Onderzoek
De economische kosten als het Oekraïne-conflict escaleert
Een escalatie van de Oekraïne-crisis zal niet ongemerkt aan Nederland voorbijgaan. Daarom hebben we drie verschillende scenario’s ontwikkeld om de mogelijke gevolgen hiervan in kaart te brengen. Waarschijnlijk moeten we rekening houden met langjarig hogere inflatie en lagere economische groei. De mate waarin is afhankelijk van welk scenario werkelijkheid wordt.
Drie scenario’s
De dreiging van een militair conflict in Oekraïne houdt al enige tijd aan. Russische troepen zijn in grote getalen aanwezig bij de grens en buitenlandse inlichtingendiensten waarschuwen voor een escalatie. Buiten de directe gevolgen voor de betrokken landen heeft een escalatie ook economische gevolgen wereldwijd. De omvang en duur daarvan hangen sterk af van de exacte gebeurtenissen. Daarom heeft het de voorkeur verschillende scenario’s uit te werken. In een uitgebreide publicatie bespreken we drie scenario’s, waarvan we van twee ervan de economische gevolgen berekenen. Figuur 1 vat de drie scenario’s kort samen.
Scenario A: kortstondige turbulentie zonder sancties
In scenario A neemt Rusland Oekraïne in via een kortdurende oorlog en accepteert het Westen dit zonder veel tegensputteren. Dit betekent ook dat de verstoring van de internationale handel kort duurt (ongeveer een half jaar), met het zwaartepunt in de relatie tussen de Europese Unie en Rusland. Aangezien Rusland een grote producent van olie en gas is, lopen de prijzen daarvan hard op (olie: 125 dollar per vat, gas: 175 dollar per vat olie-equivalent), maar deze zakken snel weer terug na afloop van het conflict. Omdat de afloop van het conflict op voorhand niet bekend is, lopen de risicopremies op investeringen wereldwijd tijdelijk op, in omvang vergelijkbaar met de annexatie van de Krim in 2014. Oekraïne is een grote producent van voedsel. Een oorlog zorgt daarom voor een stijging van de voedselprijzen, zoals van graan (30 procent), maïs (20 procent) en kunstmest (20 procent).
Scenario B: langdurige onzekerheid en economische sancties
In scenario B legt het Westen wel economische sancties op aan Rusland, bezet Oekraïne en Wit-Rusland, met een langer economisch conflict tot gevolg. China houdt zich niet aan de sancties en koopt in plaats daarvan tegen een relatief lage prijs een deel van de overtollige grondstoffen van Rusland. Het Westen krijgt te maken met fors hogere grondstoffenprijzen die langdurig aanhouden. De olieprijs stijgt naar 135 dollar per vat en de gasprijs naar 215 dollar. Beide blijven langjarig hoger dan in de situatie zonder oorlog. Net als in scenario A lopen de risicopremies wereldwijd op, maar nu tot het niveau van tijdens de Golfoorlog in 2003. Ook blijven ze langduriger hoog. De voedselprijzen stijgen nog harder dan in scenario A en blijven langer op dat hogere niveau. Zo kunnen de wereldwijde graanprijzen in dit scenario zelfs verdubbelen.
Scenario C: tweedeling van de wereld
In scenario C worden de economische verstoringen nog groter. Hierbij legt het Westen secundaire sancties op aan landen die zich niet houden aan de sancties die zijn opgelegd aan Rusland. We kwantificeren dit scenario niet, maar het mag duidelijk zijn dat dit een grote schok teweegbrengt in zowel de reële mondiale economie als de financiële markten.
De economische gevolgen
Het doorrekenen van de economische effecten van een geopolitiek conflict is uiteraard met enorme onzekerheden omgeven. Ondanks deze onzekerheden is het niettemin inzichtelijk de richting en verhoudingen van economische effecten in te schatten aan de hand van een modelmatige doorrekening. Verschillende scenario’s zijn hierbij essentieel, omdat op voorhand niet is in te schatten hoe de escalatie uitpakt. In een andere publicatie beschrijven we de gekozen aanpak.
