Onderzoek
Het uit-eten-gevoel, maar dan uit de supermarkt
Jouw favoriete La Place lasagne, Starbucks koffie, chips met KFC-smaak, Dunkin’ donuts of Dudok appeltaart zijn tegenwoordig gewoon te koop in de supermarkt. Merken die je (her)kent uit de horeca staan steeds vaker ook op het schap bij de lokale super. Nieuw is het zeker niet – wie kent de befaamde mandjes met Indische kant-en-klaarmaaltijden van chef-kok Lonny niet – maar het komt wel vaker voor. Vooral internationaal is er sprake van een echte trend en gaat het verder dan alleen het aanbieden van producten.
Tijdens de coronacrisis zagen veel foodservicepartijen wereldwijd zich genoodzaakt hun deuren te sluiten. Sterke merken probeerden hun producten via het supermarktkanaal aan te bieden om toch wat omzet te genereren en tegelijkertijd te werken aan de zichtbaarheid van hun merk. Maar terwijl restaurants en kroegen weer grotendeels zijn geopend, neemt het aantal foodserviceproducten op de supermarktschappen wereldwijd nog steeds toe. In het Verenigd Koninkrijk verkoopt sandwichketen Pret a Manger zijn broodjes in de supermarkt en in Chinese supers is KFC-kip te krijgen. Maar het kan ook gaan om volledige eigen vitrines in een supermarkt - zoals de in salades gespecialiseerde fastfoodketen, Saladworks - gaat openen bij de Amerikaanse supermarktketen Kroger of Yo! Sushi in de Britse Tesco-winkels.
De veranderende consument
Foodservicespelers zijn duidelijk op zoek naar de veranderende consument. Door Covid-19 is de consument, ook in Nederland, op een andere plek aan het werk en zoekt zijn vertier eerder rondom huis in plaats van onderweg of rondom kantoor. Dan kan je als restaurant, brasserie, koffiezaak of donut-shop je locaties gaan verplaatsen, maar waarom zou je je niet aan sluiten bij een partij die alle faciliteiten ter plekke heeft en waar de bezoekers al in grote getalen binnenlopen: de supermarkt.
Foodretailers zien op hun beurt een mogelijkheid om de extra ‘foodservice-omzet’, die hen tijdens de coronapandemie op een presenteerblaadje werd aangereikt, zo lang mogelijk vast te houden. Daarnaast bieden deze horecamerken een kans om meer premiumproducten, met een aanmerkelijk hoger prijskaartje, op het schap te krijgen, wat het imago van de supermarkt verbetert en voor extra cross-sell kan zorgen.
Grootste voordeel foodretailers
Het grootste voordeel voor foodretailers is misschien nog wel dat ze niet zelf in de ontwikkeling van het premiummerk of de achterliggende keten hoeven te investeren. Daar ligt van oudsher de valkuil van het opzoeken van de grens tussen foodretail en foodservice of in goed Nederlands ‘blurring’ genoemd. Een supermarkt managen of een horecabedrijf runnen, bleken in de praktijk twee verschillende disciplines, met businessmodellen die elkaar meer dan eens in de weg zaten.
Elkaars expertise gebruiken
Door gebruik te maken van elkaars expertise hoeft het niet te blijven bij het in de schappen leggen van producten met horecalabels. Met een eigen vitrine met bijvoorbeeld sushi of salade of misschien een centrale keuken, kan de foodservicepartner de foodretailer helpen zich te onderscheiden zonder alle kopzorgen die normaal met zo’n horeca-activiteit gepaard gingen. Daar tegenover staat dat de foodservicepartij versneld een brede distributie kan optuigen.