Opinie
Wat Europa kan leren van Japan
Japan stimuleert er al decennia op los, maar de inflatie blijft laag. Waarom zou Europa een andere uitkomst verwachten? De les van Japan is dat structurele hervormingen en hogere lonen nodig zijn voor hogere inflatie.
Konnichiwa! Het is het weinige Japans dat ik ken, zo constateer ik terwijl ik de website van de Bank of Japan afstruin. De taal is heel anders, maar economisch lijkt Japan met zijn snel vergrijzende bevolking, zombiebedrijven, wankele banken en (vooral) lage inflatie veel op Europa.
Gelukkig, gevonden: de zojuist verschenen vijfjaarlijkse review van de Japanse centrale bank. Deze kijkt vooral naar het in 2013 geïntroduceerde monetaire beleid onder de vlag van Abenomics, dat in 2016 een 'make-over' kreeg door een combinatie van het grootschalig opkopen van obligaties en aandelen én het direct sturen van de langetermijnrentes.
Maar vergeet de techniek, het gaat mij vooral om de pioniersfunctie van de Bank. Zo introduceerde zij al in februari 1999 een nul-rente-beleid; de ECB deed dat pas dertien jaar later!
Bovendien hebben veel economen in Europa hun hoop nu gevestigd op een combinatie van monetair en begrotingsbeleid om ons uit de coronacrisis te trekken. In Japan zijn dat de eerste twee 'pijlen; van Abenomics: de Japanse overheid geeft veel geld uit, om die schuld vervolgens te laten opkopen door de Bank of Japan.
Belangrijk ook was de derde pijl: structurele hervormingen. Daar is echter weinig van terecht gekomen. Zoals een van mijn collega's jaren geleden gekscherend al constateerde, was de afschaffing van het verbod op dansen in nachtclubs zo ongeveer het belangrijkste wapenfeit.
Daarnaast zette de toenmalige premier Abe stevig in op het Trans Pacific Partnership handelsakkoord, dat door Trump later vakkundig om zeep is geholpen. Dat is alvast les 1: vergeet de hervormingen niet.
Terug naar de review. De conclusies zijn ontnuchterend. Zoals een serieuze centrale bank betaamt, concludeert ze dat het beleid 'goed heeft gewerkt', maar dat het inflatiedoel 'nog altijd niet is bereikt'.
De Japanse consumentenprijzen zouden zonder het beleid van de Bank 0,6-0,7 procent lager zijn geweest. Ik lach besmuikt. Een schamele 0,7 procent met de opkoop van 2100 miljard euro aan staatspapier en aandelen!
Toch bevat dit rapport, wat mij betreft, les nummer 2. De Bank stelt namelijk vast dat haar beleid vooral hinder ondervindt van de hardnekkig lage inflatieverwachtingen die als een dam werken tegen hogere inflatie.
Jonge generaties weten eigenlijk niet meer wat inflatie is – en dus is het ook lastig om hen aan te sporen hogere lonen te vragen. Bovendien kijkt 80 procent van de ondervraagde bedrijven vooral in de achteruitkijkspiegel: lage inflatie gisteren betekent ook weinig loonruimte vandaag. En zo komt er noch iets terecht van loongroei noch van inflatie.
Het is dus een moeilijk te doorbreken dam, waarvoor ook ik geen kant-en-klare oplossing heb, maar wel cruciaal dat Europa hier van leert. Grootschalige monetaire verruiming is ook hier al lang een feit en nationale overheden hebben de begrotingsteugels inmiddels flink laten vieren, terwijl de EU een steunpakket van 750 miljard euro voor investeringen op touw heeft gezet.
Als wij bovenstaande twee lessen uit Japan echter negeren en niet inzetten op structurele hervormingen en het aanjagen van de loon-prijsspiraal, dan lees ik over vijf jaar in de review van de ECB dat het beleid 'goed heeft gewerkt, maar dat we er nog steeds niet zijn'. En dat zou treurig zijn. Sayonara!
Eerder verschenen bij RTL Nieuws - Opinie.