Opinie
Een Randstedelijk wapen tegen bevolkingskrimp
Steeds meer Randstedelingen kopen een huis in de krimpregio’s aan de randen van Nederland. Maar het is uiterst onzeker of zij de voorziene bevolkingskrimp gaan afremmen.
De komende jaren komen er in Nederland flink meer inwoners bij. Maar de bevolking aan de randen van het land gaat juist krimpen. Ruim een op de drie perifere gemeenten ziet het aantal inwoners de komende jaren waarschijnlijk substantieel dalen. En in een deel van deze gemeenten slinkt naar verwachting ook het aantal huishoudens. De arbeidsmarkt kent er nu al de nodige knelpunten en er dreigt een toenemende leegstand van huizen. Ook wordt het mogelijk nog moeilijker om voorzieningen als scholen en supermarkten overeind te houden.
Dat is niet mals. Maar onze woonminister lijkt krimp vooral een merkwaardig woord te vinden. Juist omdat er in de nabije toekomst heel veel huishoudens bij komen. Tijdens een debat over de woningbouwopgave stelde hij dan ook dat we de ruimte gewoon beter moeten benutten. En dan zijn er geen krimpregio’s meer.
Het lijkt een erg simplistische gedachte. Maar tegelijkertijd ook weer niet zo heel gek als we kijken naar gegevens over verkochte koopwoningen van het Kadaster. Want in 2021 kochten maar liefst vier keer zo veel Randstedelingen een huis in een van de negen krimpregio’s, als Oost-Groningen, Zeeuws-Vlaanderen en de Achterhoek, dan in 2015. Bovendien heeft sinds de coronapandemie een verjongingskuur plaatsgevonden onder die huizenkopers uit de Randstad: deze zijn namelijk veel vaker dan voorheen jonger dan 45 jaar.
Dat klinkt veelbelovend. Maar vooralsnog is het uiterst onzeker of Randstedelingen de voorziene demografische krimp aan de randen van Nederland kunnen keren of afzwakken. En of ze de gevolgen van de sterke vergrijzing aldaar kunnen dempen. Want ondanks de toenemende populariteit van de krimpregio’s onder Randstedelijke huizenkopers gaat het nog altijd over zeer kleine aantallen. In 2021 kochten net iets meer dan duizend Randstedelingen een huis in een van de krimpregio’s.
Bovendien is het de vraag of die populariteit blijft toenemen. Dit is waarschijnlijk mede afhankelijk van wat er gaat gebeuren met de huizenprijzen en de regionale verschillen hierin. Dat meer Randstedelingen wegtrekken naar andere delen van Nederland komt volgens onderzoek namelijk niet zozeer door die toegenomen belangstelling voor grotere huizen, een tuin en een rustigere woonomgeving. Maar meer doordat huizen buiten de Randstad een stuk goedkoper zijn. In de eerste helft van dit jaar betaalden huizenkopers gemiddeld bijna anderhalve ton meer voor een huis in de Randstad dan voor een huis aan de randen van Nederland. En dit prijsverschil is in de afgelopen jaren alleen maar groter geworden.
Inmiddels koelt de huizenmarkt sterk af onder invloed van de sterk gestegen hypotheekrentes, de energiecrisis en de voorziene economische omslag. Als in het spoor van die afkoelende huizenmarkt ook de regionale verschillen in huizenprijzen afnemen en woningen in de Randstad relatief goedkoper worden, dan bestaat de kans dat Randstedelijke huizenkopers weer vaker de Randstad verkiezen. De krimpende randen van Nederland kunnen zich daarom vooralsnog niet rijk rekenen.
Eerder verschenen in RTL Nieuws