Onderzoek
Gasprijzen gaan door het dak: wat betekent dat voor Nederland?
De aardgasprijzen zijn in een paar maanden tijd met ruim 200 procent gestegen in Europa en met 150 procent in Azië. Als de gasprijzen op het huidige hoge niveau blijven, kunnen we een aanzienlijke stijging van de inflatie verwachten. Wat is de economische impact van de hoge gasprijzen en wat betekent dit voor ons land en de energietransitie?
De sterke stijging van de aardgasprijs komt niet uit de lucht vallen en we verwachten dat deze de komende periode nog hoog zal blijven. De belangrijkste (achterliggende) oorzaak hiervan is een grote vertraging van de aardgasproductie in de VS. Tegelijkertijd blijft de wereldwijde vraag toenemen nu we steeds meer bewegen in de richting van een CO2-vrije toekomst. Aardgas speelt een rol in deze transitie, aangezien het de meest vervuilende brandstoffen, zoals steenkool en stookolie, kan vervangen.
Er dreigt nu echter een tekort aan gas. Mochten we wereldwijd te maken krijgen met een koude winter, dan laten onze berekeningen zien dat de opslagfaciliteiten voor gas aan het einde van die winter vrijwel leeg zullen raken. De markt probeert dit nu op te lossen door de prijzen zo sterk te verhogen dat de vraag noodgedwongen afneemt. Dit heeft vergaande gevolgen. Zo zien we dat een aantal industriële bedrijven in Europa al gedwongen de productie heeft moeten staken als direct gevolg van de hoge aardgasprijzen. Ook zien we dat dit forse neveneffecten heeft, zoals de dreiging van voedseltekorten in het VK. En voorlopig verwachten we niet dat de knelpunten in het aanbod van gas snel zullen afnemen.
Minder wind en meer geopolitiek
Ook heeft een samenloop van vooral tijdelijke factoren de gastekorten verergerd. Zo heeft een ongebruikelijk koude winter gevolgd door weinig wind op het Europese continent bijgedragen aan de stijgende vraag naar gas. De bijzonder hete zomer in Zuid-Europa, de VS en bepaalde delen van Azië leidde vervolgens tot een piek in de vraag naar elektriciteit voor airco’s. Al deze factoren samen hebben de opbouw van de gasvoorraden bemoeilijkt.
Daarnaast is de aanvoer van Russisch gas vertraagd. Dit zou kunnen komen doordat Moskou druk probeert uit te oefenen op de Duitse regering om de certificering van de nieuwe Nord Stream 2-gasleiding tussen Rusland en Duitsland te bespoedigen. Hoewel het werk aan de pijpleiding onlangs is afgerond, heeft de Duitse toezichthouder gezegd dat het tot vier maanden zou duren om dit certificeringsproces te voltooien.
Effect op de gehele economie
De hoge gasprijzen zorgen voor verstoringen in de toeleveringsketen. Allereerst worden elektriciteitsaanbieders hard geraakt als zij niet kunnen beschikken over andere bronnen voor de opwekking hiervan. Maar het gastekort benadrukt ook de afhankelijkheid van andere (energie-)markten. Duidelijke voorbeelden zijn de productie van ethanol, waarbij veel verhitting (met aardgas) nodig is om alcohol te distilleren, de aluminiumproductie, (gespecialiseerde) chemicaliën zoals verf, geraffineerde producten, kunststoffen en voedselverpakkingen. Kortom, het aardgastekort raakt bijna de gehele economie.
En wat betekent dit alles voor Nederland?
De Nederlandse overheid leek eerder van plan om de gaswinning in Groningen in 2022 volledig te willen stoppen. In de meest recente kamerbrief over de gaswinning in Groningen geeft demissionair minister Blok echter aan toch bijna voor 4 miljard Nm op die locatie in 2022 te willen winnen. Daarmee zou ongeveer voor een derde aan de Nederlandse gasbehoefte kunnen worden voldaan. Daarnaast wordt gekeken naar gaswinning in kleinere gasvelden in Friesland, Drenthe en Overijssel, maar maatschappelijk ligt dit uiterst gevoelig vanwege de negatieve ervaringen in Groningen.
