Onderzoek
Een nieuwe eurocrisis kost Nederland veel meer geld dan een herstelfonds
De Europese Commissie wil een herstelfonds oprichten om zwakke eurolanden te helpen. Premier Rutte keerde zich snel tegen giften en beschouwt het plan als onverkoopbaar in Nederland. Door de sterke verbinding die ons land door handel en investeringen met Europa heeft, is het herstelfonds ook in het belang van Nederland.
De Europese Commissie wil een herstelfonds oprichten om zwakke eurolanden te helpen. Het gaat om een fonds van 500 miljard euro aan giften en 250 miljard euro aan leningen, gefinancierd met EU-obligaties. Premier Rutte keerde zich snel tegen giften en beschouwt dergelijke Europese steun als onverkoopbaar in Nederland.
Maar een simpele analyse laat zien dat dat onze premier zeker met dit herstelfonds van de Europese Commissie thuis kan komen. De kosten zijn namelijk een stuk groter als Nederland het herstelfonds niet steunt.
Wat kost het herstelfonds?
Tegenstanders van het herstelfonds zeggen al snel dat het Nederland teveel geld kost om mee te doen. Maar de terugbetaling van deze nieuwe schuld wordt deels door de EU zelf gefinancierd. Als dat onvoldoende blijkt te zijn, zouden alle lidstaten in de toekomst kunnen worden gevraagd om bij te springen. In het allerergste geval, als de EU zelf niets kan financieren, staat Nederland voor 30 miljard euro garant.
Maar net als andere landen kan Nederland rekenen op geld uit de pot. In de nu gepresenteerde verdeelsleutel komt dat neer op 8,5 miljard euro. Netto kost het herstelfonds Nederland dus maximaal 21,5 miljard euro over een periode van 30 jaar.
Wat als er geen herstelfonds komt?
Wat levert het herstelfonds ons dan op? Deze vraag is wat lastiger te beantwoorden. Het is makkelijker om te kijken naar wat er kan gebeuren als er geen herstelfonds voor de EU komt. Hiervoor is het belangrijk om eerst te weten hoe Nederland afhankelijk is van het eurogebied.
De eurolanden importeren 360 miljard euro aan goederen van ons. Verder hebben wij veel vermogen in de rest van het eurogebied, voor alleen al onze pensioenfondsen is dat meer dan 600 miljard euro. Aangezien wij dus op meerdere manieren sterk afhankelijk zijn van het eurogebied, is het dus belangrijk dat er een sterke economie is.
Verschillen moeten niet te groot worden
Voor de stabiliteit van het eurogebied is het belangrijk dat de verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa niet te groot worden. Als deze stabiliteit wordt ondermijnd, dreigt een nieuwe eurocrisis.
De vorige crisis uitte zich in flinke dalingen van ons vermogen in het eurogebied. En niet alleen Zuid-Europese activa werd minder waard. Toen in 2011 de paniek toesloeg, daalde de AEX-index tussen maart en september met 30 procent.
Giften, geen leningen
Daarom is het ook zo belangrijk dat het herstelfonds spreekt over giften in plaats van goedkope leningen. Hoewel goedkope leningen tijdelijk voor rentebesparingen zorgen, zal de al enorme Zuid-Europese overheidsschuld nog altijd oplopen. En dat leidt alsnog tot hogere rente op nieuwe schuld. Hierdoor moeten landen bezuinigen in plaats van investeren in de economie.
Tijdens de Europese schuldencrisis zagen we de desastreuze gevolgen van dergelijk investeringsbeleid. De schuldenquota daalden amper en de lange termijn vooruitzichten voor met name zuidelijke lidstaten verslechterde aanzienlijk door grootschalige desinvesteringen.
Tweede schuldencrisis zal duur zijn
Zonder actief Europees beleid zal de Zuid-Europese economie gegarandeerd achterop raken. Vroeg of laat zal zich dit vertalen in economische spanningen tussen Noord- en Zuid-Europa.
En met bijna 1000 miljard euro aan pensioengeld, geïnvesteerd in het eurogebied, is het duidelijk dat een tweede schuldencrisis heel duur zal zijn. De kosten van de giften in het herstelfonds vallen hierbij volledig in het niet.
Het herstelfonds is dan ook absoluut in het belang van Nederland.
Deze column is eerder verschenen op RTL Z/Opinie, 3 juni 2020.