blijven. De Europese markt is zes keer zo groot als de Britse markt, dus het is evident wie deze spelregels zal blijven bepalen. De Spaanse minister van Buitenlandse Zaken verwoordde het afgelopen weekend treffend: handelsverdragen regelen de wederzijdse afhankelijkheid tussen soevereine staten, maar wanneer deze onderhandelingen worden gebruikt om de eigen onafhankelijkheid te onderstrepen, zijn ze gedoemd te mislukken. Ook hier verliezen de Britten dus óf de controle die ze binnen de EU wel hadden, óf de vrije toegang tot de gemeenschappelijke markt.
Misrekening
De Britten maken dus een grote misrekening die gebaseerd is op een achterhaalde definitie van soevereiniteit. Een hegemoon als de Verenigde Staten of een uitdager als China kan het zich permitteren om dergelijke doe-het-zelf-politiek te bedrijven. Maar voor een relatief klein en intern verdeeld land als het Verenigd Koninkrijk geldt dat niet. Op papier hebben de Britten daarom hun soevereiniteit teruggewonnen, maar in de praktijk zal het in de komende jaren blijken dat de Britten juist een rule-taker in plaats van een rule-maker zijn geworden.
Eerder verschenen bij RTL Nieuws - Opinie.