Update
Nederland langer in lockdown, economische prognose naar beneden bijgesteld
Nederland blijft zeker tot en met 9 februari ‘op slot’ - drie weken langer dan op 14 december 2020 aangekondigd. Ook bij belangrijke handelspartners zijn corona-maatregelen aangescherpt of verlengd. Daarom hebben we onze verwachtingen voor de Nederlandse economie voor 2021 verder naar beneden bijgesteld.
Vanwege de aangescherpte maatregelen sinds 15 december, waaronder de sluiting van delen van de detailhandel, waren we in een tussentijdse update al somberder over de Nederlandse economie, zowel voor 2020 als voor 2021. Signalen uit onder meer Duitsland wijzen erop dat de economie er in het vierde kwartaal mogelijk toch gunstiger uitzag dan eerder verwacht. Ook in Nederland zijn cijfers over bijvoorbeeld werkloosheid positiever dan waar we tot nu toe van uitgingen. Voor het vierde kwartaal gaan we daarom niet meer uit van economische krimp van 2,5 procent kwartaal-op-kwartaal, maar van 1,5 procent. Voor heel 2020 komen we daarmee uit op een economische krimp van 4,1 procent ten opzichte van 2019 (dat was -4,4 procent).
Zuiniger over binnen- én buitenland
Over de eerste maanden van 2021 zijn we door de verlenging van de strenge lockdown juist negatiever (zie figuur 1). Gingen we een maand geleden nog uit van een bescheiden groei van 0,6 procent kwartaal-op-kwartaal, rekenen we nu op een krimp van 2,3 procent. Daarmee zakt de economische activiteit tot zo’n 6,5 procent onder het niveau van eind 2019, vlak vóór de coronacrisis. Dat somberder beeld voor de eerste maanden van het nieuwe jaar volgen uit twee ontwikkelingen. De verlenging van de strenge lockdown in Nederland drukt allereerst economische activiteit dit kwartaal doordat het uitgaven van huishoudens en investeringen van bedrijven belemmert. Hierbij gaan we ervan uit dat de maatregelen tot zeker eind februari zo streng blijven als nu, met in maart slechts mondjesmaat versoepelingen.
“Economisch effect avondklok op korte termijn vermoedelijk beperkt”
Daarnaast is sinds het publiceren van onze vorige update ook het buitenlandbeeld danig verslechterd. Zo werd medio december in het Verenigd Koninkrijk namelijk een nieuwe mutatie van het coronavirus opgemerkt, waarvan later die maand zou blijken dat deze besmettelijker is. Ook andere landen rapporteren sindsdien mutaties. Angst voor zulke varianten en zorgen om oplopende besmettingen hebben afgelopen weken wereldwijd tot strengere en langere maatregelen geleid. Om die reden hebben we ook de verwachtingen voor de eurozone voor het eerste kwartaal verlaagd. Voor Nederland betekent dit naar verwachting dat de export averij oploopt. Bij elkaar schroeven we de verwachting voor heel 2021 naar beneden van een groei van 2,3 procent naar 1,4 procent. Desondanks houden we onze werkloosheidsraming vrijwel gelijk. Tegenover de slechtere vooruitzichten staan namelijk relatief gunstige realisaties in het vierde kwartaal (zie figuur 2).
Versoepelingen leiden tot herstel
Voor het tweede kwartaal van dit jaar nemen we nu aan dat de maatregelen iets soepeler zullen worden, met pas vanaf het derde kwartaal substantieel meer vrijheden. Langzaam kan dan meer van de economische activiteit in Nederland doorgaan, waarmee ruimte komt voor herstel uit deze crisis. Dat kan relatief vlot, omdat de overheidssteun er tot nog toe voor heeft gezorgd dat bedrijven grotendeels overeind zijn gebleven en dat inkomens van huishoudens niet sterk zijn teruggevallen. Voor 2022 gaan we daarom voor nu uit van een economische groei van 3,4 procent (was 2,7 procent). Naar onze huidige inschatting is de economie daarmee halverwege volgend jaar weer op het niveau ligt van vóór de pandemie. Veel valt of staat uiteraard met het verdere verloop van het virus, de snelheid waarmee Nederlanders worden getest en gevaccineerd en dus hoe lang en hoe streng de coronamaatregelen blijven.
Avondklok en visitebeperking
Het kabinet kondigde deze week aan de huidige lockdown opnieuw te willen verzwaren, met een avondklok en verdere inperking van visite. Van deze maatregelen zullen grote psychische en sociale gevolgen uitgaan, maar de economische impact van de verdere verzwaring is naar onze verwachting op korte termijn beperkt. Er zal wellicht wat minder worden uitgegeven aan benzine, treinkaartjes, en impulsaankopen in de supermarkt als deze eerder dichtgaan. Maar ‘s avonds kon door de eerdere sluiting van de horeca, sport, cultuur en niet-essentiële winkels toch al een deel van het economisch verkeer niet doorgaan. Bovendien verandert de avondklok, zoals het nu lijkt, weinig voor Nederlanders die ’s avonds en ’s nachts moeten werken.