Update
Turbulentie op de cryptomarkt
Nagenoeg geen enkele markt is zo volatiel als die van de cryptovaluta. Onder meer door tweets van Elon Musk zag de Bitcoin zijn koers eerder dit jaar fors pieken op circa 60.000 dollar om vervolgens in waarde te halveren, waarna de munt afgelopen weken weer enigszins opveerde. Ook de kleinere cryptovaluta’s, zoals Ethereum en Litecoin, bewogen mee. We vroegen twee Rabobank-collega’s om hun visie: cryptoscepticus Wim Boonstra van RaboResearch en zijn interne tegenhanger, hoofd Blockchain Acceleration Lab Djuri Baars.
Toen Elon Musk eerder dit jaar via Twitter bekend maakte dat zijn bedrijf Tesla anderhalf miljard dollar aan Bitcoin had gekocht en vervolgens dat het Bitcoin als betaalmiddel wilde gaan accepteren, schoot de waarde van de digitale munt omhoog. Maar in mei tweette hij dat Tesla hier voor nu toch weer van afzag vanwege de hoge energie-intensiteit die met het zogeheten minen van de munt gepaard gaat. Het gevolg was dat de koers in een mum van tijd omlaagdook. Ook onder meer berichten uit China dat het gebruik van Bitcoin aan banden wil leggen, zorgden voor een daling van de koers. Vorige week kondigde Musk aan miners te willen helpen hun activiteiten duurzamer te maken. De Bitcoin bewoog weer een heel klein stukje omhoog. Wat zegt het over een markt als één persoon zoveel invloed heeft op de koers?
Kleine markt
Volgens Boonstra is de voornaamste reden hiervoor dat het om een kleine en illiquide markt gaat. “Het probleem van de Bitcoin is dat er geen onderliggende Bitcoin-economie is. Als jij in dollars belegt, dan beleg je in een valuta waar een overheid achter zit, een centrale bank die de stabiliteit bewaakt, er staan fabrieken die in dollars draaien, mensen krijgen hun salaris in dollars betaald, winsten worden in dollars gemaakt. Bitcoin is ook een heel illiquide markt. Als jij in de markt voor Nederlandse staatsleningen voor een miljard koopt of verkoopt, dan vind je dat in de prijs niet terug. Als iemand voor een miljard aan Bitcoin koopt, dan spuit de prijs omhoog.”
Jonge geschiedenis
Baars wijst op de jonge geschiedenis van de cryptomunten. “Bitcoin bestaat natuurlijk nog maar elf jaar. En het is natuurlijk bijzonder dat van Elon Musk elke tweet zo serieus wordt genomen. Er is veel hoop bij de enthousiastelingen dat mensen hem op een gegeven moment niet meer serieus nemen. Je merkt ook wel dat de intensiteit waarmee de prijs reageert op zijn tweets steeds minder wordt.”
Het valt hem op dat heel veel mensen Bitcoin vergelijken met wat er al bestaat en dat is volgens hem precies wat Bitcoin niet is. “Bitcoin bestaat al sinds 2009 en is eigenlijk ontstaan als peer-to-peer betaalsysteem om los te komen van de banken, als antwoord op de financiële crisis. De gebruikers draaien zelf de infrastructuur. En dat is wat Bitcoin zo bijzonder maakt.”
Energie-intensiteit
Boonstra ziet enkele belangrijke nadelen aan de cryptomunt. “Bitcoin is een zeer intransparant systeem. Je weet niet wie er achter de transacties zitten en wat ermee is betaald. Als er een gemeente, universiteit of ziekenhuis is gehackt, en vervolgens wordt gechanteerd, moeten zij betalen in Bitcoin. Er zit helaas dus ook een zwarte kant aan Bitcoin, al hebben de uitvinders dat waarschijnlijk niet zo bedoeld.”
Een ander nadeel is volgens hem de energie-intensiteit. “Bitcoin is extreem energie-intensief. Eén transactie in Bitcoin kost evenveel energie als 475.000 transacties in Visa. Je hebt dertig kerncentrales nodig voor de wereldwijde energievoorziening van Bitcoin.”
Niet zo zwart-wit
Baars ziet dat toch wat anders. Hij nuanceert: “Over die energie-intensiteit bestaan veel misvattingen. Er wordt de laatste tijd heel veel over geschreven, maar wat niet in de media komt, is dat een grote bandbreedte bestaat in de energie-intensiteit van miners: net als computers wordt ook de specialistische hardware die miners gebruiken steeds efficiënter. En het is niet aan het netwerk af te lezen of er een grote groep zuinige miners is of juist een grote groep niet-zuinige miners. Dus dat maakt het lastig om daar wat zinnigs over te zeggen.”
Hij vervolgt: “Natuurlijk, Bitcoin gebruikt in absolute zin veel stroom, maar het is allemaal niet zo simpel en zwart-wit als veel mensen denken. Dat maakt het ook lastig om te besluiten of het iets is waar we als Rabobank moeten instappen of niet. Zeker ook omdat duurzaamheid voor ons natuurlijk heel belangrijk is.”
Pseudonimiteit
“En wat die intransparantie betreft, ben ik het absoluut niet met Wim eens”, gaat hij verder. “Veel transparanter dan de Bitcoin kan een betaalsysteem niet worden: je ziet precies wat elke Bitcoin-gebruiker aan waarde bezit en met wie die het uitwisselt. Je weet niet precies wie er achter zo’n pseudoniem-adres zit, maar als een crimineel zijn cryptovaluta bij een wisselkantoor wil omwisselen voor bestaande valuta, dan wordt hij daar onderworpen aan het Know-Your-Customer-principe. Zo kun je criminelen dus gemakkelijker oppakken dan wanneer ze met cashgeld zouden werken.”
De toekomst?
Boonstra denkt niet dat crypto het nieuwe geld wordt. “Zeker niet in zijn huidige vorm, en zeker de Bitcoin niet. Onder meer omdat de Bitcoin hier veel te traag voor is. Sommigen zeggen: het wordt de nieuwe wereldvaluta. Maar het hele concept van een wereldvaluta deugt al niet. Dat staat los van de Bitcoin. Zelfs de dollar heeft die rol niet. We vinden het nu in Europa met twintig landen al heel moeilijk om iets gemeenschappelijks te doen, laat staan dat je dat met de hele wereld doet.”
Baars voorziet daarentegen dat crypto’s wel degelijk de toekomst hebben. “Het voelt voor mij als niet-econoom heel raar dat er continu geld kan worden bijgedrukt. Dus ik voorzie dat daarom dollars, euro’s en andere valuta in waarde gaan dalen. Dus dat niet per se Bitcoin meer waard wordt, maar dat gewoon geld minder waard wordt. Ik denk dat mensen het vertrouwen hierin verliezen en dat de negatieve rente het onaantrekkelijk maakt om je euro’s op de bank te laten staan. Zo worden mensen gedwongen meer op zoek te gaan naar risicovollere producten zoals beleggingen en dus ook crypto.”