Onderzoek
Coronaspaargeld waarschijnlijk niet volledig terug in Europese economie
Huishoudens in de eurozone hebben door de coronacrisis veel geld gespaard. Uit bevindingen van RaboResearch, naar aanleiding van een maandelijks rapport van de Europese Commissie, blijkt dat de extra besparingen – van zo’n 600 miljard euro – vooral in de hogere inkomensgroepen plaatsvonden. Een deel van de besparingen is mogelijk uit voorzorg gedaan. Maar dat betekent niet dat het opgepotte spaargeld na corona zo weer terugkomt in de Europese economie.
Het einde van de coronacrisis komt steeds duidelijker in zicht, en langzaamaan begint ook de economie van de eurozone te ontwaken. De strenge lockdowns en andere vrijheidsbeperkingen hebben ervoor gezorgd dat hele sectoren dicht kwamen te zitten, waardoor een deel van de Europeanen hun extra zakcentje opzij heeft gezet in plaats van het uit te geven. Dat blijkt uit recente cijfers van Eurostat. Elke maand monitort de Europese Commissie met de Consumer Sentiment Survey bovendien het vertrouwen onder Europese huishoudens. Vooral de uitsplitsingen naar leeftijdsgroep en inkomen per kwartaal bieden inzicht in de redenen waarom er een sterke stijging is van de besparingen van Europese huishoudens. Uit schattingen van RaboResearch blijkt dat het om zo’n 600 miljard extra spaargeld gaat.
Besparing uit voorzorg
Er is dus wel hard gespaard, maar dat hebben vooral de mensen gedaan die het konden missen. Tijdens de coronacrisis rapporteerden alle onderzochte groepen een verslechtering van hun algehele financiële situatie, alle leeftijds- en inkomensgroepen vertoonden een stijging van de verwachte besparingen in de toekomst, jongeren tot 29 jaar en de financieel zwakste mensen ontspaarden juist meer tijdens de coronacrisis door inkomstenderving en ten slotte werd duidelijk dat alleen bij ouderen (65+) en de hoogste inkomensgroep een stijging van de toekomstige koopintenties. Ook al kan er aangenomen worden dat een groot deel van deze besparingen onvrijwillig plaatsvond vanwege de coronapandemie, is de veronderstelling dat de economische onzekerheid rond corona ook voor een deel tot besparingen uit voorzorg heeft geleid.
Deze Europese bevindingen bevestigen het beeld dat eerder naar voren kwam in een vergelijkbare studie van RaboResearch onder Nederlandse huishoudens.
Belangrijke factoren voor uitgaven
Of de gespaarde miljarden ook op korte termijn weer teruggepompt worden in de Europese economie is nog maar de vraag. Daar zullen twee factoren waarschijnlijk belangrijk zijn die het gedrag van huishoudens tijdens de herstelfase zullen beïnvloeden.
- Het vermogenseffect (aantoonbaar het belangrijkst voor de hoge inkomensgroepen)
- De mate van overheidssteun in de herstelfase. Dus wat gebeurt er met het beschikbare inkomen en hoe beïnvloedt dit het vertrouwen?
“Als de overheid te snel op de rem trapt dan bevestigt dat, dat het sparen niet voor niets was”
Deze factoren zullen de bouwstenen vormen van onze toekomstige scenario's voor consumptieherstel. De steunmaatregelen van de overheid zijn inderdaad de belangrijkste motor geweest voor de stijging van de besparingen. Of, anders gezegd, ze hielden het beschikbare inkomen op peil en lieten zo huishoudens sparen in het licht van de consumptiedrempels. Beleidszekerheid kan er dus aan bijdragen om de vele miljarden voor een deel weer terug te laten vloeien in de Europese economie. Want als overheden straks te snel op de rem trappen dan bevestigt dat alleen maar dat die besparingen niet voor niets waren.
Boost kan oververhitting worden
Mocht het gespaarde geld toch ineens in grote mate worden uitgegeven, dan kan de economie een flinke boost krijgen, wat zelfs kan leiden tot een oververhitting. In dat geval zal een terugkeer van de vraag in de dienstensector een opwaartse druk op de prijzen uitoefenen, aangezien bedrijven de heropening van de economie en de terugkeer van de vraag kunnen zien als een kans om misgelopen inkomsten en winsten te herstellen. Oververhitting is niet het basisscenario van RaboResearch. Er komt een aanzienlijk deel van de overtollige besparingen mogelijk niet terug in de vorm van extra consumptie, hoewel dat voor een deel nog steeds zal gebeuren. In feite worden die besparingen dan behandeld als een tijdelijke en onzekere ‘meevaller’ op de inkomenstoename.