Door het terugschroeven van de gaswinning is een duidelijke trend zichtbaar waarbij onze gasvoorziening steeds meer afhankelijk wordt van import uit het buitenland. Bovendien draait de hele Nederlandse energie-infrastructuur op het gebruik van aardgas. Dit verklaart waarom de doorberekening van gasprijzen naar consumentenprijzen in Nederland (24 procent) hoger is dan gemiddeld in de eurozone (17 procent). De combinatie van beide, namelijk een toegenomen afhankelijkheid van het buitenlandse aanbod en een energie-infrastructuur die sterk leunt op het gebruik van gas, maakt de Nederlandse economie kwetsbaar voor fluctuaties in de gasprijzen.
Uit onze berekeningen blijkt dat een volledige doorwerking van hogere gasprijzen op de consumentenprijzen de inflatie dit jaar met 0,3 procentpunt en volgend jaar met maar liefst 1,3 procentpunt zou kunnen opdrijven. Omdat de energietarieven voor veel huishoudens slechts twee keer per jaar worden aangepast (in januari en juli), worden de effecten vooral in 2022 gevoeld. Het gemiddelde Nederlandse huishouden geeft momenteel circa 1.600 euro uit aan energie (waarvan 1.000 euro aan gas). Dit betekent dat de huidige gasprijzen - volledig doorberekend - de energierekening in 2022 met ongeveer 600 euro per huishouden zouden verhogen. Dit is een somber perspectief. Uit zeer recent onderzoek van TNO blijkt bijvoorbeeld dat 7 procent van alle Nederlandse huishoudens te maken heeft met zogenaamde ‘energiearmoede’: hoge energiekosten, een laag inkomen en slecht geïsoleerde huizen. Deze huishoudens zullen dus vooral sterk geraakt worden bij een stijging van de energierekening.
Afhankelijk van binnenlandse bronnen
We achten het echter niet waarschijnlijk dat de hogere gasprijzen volledig door zullen worden berekend in hogere consumentenprijzen, al was het maar omdat energiemaatschappijen zich deels in hebben gedekt tegen al te sterke fluctuaties van de gasprijzen. Bovendien kan Nederland eventuele nadelige prijseffecten opvangen door meer gebruik te maken van het eigen gasaanbod. Op dit moment is de Nederlandse gaswinning nog steeds goed voor de helft van het totale gasaanbod in Nederland. In het geval van een gematigde impact op de consumentenprijzen zou de inflatie volgens onze berekeningen in 2021 0,2 procentpunt hoger uitkomen en in 2022 0,5 procentpunt als gevolg van de hoge gasprijzen. Dit betekent echter nog steeds tot een aanzienlijke stijging van de energierekening van huishoudens.
Roep om overheidssteun kan toenemen
Inmiddels heeft de forse stijging van de gas- en elektriciteitsprijzen diverse overheden in Europa ertoe aangezet om in te grijpen. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft ons demissionair kabinet al aangekondigd 500 miljoen euro uit te trekken om de gevolgen van een stijgende energierekening voor huishoudens te verzachten. Dit door de belastingen op energie te verlagen. Ondertussen zal de Europese Commissie voorstellen indienen over hoe om te gaan met de stijging van de energieprijzen op EU-niveau.
Wat betekent dit voor de energietransitie?
Voor de energietransitie is de stijging van de hoge gasprijzen misschien wel goed nieuws. Deze ontwikkeling maakt het voor huishoudens en bedrijven aantrekkelijker om huizen en kantoren te verduurzamen, zodat bespaard kan worden besparen op de energierekening.
Maar zonnepanelen, warmtepompen of geïsoleerde zolders zijn niet goedkoop en het is de vraag of met name huishoudens voldoende geld hebben om op korte termijn de benodigde aanpassingen aan hun woning te realiseren zonder extra overheidssteun. Een Europese gascrisis zou politici ertoe kunnen aanzetten om meer geld voor deze behoeften uit te trekken, wellicht via het Europese Herstelfonds. Met andere woorden, de huidige crisis hoeft de energietransitie niet te verstoren en kan zelfs leiden tot een versnelling. Maar er kan op de korte termijn ook sprake zijn van een averechts effect. Zo zouden energiebedrijven en andere grootgebruikers door het gastekort gedwongen kunnen raken hun toevlucht te nemen tot andere energiebronnen om elektriciteit op te wekken, zoals steenkool of, erger nog, stookolie.
Co-auteur: Ryan Fitzmaurice