Verstoringen van de geopolitieke verhoudingen zijn nooit goed voor de wereldeconomie als geheel. In beide scenario’s zien we dan ook dat de economische groei in de meeste landen lager uitpakt dan in een situatie zonder oorlog. Er zijn echter wel verschillen tussen landen. Zo profiteert Rusland zelf in scenario A van de hogere grondstoffenprijzen. China profiteert in scenario B van het feit dat het Westen zijn grondstoffen in veel mindere mate uit Rusland haalt en kan deze grondstoffen met een flinke korting kopen van de Russen. In dat scenario krijgt Rusland het overigens wel stevig voor de kiezen, aangezien de handel voor een groot deel instort. Voor de Russische economie is het dus cruciaal of het Westen sancties instelt die ook streng worden nageleefd. Als landen daar terughoudend in zijn om de economische schade aan de eigen economie te beperken, spint Rusland uiteindelijk zelfs garen bij geopolitieke agressie.
Economische groei
In beide scenario’s wordt eens temeer duidelijk dat het Westen, en dan vooral Europa, voor de energievoorziening sterk afhankelijk is van Rusland. Een ongemakkelijke waarheid en een extra reden voor een versnelling van de energietransitie. In hoeverre landen in het Westen schade ondervinden, hangt daarmee ook deels af van hun afhankelijkheid van Rusland, en dan met name van de toelevering van olie en gas. De verschillen zijn groot (figuur 3). Waar de VS, Brazilië en Australië nauwelijks afhankelijk zijn, hebben Turkije en Griekenland juist sterke economische banden met Rusland. Nederland staat ook hoog op deze lijst en heeft dus relatief veel last van een escalatie van het conflict.
Deze afhankelijkheid is terug te zien in de gevolgen voor de economische groei. Waar de impact voor de VS, Australië, China en Brazilië erg meevalt (figuur 4), zakt de economische groei in Europa sterk terug (figuur 5). Ook binnen Europa zorgt de mate van afhankelijkheid van Rusland ervoor dat landen als Nederland, Duitsland en Italië relatief hard worden getroffen en Spanje, het VK en Frankrijk in mindere mate. De inflatie loopt wereldwijd flink op, vooral in scenario B.
De economische gevolgen voor Nederland
Uit bovenstaande blijkt al dat een escalatie van het conflict Nederland relatief hard raakt. De afhankelijkheid van (Russisch) gas maakt ons kwetsbaar als de handel met Rusland wordt verstoord. De inflatie loopt met name fors op in scenario B, waarin sancties de handel met Rusland langdurig voor een groot deel stilleggen (figuur 6). Deze blijft dan tot begin 2023 in de buurt van de 8 procent. De inflatie zakt daarna wel terug, maar het prijsniveau blijft op een hoger niveau dan in het basispad. De energie- en voedselprijzen blijven immers langdurig hoog.
De hoge inflatie, onzekerheid op de financiële markten en (in scenario B) handelssancties laten hun sporen na in de economische groei. Hoewel de Nederlandse economie niet in een recessie terechtkomt, is de groei wel voor een aantal jaren lager dan we gewend zijn. Vooral in scenario B blijft het bbp flink achter bij een situatie zonder oorlog (figuur 7). In 2023 is het bbp 2,0 procent lager dan in het basispad, omgerekend 1.100 euro per inwoner. In scenario A blijft dit beperkt tot een 0,7 procent lager bbp en minder dan 400 euro per inwoner.
Conflict raakt gehele economie
Het conflict raakt de gehele economie (figuur 8). Allereerst vanwege de hogere inflatie die de koopkracht van huishoudens sterk onder druk zet. Bedrijven zien zich geconfronteerd met hoge inkoopprijzen en grote onzekerheid. Investeringen blijven daardoor achter. En doordat deze ontwikkelingen zich ook in andere landen voordoen, krijgt ook de exportsector het stevig voor de kiezen. Dit laatste is vooral het geval in scenario B, omdat daarin de gehele wereldhandel een dreun krijgt door de opgelegde sancties.
Ryan Fitzmaurice en Michael Every hebben bijgedragen aan deze publicatie.