Onderzoek
Nederlandse coronasteun in beeld
De Nederlandse overheid heeft veel steunpakketten in het leven geroepen om de economische gevolgen van de pandemie te beperken. Na een jaar is het tijd om deze pakketten te evalueren. Waar komt de meeste steun terecht en hoe verhoudt de Nederlandse steun zich internationaal?
In Nederland maakte bijna een derde van alle bedrijven aanspraak op tenminste één regeling (de Kamer van Koophandel heeft een overzicht van alle lopende regelingen; deze zijn hier te vinden). In figuur 1 is het aantal bedrijven die gebruik maakten van ten minste één subsidieregeling uitgesplitst naar sectoren. Bijna alle horecabedrijven waarin meer personen werken, maakten gebruik van ten minste één regeling (figuur 1). Het overgrote deel van deze bedrijven, zo’n 85 procent, sprak een vaste-lastenregeling aan. Ongeveer 60 procent maakte gebruik van een NOW-regeling.
Opvallend is dat er ook in de zorg veel gebruik is gemaakt van een subsidieregeling. Dit zullen vermoedelijk de tandartsen en fysiotherapeuten zijn geweest, die begin van 2020 ook verplicht waren gesloten.
Uitstel van belastingbetaling
De directe overheidssteun hoeven ondernemers in de meeste gevallen niet terug te betalen, zoals de NOW-regeling en de regelingen die tegemoet komen in vaste lasten. Dat geldt wel voor uitgestelde belastingen. Tot en met 30 juni kunnen ondernemers uitstel van belastingbetaling aanvragen voor een periode van maximaal drie maanden. Dit betekent dat de laatste bedrijven per 1 oktober beginnen met terugbetalen. Hiervoor hebben ze drie jaar de tijd. Daarom staan in figuur 2 per sector de uitgestelde belastingbedragen en het aantal bedrijven dat uitstel heeft aangevraagd.
De sector handel heeft het hoogste bedrag uitgesteld aan belasting. Maar het percentage bedrijven die belasting hebben uitgesteld, is een stuk lager dan voor bijvoorbeeld de transport- en de horecasector.
Van het totaal uitgestelde belastingbedrag kwam het meeste ten goede van het mkb (figuur 3). Behalve in de transportsector. Daar kwam het grootste uitgestelde belastingbedrag ten goede aan het grootbedrijf. Vermoedelijk speelt de steun aan KLM hierin een grote rol.
Kosten van de coronasteun
Tot nu toe heeft de overheid iets meer dan 18 miljard euro besteed aan uitgavenmaatregelen (figuur 4). Hiervan was zij het meeste geld kwijt aan de NOW-regelingen. In totaal is het bedrag aan uitgestelde belastingbetaling wel hoger dan het bedrag besteed aan de NOW-regelingen, maar de uitgestelde belasting wordt in principe terugbetaald. Daarnaast valt op dat het totale garantiebedrag vrij laag is. Waarschijnlijk komt dat door het vele gebruik van de uitgavenmaatregelen.
Coronasteun in internationaal perspectief
In onze Engelstalige publicatie vergelijken we de verschillende landen internationaal met elkaar. Daaruit concluderen we dat vooral de overheden van de ontwikkelde G20-landen de geldkraan hebben opengedraaid.
In figuur 5 vergelijken we Nederland met de ontwikkelde G20-landen. Dan zien we dat de Nederlandse overheidsuitgaven internationaal vergeleken laag zijn. Alleen Spanje en Zuid-Korea staan nog rechts van Nederland in de grafiek. De VS voert het lijstje aan met de hoogste uitgaven, zowel afgezet tegen het bbp als in absolute dollars.Steun loopt door in 2021
Ook in 2021 blijven de Nederlandse steunpakketten doorlopen. De overheid is van plan om hieraan ongeveer 5 procent van het bbp uit te geven (tabel 1). Het grootste gedeelte daarvan is bestemd voor de NOW-regeling. Ook in 2020 is hier het meeste geld aan uitgegeven. Er is vooralsnog geen inschatting bekend van het uitgestelde belastingbedrag in 2021. Zoals gezegd, kunnen ondernemers nog tot en met 30 juni uitstel aanvragen.
Nieuw in 2021 is de regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK), die zich richt op individuen en niet op bedrijven. Ze ondersteunt personen in hun woonkosten, als ze daar zelf niet meer in kunnen voorzien doordat het inkomen door de coronacrisis erg is gedaald.